Frater Andreas (Jan van den Boer) ging op 13-jarige leeftijd naar de kweekschool van de Fraters van Tilburg. Hij besloot frater te worden en legde in 1863 zijn geloften af. Hij begon in het lagere onderwijs als leerkracht, maar kreeg al snel de zorg voor de ‘Latinisten’, een speciale vooropleiding voor jongens die priester wilden worden. Frater Andreas werkte in de periode 1871-1900 als leraar en directeur aan deze opleiding. De schoolkinderen noemden frater Andreas ‘de heilige frater’. Dat was niet bedoeld als een compliment, want hij kon niet goed orde houden. Aan de andere kant was hij wars van de onderwijsaanpak van zijn tijd en verfoeide hij het om kinderen te slaan en streng te straffen. Hij koos liever voor een milde en humane benadering en ging serieus met de jongens in gesprek. Hij was wel nauwgezet, niet alleen in stiptheid, maar vooral in het volgen van de congregatieregel. Ook medebroeders gingen hem 'heilig' noemen. Hij overleed plotseling in 1917. Na zijn dood ontstond er een devotie tot hem en werd zijn graf een bedevaartsplaats. Anno 2023 is opnieuw een proces tot zaligverklaring gestart.

Frater Vinckx was directeur van de Bisschoppelijke Kweekschool in Den Bosch en drie opeenvolgende termijnen, van 1957 tot 1976, overste van de Fraters van Tilburg. In zijn termijn stond hij voor de uitdaging de vernieuwingen van het Tweede Vaticaans Concilie vorm te laten krijgen binnen de congregatie. In zijn termijn had hij ook te maken met een grote stroom van uittredingen. Hij is ingetreden in 1932.

Links de grote paterskerk. Deze werd gebruikt door de paters die tot 1916 deel uitmaakten van de congregatie. De fraters gebruikten de kapel aan de achterkant van het moederhuis. De paterskapel is in 1956 gesloopt. Links boven de paterskerk het noviciaatsgebouw. Rechts naast de paterskerk het moederhuis. De voorste voorvleugel van het moederhuis is later aangebouwd. Het achterste gedeelte van de voorvleugel, dat gescheiden wordt van het voorste gedeelte door twee kleine binnenplaatsen, is het oorspronkelijke door monseigneur Zwijsen gebouwde moederhuis. De rechtervleugel van het moederhuis was het aspirantaat. Het aspirantaat volgde op het noviciaat. Rechtsachter de fraterskapel de kweekschool. De kweekschool volgde op het juvenaat te Udenhout. Vóór de kweekschool de drukkerij en vóór de drukkerij, rechts naast het moederhuis, het St. Elisabeth gasthuis (het latere Elisabethziekenhuis) waar de Zusters van Liefde van Tilburg vanaf 1838 werkzaam waren. In het gasthuis was later ook enige tijd het moederhuis gevestigd. In 1974 werd het vervangen door een nieuw gebouwd bejaardenhuis met de naam Joannes Zwijssen, dat was bedoeld voor confraters. Na 30 jaar werd het bejaardenhuis verkocht en maakte het gebouw plaats voor nieuwbouw. De naam bleef behouden.

Het raam is in Indonesië gemaakt door frater André de Veer (1933-2020) ter gelegenheid van de 75-jarige aanwezigheid van de Fraters van Tilburg in Indonesië in 1998. Afgebeeld is de Barmhartige Samaritaan, een belangrijk thema voor de spiritualiteit van de congregatie. De officiële naam van de congregatie luidt: Congregatie van Onze Lieve Vrouw van Barmhartigheid. Rechtsboven in het raam het wapen van de congregatie en onderaan het raam de tekst "1923-1998 Frater CMM Indonesia".

Op 1 december 1834 vertrok moeder Theresia (Barbara Saelmaekers) met enkele medezusters vanuit Breda naar Oosterhout, om aldaar in het gasthuis te gaan werken. Moeder Theresia had in 1831 al aan de wieg gestaan van de Gasthuiszusters van Breda, de huidige congregatie van de Franciscanessen 'Alles voor Allen'. In 1845 werden de zusters in Oosterhout een zelfstandige congregatie, onafhankelijk van het moederhuis in Breda, onder de naam: Penitenten-Recollectinen van de Onbevlekte Ontvangenis 'Charitas', later kortweg Franciscanessen van Charitas genoemd. Moeder Theresia was moeder overste van 1845 tot 1853. De foto hing begin 20e eeuw in het portaal van de kapel van het Charitasklooster te Roosendaal.

Moeder Assisie was de 3e algemeen overste.

Foto gemaakt bij de viering van het 50-jarig bestaan van het internaat en de lagere school in 1938.

Moeder Augustina is zittend geportretteerd met een rozenkrans en een boek in de hand.

