N.B. De installatie van het Departementaal Bestuur heeft op 30 mrt 1799 plaats gehad door een Commissaris van het Uitvoerend Bewind, die bij het Departementaal Bestuur in functie bleef om toezicht te houden op de stipte uitvoering der wetten. Hij nam geen deel aan de vergaderingen, maar correspondeerde met het Departementaal Bestuur. Zie C.W. van der Pot, Bestuurs en rechtsinstellingen der Nederlandse provinciën (Zwolle 1949), blzz. 149 - 153. Het Departement van de Oude IJssel omvatte Z.O. Friesland, Drente, Overijssel en andere grootste gedeelte van de Veluwe. Het Departementaal Bestuur telde zeven leden. Naast het Departementaal Bestuur in engere zin komen we de Commissie tot de administratie der financiën in het voormalige gewest Overijssel tegen. De werkzaamheid van deze commissie strekte zich niet alleen over financiële zaken uit, maar ook over de rechtspraak en de militaire zaken.

Aan deze commissie vroeg men veelal aanwijzing van een advocaat om in een geding "pro Deo" op te terden; tot haar wendde men zich in de regel ook wanneer men als procureur wenste toegelaten te worden. Evenals de Gedeputeerden van Ridderschap en Steden en die van de Provisionele Representanten spraken de Gecommitteerden recht in belastinggeschillen e.a. vormen van administratieve rechtspraak. Te zeggen, dat de werkzaamheid van de commissie kan worden vergeleken met de taak, die tevoren aan de Gedeputeerden was opgelegd, is dus niet te boud gesproken. Daarbij moet echter de restrictie worden gemaakt, dat tengevolge van de handhaving van het oude belastingstelsel de arbeid der Commissie zich niet over het gehele departement uitstrekte, maar met name over het gebied van het voormalige gewest Overijssel. Meer dan bij het bestuur in algemene zin het geval was, kon dus bij de administratie van een sterke continuiteit gesproken worden. De leden der Commissie werden niet gekozen, maar benoemd door het Uitvoerend Bewind. Zie ook C.W. van der Pot, a.w., blz. 153.