Herwijnen; en p. Arieke van Kerkwijk, meerderjarig, ongehuwd, te Gameren. En ten verzoeke van 2. Jan Willem van Kerkwijk, burgemeester van en wonende te Gameren, voor zich en als medeuitvoerder van de laatste wil van erflaatster. Hij is tevens toeziende voogd over de genoemde drie minderjarige kinderen. Erflaatster heeft haar uiterste wil laten noteren door notaris mr. C.A. Kluit op 06-04-1838, evenzo op 05-09-1849 en 04-11-1852. De kinderen Van Empel, nagelaten door wijlen Josina van Kerkwijk, in leven weduwe van Adrianus van Empel, hebben recht op 1/3 deel; de kinderen Van Tuijl, nagelaten door wijlen Weijltje Johanna van Kerkwijk, in leven gehuwd geweest met Antonis van Tuijl ook voor 1/3 deel; Jan Willem van Kerkwijk, Johannes Catharinus van Kerkwijk, Arnolda Josina van Kerkwijk, Willemke van Kerkwijk, Adriaantje van Kerkwijk, Arieke van Kerkwijk en de minderjarige kinderen van wijlen Dirk Walraven van Kerkwijk, allen samen de kinderen resp. kleinkinderen van wijlen Jacob van Kerkwijk, in leven burgemeester van Gameren, aldaar overleden op 13-11-1851, krijgen het laatste 1/3 deel. Taxateur is Philippus Stans, timmerman, te Aarlanderveen; getuigen zijn mr. Paulus Gerardus ten Zeldam Ganswijk, kantonrechter te Alphen en diens griffier mr. Gerrit Jan Berkhoff. Inventarisatie: op de zolder op het provisiekamertje; op een logeerkamertje uitziende op de Rijn; in een bedstede; op de zolder; op een kamertje uitziende op de zolder; in de bedstede; in een kast; in een andere kast; op de vliering boven het kantoorkamertje; op een logeerkamertje boven het kantoor; op het trapgat; in de voorkamer; nog op de zolder; in de voorkamer in de vaste kast; in een slaapkamertje; in een bedstede; in een tweede vaste kast; in een derde vaste kast; in de logeerkamer; in de linnenkast; lijfklederen; Voortzetting op 08-08-1855; getuigen zijn Cornelis den Hertog, arbeider, en Dirk de Jeu, kuiper, beiden te Aarlanderveen; in het kelderportaal; in de kelder; in de gang; in

een kastje; in het kantoor; in een kast; in de keuken; in een vaste kast; in de koepelkamer; in een vaste kast; in een tweede vaste kast; in de logeerkamer in het kabinet; in de linnenkast; goud- en zilverwerk; papieren: twee onderhandse beschikkingen gedateerd 12-04-1850; in de stal; op de hooizolder; in het timmerhok; in het pakhuis; in de molen; op de turfzolder; voor de draaizolder; in de eerste wagenschuur; in de tweede wagenschuur; in een schuurtje; in de koepel; achter de tuin; in de Rijn; in het land; in de molen; op de draaizolder; in de wagenschuur; in de kalkschuur; op het erf; in de molen; in de kalkschuur; vaartuig in de Rijn; voortzetting op 09-08-1855; in de brandkast: contanten; effecten (4, 5, 4, 3, 1, 2, 1, 1, 1, 4 certificaten en 4 schuldbekentenissen; inschulden ten laste van Otto van Tuijl (ƒ 400); schuldbekentenis P.M.; vordering op Hartevelt en Roskes te Leiden ƒ 2.533,86½; verscheidene kleine vorderingen; onroerende goederen: overdrachtsbrief van 01-05-1799 van de achtkantige molen De Eendracht benevens huis, erf, stenen pakhuis, koetshuis, stalling, schuitenhuis en erf, aan de Lage Zijde, nu kadastraal C, 306, 307, 308, 309, 1384; een overdrachtsbrief van 30-06-1803 betreffende een huis, erf, tuin, genaamd De Arke, benevens vijf huisjes, alsmede vier percelen weiland, weg en tuin, aan de Lage Zijde, te Aarlanderveen, nu kadastraal C, 318 tot en met 324, 304, 305, 311 tot en met 315, 1120, 1300 en 1301; proces-verbaal van de veiling op 16-02-1831 voor notaris Van der Lee van de Oude Molenwerf der Kortsteekter Polder, te Aarlanderveen, thans kadastraal C, 301, groot 3 roeden 50 ellen; een overdrachtsbrief van 18-05-1808 van een uiterdijk aan de Hoge Rijndijk in het Zuideinde van Alphen, thans kadastraal B 195, groot 4 roeden 80 ellen; een overdrachtsbrief van 07-12-1809 van een huis en erf in het Zuideinde van Alphen, buiten het Bestrate Dorp, nr. 130, thans kadastraal drie huisjes en erf, B 196, 197, 198; akte van koop van