Zes gekleurde afbeeldingen van klooster Mariadal te Venlo en één van Huize Winkelsteeg te Nijmegen. Daarnaast portretfoto's van moeder Augustina Hopmann (1857-1908), moeder Gundisalva Gottfring (1831-1898) en moeder Columba Anraths (1850-1918). De panelen zijn waarschijnlijk vervaardigd ter ere van het 25-jarige bestaan van klooster Mariadal te Venlo in 1907.

Ingelijste foto, vermoedelijk cadeau gedaan door mevrouw Brouwer aan de zusters. De foto is genomen vanaf het Belvedère te Nijmegen en toont het zicht op de Waal en de waalbrug in noordelijke richting, met op de voorgrond het wapen van Nijmegen in bloemen. Op de achterzijde staat vermeld "Ter verzorging van moeder en kind, Kerstmis 1951, mevr. Brouwer".

Zwart-wit foto van het front van de kerk van het Nebo-klooster te Nijmegen. Op de achterzijde van de lijst is met stift vermeld: "Weer terug op de NEBO, zomer 1948".

Op de voorgrond het Teresia-altaar van Gerard Mathot (1963) met daarop een beeld van de H. Theresia van Lisieux. Op de achtergrond het Jozef-altaar van Piet Gerrits (1930). Aan de muur hangen de kruiswegstaties die Mathot tekende en die door Hein ten Horn in de jaren 1961-1964 geweven werden. De foto heeft aan de bovenzijde een gat ter ophanging.

Pater Bernard is zittend voor een kruisbeeld gefotografeerd.

De dominicaan, pater H.J. Koolen (1877-1956) stichtte in 1919 de congregatie. Hij was kapelaan van de Sint Dominicuskerk in de Broerstraat te Nijmegen.

De congregatie van de Dienaressen van het Allerheiligst Sacrament is in 1858 te Angers (Frankrijk) gesticht door Pierre-Julien Eymard (1811-1868) en Marguerite Guilliot (1815-1885). Marguerite Guillot was als Mère Marguertite du Saint Sacrement van 1858 tot 1885 algemeen overste van de congregatie.

Mère Véronique oftewel Moeder Veronica was de stichteres van de eerste Nederlandse communiteit van Clarissen-Capucinessen, in 1919 te Amsterdam. Gedurende 21 jaar was ze abdis. Ze stierf in 1963. Vanwege haar lengte noemden de zusters haar "kleine moeder".

Caterina Lavizzari (1867-1931) trad in 1889 toe tot de Benedictinessen van het H. Sacrament in het klooster van Seregno (Italië). Van 1900 tot 1931 was ze priorin van de communiteit van dit klooster, dat in 1906 naar Ronco Ghiffa (Italië) verhuisde. Ze overleed in dat klooster in 1931. In 2007 is moeder Catharina eerbiedwaardig verklaard. Goudkleurige medaille op een magneet (1) met daarop de afbeelding van Caterina Lavizzari. Rondom de afbeelding de tekst: "Madre Caterina di Gesu' bambino Ronco Ghiffa" (Moeder Catharina van het kind Jezus, Ronco Ghiffa). Zwart-wit foto (2) van Caterina Lavizarri in een goudkleurig lijstje.

Zuster Agnes was de eerste priorin van de het klooster Fons Vitae in Oss (1955-1968).

Volgens een onderschrift dient de foto ter herinnering aan de priorinnenvergadering te Rome (29 maart - 4 april 1954). Op de foto staan onder andere mère Rumbeke (2e rij van onder links), mère Benedicta (2e rij van boven), moeder Maria van het H. Hart (2e rij van onder) en moeder Theresina (2e rij van onder, rechts).

Sebastianus van Nuenen osa is de stichter van de Augustinessen van Sint Monica. Hij was gymnasiast bij de paters Augustijnen te Eindhoven. Hij staat op de tweede rij van boven, derde links.

De foto is gemaakt ter gelegenheid van het 100-jarig bestaan van Wittem. Midden in de voorste rij zit mgr. Paolo Giobbe, de internuntius. Aan zijn linkerhand: pater A. Saut cssr, de provinciaal van de Nederlandse provincie; aan zijn rechterhand pater Schrijvers cssr, de provinciaal van de Belgische provincie en aan diens rechterhand pater A. Strijbos cssr, de rector van Wittem.

Foto dd.... van alle leerlingen en docenten

Licht gebogen kaartjes met daarop twee identieke foto's. De bijbelse onderwerpen staan vermeld op de linkerfoto's: Jésus et la samaritaine, La fuite en Egypte, La transfiguration.

Pater Kersten, witte pater, was van 1917 tot 1947 proprovinciaal en provinciaal van Nederland. De ingelijste foto hing in het klooster te Dongen.