Uw zoekacties: Wachtposten 20 en 21 (1/2)

Artikelen ( Heemkundevereniging Houthem-St.Gerlach )

beacon
 
 
Artikel
Wachtposten 20 en 21 (1/2)
Datering:
2021
Titel:
Wachtposten 20 en 21 (1/2)
Auteur:
Jan Schurgers
Titel tijdschrift:
't Sjtegelke
Afleveringsnummer:
't Sjtegelke, 28 (2021) nr. 55 (zomer), p. 1/12
Samenvatting:
In het vorige Sjtegelke (nr. 54, p. 22-27) kwamen de wachtposten 18 en 19 gelegen langs de spoorlijn Houthem-St. Gerlach/Valkenburg ter sprake. In dit artikel gaat de aandacht uit naar de wachtposten 20 en 21, langs het baanvak Houthem-St. Gerlach/Meerssen.

Wachtpost 20
Vermoedelijk staat er al in 1853, als de spoorlijn Maastricht-Aken geopend wordt, aan de Stationsweg in Houthem een gebouw dat dienst doet als wachterswoning. Daarin woont de baanwachter die de overweg zo goed mogelijk beveiligt, zonder veel hulpmiddelen. Slechts sporadisch passeert er een trein. In 1890 wordt het officieel als stationsgebouw in gebruik genomen (1) en uitgebreid aan beide zijkanten. In 1897 gaat de spoorlijn van de Belgische eigenaar over in de Nederlandse handen van de SS (Staatsspoorwegen).
Al snel daarna ontstaan er plannen om naast de wachtpost een station te bouwen. Het gebruik van de trein groeit door de opkomst van het toerisme in Zuid-Limburg en dus ook in Houthem-St. Gerlach. De benodigde gronden worden aangekocht en in 1903 is het zover.
Tijdens de vergadering van de Tweede Kamer op 23 december 1902 over de Staatsbegroting 1903, betuigt de Heer Harm Smeenge (1852-1935), van 1886 tot 1918 Tweede Kamerlid namens het district Meppel, dank aan de minister voor het tot stand komen van een halteverbetering op de stopplaats St. Gerlach bij het station in Houthem. Met genoegen constateert hij dat de bestaande abri zal worden vervangen door een halte-gebouw met wachtkamers, bureaus en ruimte voor bagage. Het is een markant gebouw geworden, waarin veel hout op een speelse manier is verwerkt en daardoor een beetje Oostenrijks aandoet.
Samenvatting2:
De ontwerper krijgt er veel waardering voor en in de volksmond wordt gefluisterd dat de uitvoerder familie is van de opdrachtgever en een houthandel heeft.
Halteplaats St. Gerlach krijgt meer bevoegdheden en een eigen stationschef. De eerste is Arnold Priem (1873-1947), die gehuwd is met Maria Meijers (1873-1939) (2). Hij komt op 27 juni 1903 naar Houthem, woont in de Grootestraat, nu St. Gerlach 10, en vertrekt weer op 13 februari 1909. Cornelis Johannes Stams (1883-1966), getrouwd met Maria Wilhelmina van Iersel volgt hem op. Wie in de jaren daarna stationschef zijn geweest en de wachtpost 20 hebben bewoond is niet bekend. Wel dat er in 1938 een verbouwing van het station plaatsvindt, die helaas iets van de grandeur van het houten gebouw verloren doet gaan.

