40 Alzoo Heer ende Mr. Jacob van Sundert pber [= presbyter] hadde gefundeert tot behoeff seeckere twee studenten de somme van duijsent carolus guldens, naerder blyckende bij de acte daer van opden vijffden december vijfftienhondert eenentsestich voor mren: [= meesteren] Franss. van Balen ende mren: Zegern Adriaenss. schepenen te dyer tyt der stadt van sHertogenbossche gepasseert sijnde daer inne tot collateuren oft provisoiren der voors. burssen genomineert ende geconstitueert d’Eerw: Heeren Mijn Heeren den prior des Convents vanden Predicheren, Mijn Heer prior des Convents vande Hemelsche Poorte ende den Pater des Convents van de Fraters alle binnen deser stadt ten tyde wesende, welcke vs. duysent gulden nair volgens der vs. yerste fundatie belicht [dubieus] waeren aenden Convente vande Predicheeren binnen dese stadt ende daernae opten elffden juny sestienhondert ende elff wederom gedaen sijnde aenden rentmren: = rentmeesters deser stadt in permissiegelde beloopende naiden cours alsdoen negenhondert vijfftitien guldens tegens seven ten hondert op interest oft jaerlicxe rente – allet nae breeder vuytwysen der obligatie daer van op datum lest vs. gepasseert ende bij Guilliam van Delft ende Jacoppen Janssen Ryder ter dier tyt rentmeesteren der vs. stadt met henne signature onderteeckent – Soo syn gestaen voor schepenen onderges: d’Eerw: Heer ende Pater Pater Petrus Dens prior des Convents vande Predickheeren voors., broeder Cornelis van Heusden prioir des Convents vander Hemelscher Poorte ende Heer Adriaen van Boxtel pater des Goedtshuys oft Convent van Ste. Gregoris genoempt frater als alle inne dyer qualiteyt.
Collateuren ende provisoiren der burssen voors. – Ende oversulcx gemachticht tot sgeens naevolgende is zoo zij verclaerden