[Tekstblok:] Caerdte vande Beeck aenwijsende hoeveel de grondt van dezelve Beeck omtrent rijst ofte hooger leijdt bij de wooningh ofte plantage genaemdt Sorghvliedt, als bij de Noordcoornmoole, op dese caerdte met zijffergetallen aengeteijkent, gepeijlt ter presentie vande heer Cornelis Mighielse Soettens, van de coornmolen af tot aen Sorghvliedt voors., breeder in het nevensgaende verbael aengeweesen. Gedaen op den 6, 7, 8 ende 9 augusti 1664. Bij mij onderghes[chreven] [Ondertekend:] Johan van Swieten, gezwooren landtmeeter [Losse tekst:] Noordcoornmoole, niewe heul, Schuddebeurs, tolhuijs, weijde vande weduwee van Gerrit Cornelisse, Beeck, grondt vande Beeck, 10 1/2 duijm diep soodat de grondt hier sackt 13 duijm, heijning, Sorghvliedt, heijn daer de poordt in staedt, Cornelis Steenfoorde, Maerten Maertense, heer raedtsheer Mierop

[Tekstblok:] een afscheuring na het inbreeken van de Duijfpolder in de kade van Jacop Poot bevonde en diep gepeijlt ontrent 13 a 14 voet, waardoor de polder weer op't punt stont om in te brecken [Tekstblok:] den inbraak van de kaade ontrent of bezuijde tegenover de buijteslootmolen staande op de kaarte van Delfland op't 17 stuk [Losse tekst:] weijland in de polder, molesloot, het land in de Duijfpolder, moolensloot streckende langs de kade zijnde de waterkeringe, Endelingemolensloot, willigestove staande aan de tee van de kaden, kruijn van de kaden, vlietland, binnetee van de kade zijnde met willijgeboomen beplant, bove de kruijn of gangpat op de kaden, riet of boezemland buijte de kaden, de Breede Vaart, de kolk voor de Duijfmolen

[Eerste alinea:] Caerte ende ontwerp gedaen bij mijn ondergheschreven, ten versoucken ende volgens aenwijsinghe ghedaen bij den molenmester, de croossheemraeden ende eenijghe vande ingelanden vande West-Esscampssepolder, omme een gedeelte vande selve polder somerdaechs met vars water te besorgen. Ende hebbe het selve affgezijen ende betreden, oock bij 't ooch aengeteijckent eenijge bouchten ende slooten comende binnen den ommeganck, hetwelcke onder dese bevarssinghe souden werden begrepen. Ende aengeteijckent eenijge eijgenaers ende bruijckers die binnen den buijtensten omeganck zijn gelegen [Tweede alinea:] Ende omme het selve gedeelte soomersdaechs vars water in te laeten hebbe geordonneert datsse een pomp souden leggen door de Looserlaen tegens de Noortwaterijnck inden houck vande Groenewecht ter plaetssen geteijckent met A [Derde alinea:] Ter plaetssen geteijckent met B sal een nijeuwen dam geleijt werden ende den dam daer 't heck nu op staet sal opgenomen werden [Vierde alinea:] De dam geteijckent met C sal een pomp deurgeleijt werden [Vijfde alinea:] Ende alle de slooten geteijckent met D comende aende Nieuweslootswaterijnck sullen met somerdammen gemaeckt werden [Zesde alinea:] Aldus gedaen de XXVII november 1655 [Ondertekend:] Pieter Floris vander Sallem, gheswooren lantmeter [Losse tekst:] de Nieuweslootswaterijnck, Bastijaen Heijndrijckxssen, Blintsloot, de heere procureur Vijnckx' pachter, de heere procureur Vijck, Maerten vander Voort, Blaes Louwen, Blaeserus Lourissen, Noortwaterijnck, de heere 't Hooft, laen, de heere secretarius Junijus, de Looserlaen, de Groenewecht, den Houtwecht, de heere De Raet, Barent Jochemsen Bruijcker, Teunis Claessen, de vaert vanden Haech, Jacob Cornelissen van Groen, Ansem, de cooremolen van Loosduijnen, Loosduijnen, naer Honsholredijck, watermoleken, den commijs Braeckel

[Tekst achterzijde:] Caerte en ontwerp bijden geswooren lantmeter van Delfflant gedaen den laesten october 1646 aende duijcker van Leijdschendam over het peijl tusschen Delfflant en Rijnlant. [Tekstblok:] Caerte ende ontwerp gedaen bij mijn ondergheschrevenen volgens de metinge, gedaen den lesten october 1646, hoeveel dat het peijl verscheelden geslaegen in Rijnlant omme haer bepolderde landen naer te maeken tegens het peijl dat gestelt is aenden duijcker vanden Leijtssendam opde hoochte vande lantscheijdinge van Delfflandt ende van 'tselve een verbael gemaeckt ende mette letteren van A, B ende C op dit ontwerp aengewesen. [Ondertekend:] Pieter Floris vander Sallem, gheswooren lantmeter. [Losse tekst:] Swijterbrugge, duijcker, peijl van de hoochte vanden Delflantsen lantscheijdinge, kulck vanden Leijtsendam, valdeur in 't westen comende op Delfflant, volgens dese stipkens staet het peijl daer 't op versocht wert te malen aende Swietersbrugge, volgens dese lijnije heeft het water in Rijnlant gestaen opten lesten october 1646, den bodem van 't overwinden op den Leijtsendam, Delflants water.