- Martens
Al voor het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog wordt wachtpost 20 bewoond door het gezin Martens-Damen. Hendrikus Martens (1897-1974) is afkomstig uit Budel, woont enkele jaren in Hoensbroek en vestigt zich daarna met zijn vrouw Gertruda Damen (1900-1997) in de wachtpost. Ze krijgen zes kinderen, drie meisjes en drie jongens, waarvan er een - slechts 2 weken oud - in 1933 overlijdt. De vierde in de rij, Walter, overkomt op 8-jarige leeftijd op 27 juni 1940 een noodlottig ongeval. De oorlog is dan pas zes weken oud en de eerste schermutselingen zijn achter de rug. De avond tevoren is door een groep jongens een vliegtuigbom gevonden op een akker ten noorden van Houthem. Walter wil die samen met een vriendje wel eens van dichtbij gaan bekijken. Al spelend moeten ze het projectiel hebben aangeraakt, wat een heftige explosie tot gevolg heeft. Walter is op slag dood en zijn vriendje Frans Pluymen overlijdt de volgende dag. Het voorval veroorzaakt binnen het gezin een grote wond die nooit zal helen en waarover vrijwel nooit gesproken zal worden (3).
Samenvatting3:
In 1948 worden de blokwachters van het station vervangen door stationsbeambten waardoor de blokwachters Houben, Martens en Ummels, die afkomstig is van Meerssen, een cursus moeten gaan volgen in Utrecht. Ze slagen glansrijk en zwaaien daarna met harde hand en in schitterende uniformen gestoken, de scepter op het stationsemplacement.
Het gezin Martens woont in de wachtpost tot 1960 en verhuist dan naar het St. Gerlachplein 20. Dochter Thea (1941-2016) trouwt in 1959 met Wiel Smeets (1933-2010) uit Valkenburg en het jonge paar bewoont enkele maanden de wachtpost. Op 14 november verhuizen ze naar de Pastoor Sartonstraat 5A in Valkenburg en zij krijgen later vijf kinderen. Dochter Mia Martens (1924) trouwt met Sjir Hendriks (1915-1991), die bij de Nederlandse spoorwegen werkzaam is geweest als huisschilder. En dochter Toos (1927-2018) treedt in het huwelijk met Pierre Smeets (1923-2007) uit Schin op Geul die ook werkzaam is bij de Spoorwegen, maar geen familie is van zijn zwager Wiel Smeets. De oudste zoon Jacques Martens (1923-1995) tenslotte huwt Lenie Jeuken (1928-1997) en verhuist naar Noord-Limburg, waar hij als politieman regelmatig van woonplaats wisselt.
Samenvatting4:
- Houben
Een van de bekendste stationschefs is zeker Pierre Houben (1895-1985) geweest, hoewel hij niet in de wachtpost heeft gewoond, maar onder aan de Van Caldenborghsweg een huis bouwt. Hij voert zijn functie uit tot mei 1956 als hij met pensioen gaat. Bij zijn afscheid spreken meerdere collega’s, waaronder de stationschef van Valkenburg, de heer Pijl, woorden van dank en waardering uit voor de prettige en collegiale samenwerking. Mevrouw Houben ontvangt een mooi boeket bloemen, terwijl Pierre Houben een envelop met inhoud wordt aangeboden. Hij is daarna nog jarenlang actief bij verschillende verenigingen in Houthem en ontvangt in 1976 een Koninklijke Onderscheiding. Hij overlijdt op 24 juli 1985 en is dan negentig jaar oud (4).