09-04-1839 voor notaris mr. C.A. Kluit door de erflaatster van vijf woonhuisjes en erf, onder één dak, te Alphen, kadastraal B, 200, 1222, 1223, 1224 en 1225; akte van boedelscheiding van wijlen Dirk Walraven van Kerkwijk, overleden te Gameren, voor notaris Paulus van Essen te Zaltbommel op 18-11-1818, waarbij C.S. van Kerkwijk krijgt toebedeeld 1½ morgen weiland op de Oude Weij op Gameren dijkvrij; de helft van 5 morgen/2½ morgen weiland op de Bommelse Weide op het Schependom van Bommel; 1 morgen vier hond weiland achterste Ganseland op Zuilichem; 1 morgen bouwland Rekert op Zuilichem; kadastraal Gameren, D, 309; Zaltbommel, F, 135 en 136; Zuilichem, C, 81, B, 26; eigendomsbewijs van een dam elzenbos in de Haare te Nieuwaal, te Gameren, thans kadastraal B 66 en 67, groot 8 roeden 74 ellen; akte van scheiding van de boedel van wijlen Willemke Timmer, in leven weduwe Dirk Walraven van Kerkwijk, overleden te Gameren, voor notaris Johann Martin Godfriet Hoffmann van Hove te Zaltbommel op 25-06-1821, waarbij aan C.S. van Kerkwijk toeviel: 1 bunder weiland Oude Weij op Gameren, met 8 voeten dijk in de Leendert op Zuilichem, paal 17, thans kadastraal D, 275; 2 bunders 25 roeden weiland op de Middelweijde onder Zaltbommel, thans kadastraal F, 216 en 217; 1 bunder 42 roeden weiland en ganzenland op Zuilichem, kadastraal C, 84; voortzetting op 10-08; getuigen zijn dan Cornelis den Hertog, arbeider, te Aarlanderveen, en Adrianus Horstman, tuinder, te Alphen; vervolg bewijzen van eigendom: van 12-11-1777 een erfdeling tussen Cornelis de Bie enerzijds en Maaijke den Adel, weduwe Arien de Bie, voor zichzelf en als moeder van en voogdesse over haar enig en onmondig kind in echt verwekt met wijlen Arien de Bie. Zij is universeel erfgenaam, Cornelis de Bie is toeziend voogd. Aan Maaijke den Adel is bij het lot ten deel gevallen onroerend goed te Brakel, Gelderland, 1 morgen weiland achter de Oude Dijk; 3 hond luisveld; 2 morgen 2 hond over de Jordensteeg; 7 hond

aldaar en 9 hond achter de Wetering, kadastraal B, 171, 6; E, 101 en 102; B, 157. Op Zuijlichem 4½ hond boomgaard en griend binnendijks met last van 14 voeten dijk op Nieuwaal, en 8 voet dijk in de Pakking te Zuijlichem, kadastraal A, 297, 286. Een deling tussen Peter Klop, weduwnaar Maaijke den Adel, vader van en voogd over zijn onmondig kind Cornelis Klop in echt verwekt, enerzijds en anderzijds Cornelis de Bie en Teunis den Adel, ooms en toeziende voogden over de indertijd minderjarige Adriana Maria de Bie (de erflaatster), voor de helft mede-erfgename van haar moeder Maaike den Adel, in haar eerste huwelijk met wijlen Arie de Bie in echt verwekt. Erflaatster is bij lot ten deel gevallen 2½ morgen weiland Kempeland op Zuijlichem met last van 16 voeten dijk in de Zuilichemse Vleugeldijk, kadastraal B, 30. Een transportbrief van 08-06-1791 waarbij aan erflaatster wordt overgedragen 1/8ste deel in 4 morgen 2 hond vogelkooi op Brakel, kadastraal B, 152 en 153. Een bewijs van belening door Vianen en Ameide van 03-06-1782 van 4 morgen land op Zuijlichem aan erflaatster; voorts aan papieren: een huurcontract tussen de burgemeester van Aarlanderveen en erflaatster van 01-11-1837 voor 99 jaar van een 1e klas graf op de begraafplaats te Aarlanderveen, nr. 4. Drie brandpolissen. Testament van Cornelis de Bie, overleden te Brakel op 25-01-1784 i.c. verdeling over zijn aandeel wanneer hij kinderloos zou overlijden: 1/6e deel aan de kinderen enz. van wijlen Gijsbert Evertse van de Haar ondervedeeld in 1/5e voor Geertje Evertse van de Haar; idem Anneke Everts van de Haar; idem Peter E. van de Haar; idem Maria E. van de Haar; idem de kinderen van wijlen Teuntje E. van de Haar; het tweede 1/6e deel aan de kinderen enz. van wijlen Peter den Adel, als het volgt: 1/5e deel daarvan aan Teunis den Adel; idem Elias den Adel; idem Walraven den Adel; idem de zes kinderen van Gijsbert van den oever en Cornelia den Adel; idem aan de twee kinderen van wijlen Laurens den

Adel en aan het kind van Maaike den Adel bij Peter Clop in echt verwekt, met negen, gelijkelijk voor de laatste twee vijfde delen van een zesde part; voor het derde 1/6e part: de vier kinderen van Dirk van Ardenne en Geertje den Adel , echtelieden; aan Pieter van Ardenne voor een vierde in dat zesde part; aan Teunis van Ardenne voor een vierde in een zesde part; aan Helene van Ardenne voor een vierde in een zesde part; aan Maria van Ardenne voor het overige vierde in het derde 1/6e deel; voor het vierde en vijfde part de kinderen van Gijsbertje Sterk; aan Arien van Dusseldorp voor een vierde in die twee zesde parten; aan Aart van Dusseldorp voor een vierde in die twee zesde parten; aan Jantje van Dusseldorp voor een vierde in die twee zesde parten; aan Eelke de Jong, dochter van Meerike Sterk voor het overige éénvierde in de twee zesde parten; eindelijk aan de kinderen van Gerrit, Arien, Zander, Cornelis en Johannes Kuijpers samen hoofd voor hoofd voor het overige zesde part, met inventaris van 21-02-1784 belopende ƒ 9.248,71. Alsnog gevonden obligaties ten gunste van Cornelis de Bie, groot ƒ 299, rentende 4%, van 01-11-1784 ten laste van Jan en Hendrik Oosterbaan in het Munnikkenland; idem groot ƒ 50, rentende 4%, van 15-06-1779 ten laste van H.H. van Willigen en H. van Bijsterveld, echtelieden, woonplaats ongenoemd; idem ƒ 799 van 01-05-1774 te Brakel, rentende 3½%, ten laste van Walraven den Adel, voor 1/3 Cornelis de Bie ten goede komende; idem ƒ 350 van 21-04-1787, rentende 3½%, ten laste van H. de Jong, landbode, en Luijtje Jans, echtelieden, te Zaltbommel; testament van wijlen Catharinus Samuel van Kerkwijk, echtgenoot van Erflaatster, overleden te Aarlanderveen, van 29-10-1837 voor notaris Ooijkaas, waarbij hij de erflaatster tot universele erfgename verklaarde; testament van erflaatster voor notaris mr. C.A. Kluit van 06-04-1838 waarbij zij legateert aan haar inwonende neef Johannes Catharinus van Kerkwijk een huis en erf, destijds door

erflaatster bewoond, aan de Lage Zijde, te Aarlanderveen, kadastraal C, 306, groot 5 roeden, met een trasmolen, schuur en erf, huis, schuitenhuis en tuin, kadastraal C, 307 tot en met 310, groot 16 roeden 10 ellen; verder al het materiaal van de fabriek, tufsteen, kalk, stenen, uitgezonderd het vaartuig; twee percelen weiland in de Kortsteekter Polder, te Aarlanderveen, kadastraal C, 304 en 305, groot 1 bunder 95 roeden 10 ellen; neef Van kerkwijk moet de erfgenamen hiervoor ƒ 8.000 betalen; verder legaterende aan haar nicht Juliana te West, bij haar inwonend ƒ 2.000; aan haar zuster Josina Augustina te West, te Deventer ƒ 1.000; aan haar broeder van halve bedde Cornelis Johannes Klop, polderschout, te Aalst, ƒ 1.000; aan de vier kinderen van haar oom Walraven den Adel, bouwman, te Gameren, genaamd Jan, Peter, Jenneke en Sophia ieder de som van ƒ 300; aan haar neef Gerrit Weemhof, bouwman, te Gameren, de som van ƒ 900; aan de drie kinderen van wijlen haar oom Gijsbert van den Oever in echt verwekt bij wijlen Cornelia den Adel, genaamd Peter, Arien en Grietje van den oever ieder de som van ƒ 300; aan de vier kinderen van wijlen haar nicht Willemke den Adel, gehuwd geweest met wijlen Gijsbert Haasakker, te Bruchem, samen de som van ƒ 900; aan haar neef Dirk Walraven van Kerkwijk, bierbrouwer, te Driel, ƒ 1.000; aan haar behuwdzuster Jacoba van Kerkwijk, huisvrouw van Jacob de Gram, landeigenaar, te Zaltbommel, de som van ƒ 4.000; aan de twee minderjarige kinderen van wijlen haar behuwdbroeder David van Kerkwijk, gehuwd geweest met Elisabeth Dwars, thans te Amsterdam, samen de som van ƒ 2.000, tot aan de meerderjarigheid der kinderen te beheren door de executeur; haar erfgenamen zijn dan: voor 1/3e haar behuwdzuster Josina van Kerkwijk, weduwe Adrianus van Empel, te Varik; de kinderen van wijlen haar behuwdzuster Weijltje Johanna van Kerkwijk, gehuwd geweest met Antonis van Tuijl, te Gameren, genaamd Dirk Walraven; Otto; Gijsbert Antonis en Willemke

van Tuijl, samen 1/3e deel; aan haar behuwdbroeder Jacob van Kerkwijk, burgemeester, te Gameren, het laaste 1/3e deel. Tot executeur benoemde zij genoemde Jacob van Kerkwijk die echter voor de erflaatster is overleden. Voorts een uiterste wil van 05-09-1849 voor notaris Kluit waarin de vorige wil gehandhaafd wordt, maar legaten toegevoegd: aan de Diaconie van de Hervormde Gemeente te Alphen en parochie Aarlanderveen de som van ƒ 300; aan Antje Buurman, thans meid bij erflaatster of haar opvolgster, voor ieder jaar dat zij gediend heeft na haar achttiende verjaardag de som van ƒ 25; aan Cornelis den Hertog, Pieter Oudshoorn, Pieter van Leeuwen, vaste knechten of hun opvolgers voor ieder gediend jaar na hun achttiende de som van ƒ 25; aan Lijsje Stapper, weduwe Dirk van Vliet, de som van ƒ 100; aan de weduwen van haar overleden knechts Jacob van den Berg en Cornelis Zijderlaan, ieder de som van ƒ 50; afschrift van de uiterste wil van de erflaatster van 04-11-1852 waarbij zij haar vorige testamenten bevestigt en een legaat vastlegt voor haar inwonende neef Johannes Catharinus van Kerkwijk om voor ƒ 4.000 de landerijen over te nemen in de Kortsteekter Polder met loodsen, koepel en hooiberg, kadastraal C, 301, 317, 320, 321, 322, 323 en 324, samen groot 4 bunders 26 roeden 65 ellen; een afschrift van in bewaarneming van 07-07-1855 van een akte betreffende het uitvoerderschap; ten slotte nog enkele vorderingen met een totale waarde van ƒ 1.258,65. Akte 47 van 18-08-1855. Voortzetting van de inventarisatie door notaris Jan Willem Pieter Kluit, te Alphen, met de getuigen Cornelis den Hertog, arbeider, en Dirk de Jeu, kuiper, beiden te Aarlanderveen. Er is een akte van in bewaarneming van twee stukken, gedateerd 11-08-1855; voorts de legaten: aan Johannes Catharinus van Kerkwijk alle meubelen uit de slaapkamer, het beddegoed, matrassen, ledikantje, de meubelen in de koepelkamer, de inhoud van de secretaire en de kastjes, de tilbury, paard, tuig enz., idem

de inhoud van keuken en kelder; aan Juliana te West de inhoud van het kamertje boven de koepelkamer, bed, matrassen, verdere meubelen; aan de kinderen van Jan, Peter, Jenneke en Sophia den Adel al haar onderklederen, een paar gouden oorringen, zilveren snuifdoos, dito pepermuntdoosje, speldendoosje, knipje, naaldenkoker en vingerhoed, ter verdeling; aan de dochter van Jan den Adel, genaamd Adriana Maria, een paar juwelen oorringen; aan Wilmke, Jaantje en Arike van Kerkwijk een gouden halsketting, een dito bloedkoralen, twee ringetjes, een zilveren breimandje, een dito breikoker, een zilveren tas met ketting; ter verdeling aan de vijf dochters van wijlen A. van Empel haar bovenklederen, voorts 19 gouden ducaten, een gouden rijder, twee halve dito, edeelhebber moet ook zijn S. van Tuijl; aan Adriana Maria van Genderen de bijbel met twee gouden sloten van de erflaatster, een juwelen ring met blauwe steen; aan haar zuster Margaretha van Genderen een juwelen ring met paarse steen; aan Jacoba van Kerkwijk, J.C. van Kerkwijk, de kinderen van wijlen A. van Empel, Juliana te West, de kinderen van wijlen A. van Tuijl, alles wat in het kabinet aan lakens, slopen, tafelgoed, handdoeken of daarbuiten aanwezig is; aan de zoon van A. van Os en wijlen M. Klop het gouden repetietiehorloge met dito ketting en de zilveren inktkoker; eindelijk aan weduwe Zandbult ƒ 400. Schulden en lasten: kosten van ziekte en overlijden; aan de erfgenamen Cornelis de Bie (fideï-commissair)ƒ 9.248,71; alle schuldeisers; totaal ƒ 20.364,97½.