Uw zoekacties: Afbeeldingen (oud)

Afbeeldingen (oud)

beacon
6  zoekresultaten
sorteren op:
 
 
 
 
Erfgoedstuk
I. Inventaris Registratuurarchief
Bijzonder
Organisme
Economische en rechtspositie
Benodigdheden en hulpmiddelen voor het uitoefenen van de dienst
Kaarten
11449 Stukken betreffende ruiling met Stichting "Oudheidkundig Museum Rijswijk Z-H" van een exemplaar van het verzamelblad van de kaart van Delfland door N. en J. Kruikius en een band oude keuren tegen een kaart van de Vlietlanden te Maasland door Jan Potter uit 1568 (KVD 74).
Kaart
[Kaart van de vlietlanden : de Noord-, Middel- en Boonervliet bij Maassluis en het Bommeer]
Datering:
1568
Maker:
Potter, Jan Jansz.
Schaal:
ca. 1 : 4000
Materiaal:
manuscript, gekleurd perkament
Afmeting:
31 x 88 cm
Transcriptie:
lantmeter van Delflant zo hebbe ghemeten ten versoecke van Johan Franch[ois van Bodegem]... ghecarteerde lant ghelegen der... Maessluijs tussen de vlieten groote Vlaerdinger vaert ende midde wateringh.... ick vier voet ghemeten ende ....slootter halver middel wateringh ende beuinde alx groot als hier na volgende ... De ... groot seven hont neghen roedenghetekent B is groot vijf hont xxxvi roeden met C is groot vijfhont xxvi roeden .. 1771 roeden de campe met R .... gethekent e is groot dertien hont xxiiii roeden met F veertien hont xxvi roeden, de campe met H is ghroot twe hont xxxi roedenmet J ses hont xxxiii roedende campe l is groot neghen hont lxxxi roeden met M acht hont lxxx roedensomma van de landen ghetekent met D, E, F,G,H,J,K,L,M, VEERTIEN MORGEN LXXV ROEDEN, dE WERF MET n IS GROOT XV C ACHT EN TSESTICH BIJ MIJ ALS Boven nog niet compleet losse tekst: de cleijne [Noord of Trek] vliet, middel vliet, hier zijn beleint Sint Jans heren tot Haerlem, groten ariaen, groote vliet, hier is beleint D abdie van Egmont, Bommeer, Vlaerdinger vaert, de middel watering, kleijne voet ofte grontmaet,
Annotatie:
Schaal berekend naar moderne maat. Schaal aanduiding op kaart: kleine voet ofte grontmaet 100. Dit is 13,5 cm. Noorden boven. De opdrachtgever is Johan Franchois van Bodegem. Hij was van 1556 t/m 1559 baljuw en dijkgraaf van Delfland. Hij bezat veel land in deze streek. Op de kaart zijn boerderijen, een molen en een windas afgebeeld. Kaart verworven in 1953 door ruil met de kaart van Kruikius uit RAD, inv.nr. 11449 met stichting 'Oudheidkundig museum Rijswijk Z-H'. Literatuur: Boerderijen op de Vlietlanden / Moerman, J., Midden Delfkrant jrg. 6, nr.1 maart 1982; Delflands kaarten belicht (2000), p. 78-79
 
 
 
 
 
Erfgoedstuk
I. Inventaris Oud Archief Delfland (OAD)
Eerste Afdeling: Archief van de Hoogheemraden en de Dijkgraaf
2.1.8. Vervulling der roeping van het Hoogheemraadschap
2.1.8.2. Bijzonder
2.1.8.2.2. Boezembeheer
2.1.8.2.2.2. Boezemwateren alfabetisch
2.1.8.2.2.2.31. Vliet
2539 Stukken betreffende het ophogen van een stuk boezemland aan de Vliet ten zuiden van het verlaat van de Veenpolder
Kaart
oad 2539/6 Caerte [...] van [...] de scheepswerff ende tuijn van Maerten Lenaertssen, scheepmaecker, ghelegen ontrent de Zijecken van Den Haege, aende Oostzijde van de Haechse vaert [...]
Datering:
1654 november 28
Maker:
Sallem, Pieter Florisz. van der
Schaal:
ca. 1 : 400
Materiaal:
pentekening
Kenmerken:
Gekleurd
Afmeting:
31,5 x 60,5 cm
Transcriptie:
[Tekstblok linksonder, eerste alinea:] Caerte ende metinghe gedaen bij mijn ondergheschreven, door ordre vande edele heeren hooge heemraeden van Delfflant, de scheepswerff ende tuijn van Maerten Lenaertssen, scheepmaecker, ghelegen ontrent de Zijecken vanden Haege, aende oostzijde vande Haechsevaert ende hebbe hetselve gemeten inder manijeren als hijernaer volcht. Eerst gemeten het woonhuijs mette schuijren, timmerhuijs ende timmerwerff, rontsomme tot aende buijtecanten vande platinghe ende daer geen platinge staen tot aende bovecanten van 't vastelant ende tot aende schuijtenhuijssen ende tegen de scheepwerff werff, soowel in 't westen als in 't zuijden daer 't heel vles affgaet, gemeten tot aen 't water, gelijck als 't opten XXVIII november 1654 heeft gestaen, doch conden het hoochste winterwater noch wel een voet hooger coomen, soo den scheepmaecker seijden. Ende hebbe hetselve soo nae gemeten als 't doendelijcken was door 't hout ende anders datter inde weech leij, is t'samen groodt bevonden eenentachtijch roeden. Noch ghemeten zijn tuijnken, comende zuijtwaert vande voors. scheepwerff, is gemeten rontsomme tot aende bovecanten van 't vastelant, hetwelcke aende oostzijde compt pas buijten het dooren heijnijnckgen tot aen zeeckere oude rabatgens die hijer ende daer aende cant staen, hetwelcke ick reken dat de bovecant van 't vastelant soude wesen. Ende de dosseringe tot aen 't water soude noch wel een voet breet wesen, maer is nijet gerekent alsoo die met hooch winterwater meest onder loopt omdatsse vles leijt, is groodt tweeëntseventijch roeden. Somma hondert ende drijeëndevijftijch roeden. [ondertekend:] Pieter Floris vander Sallem, gheswooren lantmeter. [Tekstblok rechtsonder:] Nota: Men conden tegen de scheepwerff geen perfeckte breete nochte lenckten rekenen overmits de hellinck heel vles leijt. Item de scheepmaecker seijde dat de zuijthellinck op 't hoochste winterwater noch ontrent een roede onder liep. Ende aende westzijde ontrent een halve roede deurgaen
Annotatie:
Schaal berekend naar moderne maat. Schaalaanduiding op kaart: Dese schael is lanck tijen roe[de]n. Dit is 9,8 cm. Oosten boven. Zie ook Delflands kaarten belicht (2000), p. 86-87.
 
 
 
 
 
Erfgoedstuk
I. Inventaris Oud Archief Delfland (OAD)
Eerste Afdeling: Archief van de Hoogheemraden en de Dijkgraaf
2.1.8. Vervulling der roeping van het Hoogheemraadschap
2.1.8.2. Bijzonder
2.1.8.2.2. Boezembeheer
2.1.8.2.2.2. Boezemwateren alfabetisch
2.1.8.2.2.2.31. Vliet
2539 Stukken betreffende het ophogen van een stuk boezemland aan de Vliet ten zuiden van het verlaat van de Veenpolder
Kaart
oad 2539/5 Meting van de scheepswerf van Maerten Lenaertssen op boezemland in Den Haag bij het Zieken
Datering:
1659 september
Maker:
Sallem, Pieter Florisz. van der
Schaal:
ca. 1 : 400
Materiaal:
pentekening
Kenmerken:
Gekleurd
Afmeting:
33,5 x 62,5 cm
Transcriptie:
[Tekstblok linkerkant, eerste alinea:] In desember 1659 hebbe ick ondergeschreven gevijsijteert ende ten deelen gemeten volgens de caerte die ick gemaeckt hebbe den XXVIII november 1654 door ordre vande edele heeren hooge heemraeden van Delfflandt de scheepswerff ende tuijn van Maerten Lenaertssen, scheepmaecker, ghelegen bij 't Zijecken vanden Haegen. [Tweede alinea:] Ende bevinde dat een gedeelte van zijn schuijer, ter plaetssen geteijckent met I, wel twee voeten is oostop verbreet, ende ter plaetssen geteijckent met II, ist ontrent twintijch duijmen, de heijnijnck oost opgestelt is t'samen de lenckten van ontrent 24 ofte 25 voeten, volgens de stipkens. [Derde alinea:] Voort heeft mijn den scheepmaecker gewesen dat hij het cleijne schuijthuijs op 't noorteijnden ontrent 20 duijmen verwijdt heeft ende van zijn grondt ende bleijckvelt affgesteecken heeft ende dat hij 't ontrent 4/5 ofte 6 voeten scharp uuijt noordewaert van binnen inde schuijer verlanckt heeft. [Vierde alinea:] Noch heeft hij mijn geseijt dat de heijninck dien hij uuijtgestelt heeft door 't verbreeden vande schuijer staet op een out platinckgen dat een plaetgen heeft geweest omme achter de oude schuijer te gaen. Ende alsoo de caert hout van 't jaer 1654 gelijcken ofte het alletemael water heeft geweest, soo moet het onder water gelegen hebben die 't eerst gemeten is. Want ick nu 't eijnde de boucht, geteijckent met II, gelijckx het water een cleijn platinckgen gezijen hebbe dat met het hooch water moet onderghelegen hebben alsoo hij mijn doen geseijt heeft, gelijcken inde caert staet dat het hoochste winterwater noch wel een voet hooger comen soude. Daeromme meen ick dat ick 't voorwater ofte onlant gerekent hebbe. [Vijfde alinea:] Noort inde lenckten vande scheepswerff can ick geen veranderinghe vinden ende vande hellinge is mede geen vaste rekeninghe te maecken, maer tegens 't huijs ende tusschen beijde hellingen sou 't affgepaelt wesen inde Haechsevaert, uuijtwijsende de stipkens, ende daer de pl
Annotatie:
Schaal berekend naar moderne maat. Schaalaanduiding op kaart: Dese schael is lanck tijen roe[de]n. Dit is 9,8 cm. Oosten boven. Gerestaureerd 1979/80. De kaart is op linnen geplakt. Zie ook Delflands kaarten belicht (2000), p. 86-87.
 
 
 
 
 
Erfgoedstuk
I. Inventaris Oud Archief Delfland (OAD)
Eerste Afdeling: Archief van de Hoogheemraden en de Dijkgraaf
2.1.8. Vervulling der roeping van het Hoogheemraadschap
2.1.8.2. Bijzonder
2.1.8.2.2. Boezembeheer
2.1.8.2.2.2. Boezemwateren alfabetisch
2.1.8.2.2.2.31. Vliet
2539 Stukken betreffende het ophogen van een stuk boezemland aan de Vliet ten zuiden van het verlaat van de Veenpolder
Kaart
oad 2539/7 [Kaart van] den tuijn van Maerten Lenaertssen, scheepmaecker, ghelegen ontrent den zijecken vanden Haegen aende oostzijde van de Haechse vaert [...]
Datering:
1667 oktober 8
Maker:
Sallem, Pieter Florisz. van der
Schaal:
ca. 1 : 400
Materiaal:
pentekening
Kenmerken:
Gekleurd
Afmeting:
32 x 59,5 cm
Transcriptie:
[Tekstblok linksonder, eerste alinea:] Caerte ende metinghe gedaen bij mijn ondergeschreven, ten versoucken vande edele heere dijckgraefff van Delfflandt, den tuijn van Maerten Lenaertssen, scheepmaecker, ghelegen ontrent den Zijecken vanden Haegen aendeoostzijde vande Haechsevaert, ende hebbe denselven tuijn gemeten in 't noorden tot het buijtecant van 't platinckgen ende aendeoostzijde tot aende elsse ende ander geboomte die aende cant vand 't water stonden, ende in 't zuijden tot aende bovecant van 't lant van ghelijcken, aende westzijdelangens de Haechsevaert mede gemeten totte bovecant van 't lant is t'samen groodt bevonden negenentseventijch roeden [Tweede alinea:] Ende alsoo het caertgen hout dat ick gemaeckt hebbe opten 28 november 1654 denselven tuijn groodt te wesen tweeëntseventijch roeden, soodat ick se nu zeven roede grooter bevonden hebbe is nijet vreempt. [Onderste regel:] Alsoo de metinghe die ick gedaen hebbe opten 28 november 1654 hout dat denselven tuijn [Tekstblok linksonder, vervolg:] ghemeten is rontsomme tot aende bovecanten van 't vastelant, hetwelcke aende oostzijde compt pas buijten het dooren heijninckgen tot aen zeeckere oude rabatgens die hijer ende daer aende cant staen, hetwe[l]cke ick reken dat de bovencant van 't vastelant soude wesen ende de dosseringhe tot aen 't water soude noch wel een voet breet weesen, maer is nijet gerekent alsoo die met hooch winterwater meest onder loopt omdatsse vles leijt. Ende bevinde dat de boomkens die nu aende oostcant staen wel 2 à 3 ende 3½ voet buijten de halve heijninck staen tot aen 't water, maer was op veel pla[e]tssen heel laech, want ick tusschen den dooren ende de boomkens nijet gaen en conden, daeromme isser nu sooveel meer waeter bevonden. Daeromme meen ick datter in 't zuijden mede aengewonnen is, overmits daermede een vlesse cant gelegen heeft die nu ten deelen opgehoocht is, naer ick opte caerte zijen can ende de cant aende vaert is nu mede een moeijen ende vaste cant. [Onderste regel:]
Annotatie:
Schaal berekend naar moderne maat. Schaalaanduiding op kaart: Dese schael is lanck tijen roe[de]n. Dit is 9,8 cm. Noordoosten boven.
 
 
 
 
 
Erfgoedstuk
I. Inventaris Oud Archief Delfland (OAD)
Eerste Afdeling: Archief van de Hoogheemraden en de Dijkgraaf
2.1.8. Vervulling der roeping van het Hoogheemraadschap
2.1.8.2. Bijzonder
2.1.8.2.5. Binnenlandse Waterstaat
2.1.8.2.5.3. Boezemland
2.1.8.2.5.3.1. Polderenburg
3510 Stukken betreffende het boezemland Polderenburg. Met kaarten en retroacta
Kaart
oad 3510/31 [Kaart van de Poldervaart ter hoogte van de woning van Jacob Loijs in Kethel]
Datering:
1653 oktober 2
Maker:
Sallem, Pieter Florisz. van der
Materiaal:
pentekening perkament
Kenmerken:
Gekleurd
Afmeting:
77 x 25 cm
Transcriptie:
[Achterzijde:] Caerte van 't Cleijn Poldertgen toecomende Jacob Loijs 1653 aende Poldervaert onder de Ketel [Achterzijde:] Caerte 1653, 2den october, vande hoochte vande caden vande 't poldertgen aende Poldervaert, toebehoorende Jacob Loijs, door ordre van hooge heemraden genomen [Tekstblok:] Opten II october 1653, door ordre vanden edele heeren hooge heemraeden van Delfflant, hebbe ick ondergheschreven gheswooren lantmeter met assijstentije Vander Horst als heemraetsboden van Delfftlant gewaterpast het lant van Jacob Loijs aende Poldervaert tegens de hoochte vande oude caede die daer noch tegenwoordijch ten deele leijt, te weten het meijlant aende oostzijde vande selve caede, ter plaetsse geteijckent op dit ontwerp met A, alwaer't in't voors. meijlant gedot is ende bevinde het midde vande cruijn twee voet ende vijff duijm hooger te wesen als't voors. meijlant. Den cruijn is boven breet vier d'alve voet ende de westzijde anderhalve duijm hooger doch op ende neer, want zij leijt nijet gelijck, ende de oostzijde een duijm laeger als de midde vande cruijn. Ende heeft aende oostzijde noch zeven d'alve voet toeleggens ende de westzijde derd'alve voet toeleggens ofte druijpers. Noch gewaterpast de midde vande cruijn vande nijeuwe caede daer recht tegens gelegen ende is negen d'alve duijm hooger als de cruijn vande oude caede ende aende Poldervaert noch drije duijm hooger, doch hout geen streeck, want het is een onfatsoen van een reggeken dat nijet lange en streckt. Voort noort opgegaen tot zeeckere willigenstooff, ter plaetsse geteijckent met B, is de caede aldaer zeven d'alven duijm laeger als de nijeuwe caede, geteijckent met A, ende twee duijm hooger als de oude caede, te weten het midde vande cruijn. Voortgegaen ontrent het heck van't koollant, geteijckent met C, is de cae op gelijcke hoochte als B is. Voortgegaen tot over de midde van't coollant D is't aende Poldervaert tijen duijm laeger als den cruijn vande nijeuwe caede A ende anderhalve duijm laeger als de cruijn
Annotatie:
Kopie van OAD 3510/19. Hermeting van de hoogte van het boezemland en van de oude en de door Loijs gelegde nieuwe boezemkade. Zuidoosten boven. Kompasroos op de kaart. Gehanteerde maat: 12 voeten is 1 roede, 12 duim is 1 voet = Rijnlandse maat. Behoort bij de stukken van de procesvoering tegen Jacob Loijs, koopman uit Rotterdam, door het hoogheemraadschap naar aanleiding van het ophogen van het boezemland en versmallen van de Poldervaart met bagger uit de vaart en door het afgraven van de boezemkade door Loijs. Woning van Loijs in opstand getekend. Meijlant = maaiveld. Toeleggens = aan de kade. Druipers = uitlopen. Willigestooff = wilgentronk.
 
 
 
 
 
Erfgoedstuk
I. Inventaris Oud Archief Delfland (OAD)
Eerste Afdeling: Archief van de Hoogheemraden en de Dijkgraaf
2.1.8. Vervulling der roeping van het Hoogheemraadschap
2.1.8.2. Bijzonder
2.1.8.2.5. Binnenlandse Waterstaat
2.1.8.2.5.3. Boezemland
2.1.8.2.5.3.1. Polderenburg
3510 Stukken betreffende het boezemland Polderenburg. Met kaarten en retroacta
Kaart
oad 3510/19 [Kaart van de Poldervaart ter hoogte van de woning van Jacob Loijs in Kethel]
Datering:
1652 oktober 2
Maker:
Sallem, Pieter Florisz. van der
Materiaal:
pentekening
Kenmerken:
Gekleurd
Afmeting:
42 x 32,5 cm
Transcriptie:
[Bovenste tekstblok:] Opten II october 1652, door ordre vanden edele heeren hooge heemraeden van Delfflant, hebbe ick ondergheschreven gheswooren lantmeter met assistentije Vander Horst als heemraetsboden van Delfftlant gewaterpast het lant van Jacob Loijs aende Poldervaert tegens de hoochte vande oude caede die daer noch tegenwoordijch ten deele leijt, te weten het meijlant aende oostzijde vande selve caede, ter plaetsse geteijckent op dit ontwerp met A, alwaer't in't voors. meijlant gedot is ende bevinde het midde vande cruijn twee voet vijff duijm hooger te wesen als't voors. meijlant. Den cruijn is boven breet drije voet ende een halff ende de westzijde anderhalve duijm hooger doch op ende neer, want zij leijt nijet gelijck, ende de oostzijde een duijm lager als de midde vande cruijn. Ende heeft aende oostzijde noch sess voet ende een halff toeleggens ende de westzijde twee voet ende een halff toeleggens ofte druijpens. Noch gewaterpast de midde vande cruijn vande nijeuwe caede daer recht tegen gelegen ende is negen d'alve duijm hooger als de cruijn vande oude caede ende aende Poldervaert noch drije duijm hooger, doch hout geen streeck, want het is een onfatsoen van een reggeken dat nijet lange en streckt [Onderste tekstblok:] Voort noort opgegaen tot zeeckere willigestooff, ter plaetsse geteijckent met B, is de caede aldaer zeven d'alve duijm laeger als de nijeuwe caede, geteijckent met A, ende twee duijm hoger als de oude caede, te weten het midde vande cruijn. Voort gegaen tot ontrent het heck van't koollant, geteijckent met C, is de caede op gelijcke hoochte als B is. Voort gegaen tot over de midde van't coollant D is't aende Poldervaert tijen duijm laeger als den cruijn vande nijeuwe caede A ende anderhalve duijm laeger als de cruijn vande oude caede. Noch noort op gegaen tot ontrent de sloot van Jacob Loijsen huijs E, is't aende Poldervaert zeven duijm laeger als den cruijn vande voors. nijeuwe caede A ende anderhalve duijm lager als de oude caede. Noch ge
Annotatie:
Zuidoosten boven. Behoort bij de stukken van de procesvoering tegen Jacob Loijs, koopman uit Rotterdam, door het hoogheemraadschap naar aanleiding van het ophogen van het boezemland en versmallen van de Poldervaart met bagger uit de vaart en door het afgraven van de boezemkade door Loijs. De kaart is gemaakt in opdracht van de hoogheemraden tot opmeting van de hoogte van het boezemland en van de oude en de door Loijs gelegde nieuwe boezemkade, OAD 3510/17, ten behoeve van de consentverlening aan Loijs tot het verleggen van de boezemkade, OAD 3510/40. Woning van Loijs in opstand getekend. Meijlant = maaiveld. Toeleggens = aan de kade. Druipens = uitlopen. Willigestooff = wilgentronk.