- Laatste bewoners
Op 25 oktober 1960 neemt stationschef Adriaan Beving (1917-2007) zijn intrek in de wachtpost, samen met zijn vrouw Maria Didden (1921-2011) en hun drie kinderen Beb, Hanny en Ineke. Hij voert zijn functie uit tot 4 november 1963 en verhuist dan naar de Van Peltstraat 52.
De laatste bewoner van de wachtpost is Antonius Weijn (1924-2001). Nadat het huis drie maanden heeft leeg gelegen neemt hij er op 3 februari 1964 zijn intrek. Hij is afkomstig van de Steenstraat in Valkenburg en is gehuwd met Martha Colaris (1926-2004). Het gezin woont er meer dan zeven jaar en vertrekt op 2 juni 1971 naar de Asterstraat 8 in Broekhem. Kort daarop wordt wachtpost 20 afgebroken en ontstaat er een lege plek naast het station, die nu als fietsenstalling dienst doet.
En steeds zijn het spoorwegbeambten die het huis bewonen, net zoals in wachtpost 21. Ze zijn baanwachter, onderhoudsmonteur, controleur van de wissels en installaties en houden het baanvak veilig. Het betekent ook dat ze regelmatig met hun gezin moeten verhuizen, vanwege de overplaatsing naar een ander werkterrein. Vandaar de soms korte verblijven in de wachtposten.
Samenvatting5:
- Kostgangers
In de periode na de Tweede Wereldoorlog vinden regelmatig ook kostgangers onderdak in de wachtpost, meestal eveneens voor korte tijd. Zo verblijft Hubertus Vincentius Jansen er van 2 juli 1948 tot 8 november van dat jaar. Hij is afkomstig van Venray en vertrekt naar Eygelshoven. Meestal zijn ze ook werkzaam bij de Nederlandse Spoorwegen en wachten ze op een definitieve standplaats of vertrekken weer als een bepaalde klus is geklaard. Zo verblijft Henricus Sleven afkomstig uit Maasniel er van 30 januari 1950 tot 11 juli van dat jaar en gaat dan weer terug naar Maasniel. Gerardus van Hoof afkomstig uit ’s-Gravenhage verblijft er in 1950 bijna zes maanden en vertrekt dan naar Nuth. Cornelis Kat woont ruim vier jaar in de wachtpost. Hij komt op 2 januari 1952 vanuit Heerlen, vertrekt pas weer op 22 mei 1956 en gaat dan naar de Bogaardlaan in Valkenburg, waar hij een hotel begint. Joseph van Ulft komt van Krabbendijke en woont in de wachtpost als kostganger van 17 augustus 1957 tot 1 maart 1958 en gaat dan in Klimmen wonen. De laatste kostganger is Cornelis Ultee, die er verblijft van 16 juli 1962 tot 4 januari 1963. Hij is van Woerden afkomstig en keert daar ook weer naar terug.

Wachtpost 21
De wachtpost 21 lag aan de onbewaakte overweg aan de Stevensweg in Vroenhof, meteen langs de spoorbaan, die vlak langs het huis liep. Deze wordt in gebruik genomen in 1890 (?). Met ingang van 1 januari 1906 wordt de naam gewijzigd in halte Vroenhof om verwarring met de halte St. Gerlach aan de Stationsweg te voorkomen. Deze gaat dan halte Houthem-St. Gerlach heten. (5)
De wachtpost is tevens stopplaats voor de treinen en de overweg is niet altijd onbewaakt geweest. Die wordt beveiligd door slagbomen die bediend worden door de baanwachter. Boeren die de omliggende akkers bewerken en die hun waren gaan verkopen op de markt in Maastricht maken er gebruik van.
Samenvatting6:
Als er gestopt moet worden waarschuwen de passagiers de conducteur en moeten er mensen met de trein mee, dan wordt er een rode vlag uitgestoken.

- Kockelmans
Een van de eerste bewoners in wachtpost 21 moet de familie Kockelmans zijn geweest, afkomstig uit Wijlre. De in Wittem geboren Laurens Kockelmans (1858-1931) getrouwd met Maria Rekko (1856-1927) is spoorwegwachter/haltechef in Vroenhof. Het echtpaar krijgt vijf kinderen, waarvan de oudste in 1891 in Wijlre geboren is. Vanaf 1894 worden de andere vier in Houthem geboren. Zoon Jos weet zich later nog te herinneren dat zijn vader 1 gulden per dag verdiende en daar zeer tevreden over was.

In 1928 wordt het perron opgeruimd. Er stoppen geen treinen meer en pas vanaf dan is de overweg onbewaakt en wordt beveiligd door een rinkelende bel en knipperende waarschuwingslichten, wanneer er een trein nadert. Dat opruimen gaat niet zonder slag of stoot. Bij de werkzaamheden wordt een bulldozer gebruikt die een 20-aderige kabel losrukt, ten gevolge waarvan de verbinding tussen Maastricht en Valkenburg wordt uitgeschakeld en de treinen danige vertraging ondervinden. Een viertal technici heeft het euvel echter, na enkele uren hard werken, weer verholpen (6).

Zie vervolg 2/2
Trefwoorden:
Geografische namen: