Uw zoekacties: Eerstaanwezend ingenieur der genie te Utrecht, 1814-1845

311 Eerstaanwezend ingenieur der genie te Utrecht, 1814-1845 ( Het Utrechts Archief )

Uitleg bij archieftoegang

Een archieftoegang geeft uitgebreide informatie over een bepaald archief.

Een archieftoegang bestaat over het algemeen uit de navolgende onderdelen:

• Kenmerken van het archief
• Inleiding op het archief
• Inventaris of plaatsingslijst
• Eventueel bijlagen

De kenmerken van het archief zijn o.m. de omvang, vindplaats, beschikbaarheid, openbaarheid en andere.

De inleiding op het archief bevat interessante informatie over de geschiedenis van het archief, achtergronden van de archiefvormer en kan ook aanwijzingen voor het gebruik bevatten.

De inventaris of plaatsingslijst is een hiërarchisch opgebouwd overzicht van beschreven archiefstukken. De beschrijvingen zijn formeel en globaal. Het lezen en begrijpen van een inventaris behoeft enige oefening en ervaring.

Bij het zoeken in de inventaris wordt de hiërarchie gevolgd. De rubrieken in de inventaris maken deel uit van de beschrijving op een lager niveau. Komt de zoekterm in een hoger niveau voor, dan voldoen onderliggende niveaus ook aan de zoekvraag.

beacon
 
 
Inleiding
Korps ingenieurs der genie
Eerstaanwezend ingenieurs
Eerstaanwezendschap Utrecht
311 Eerstaanwezend ingenieur der genie te Utrecht, 1814-1845
Inleiding
Eerstaanwezendschap Utrecht
Organisatie: Het Utrechts Archief
De inrichting van het eerstaanwezendschap Utrecht dateert van 12 mei 1814 en hangt nauw samen met de aanleg van de Nieuwe Hollandse Waterlinie, waartoe in hetzelfde jaar werd besloten. Deze linie diende ter vervanging van de Oude Hollandse Waterlinie, die de zeventiende eeuw als basis voor de landverdediging van de Republiek had gediend. Het tracé van de nieuwe linie kreeg een meer oostelijk verloop dan de oude en volgde een lijn vanaf Naarden-Nieuwersluis-Utrecht-Vrees-wijk-Gorinchem-Nieuwe Merwede. Utrecht vormde een belangrijke schakel in deze linie en kreeg derhalve de status van vesting. In de jaren 1816-1824 werd een aaneengesloten linie van zes forten aangelegd rondom de stad: Biltstraat (1816), Blauwkapel (1817), Vossegat (1817), De Klop (1819), De Gagel (1819) en de vier Lunetten (1819-1824). Een tweede linie volgde later in de negentiende eeuw met de aanleg van de forten Rhijnauwen, Vechten, Ruigenhoek en Voordorp (1867-1870). Bij de aanleg van deze forten hoorde ook een uitgewerkt inundatiestelsel.
De provincie Utrecht, met het eerstaanwezendschap Utrecht en het in 1841 opgerichte eerstaanwezendschap Amersfoort, behoorde vanaf 1814 steeds tot de Eerste of westelijk directie. Ook Noord- en Zuid-Holland en na 1841 Zeeland werden hiertoe gerekend. De directeur van deze directie zetelde achtereenvolgend in Den Haag en Delft (1814), Amsterdam (1815), Utrecht (1832) en Den Haag (1841). In 1849 werd de Eerste directie samen met de Tweede of oostelijke directie (Friesland, Groningen, Drenthe, Overijssel en Gelderland) verenigd in de Eerste inspectie van fortificatiën, met Utrecht als standplaats.
Archief
Literatuur
Inventaris

Kenmerken

Datering:
1814-1845
Toegangstitel:
Inventaris van het archief van de eerstaanwezend ingenieur der genie te Utrecht 1814-1845 (1849)
Auteur:
C. Dekker en F.H.C. Weijtens
Datering toegang:
1970
Datering bewerking:
2002
Openbaarheid:
Volledig openbaar
Rechtstitel:
Overbrenging van een overheidsarchief
Omvang:
13 bladen tekeningen; 5,18 m oude verpakking
Categorie: