311 Eerstaanwezend ingenieur der genie te Utrecht, 1814-1845 ( Het Utrechts Archief )
311
Eerstaanwezend ingenieur der genie te Utrecht, 1814-1845
Inleiding
Eerstaanwezend ingenieurs
311 Eerstaanwezend ingenieur der genie te Utrecht, 1814-1845
Inleiding
Eerstaanwezend ingenieurs
In eerste instantie werden de vestingen in het koninkrijk verdeeld over een drietal directies maar na de vereniging met België in 1815 werden deze uitgebreid tot zes, om na de afscheiding weer te worden verminderd tot drie. In 1849 werden de bestaande directies van fortificatiën in het kader van bezuinigingen opgeheven. Daarvoor in de plaats kwamen twee Inspecties van fortificatiën.
Binnen elke directie werden de diverse vestigingen geplaatst onder toezicht van een officier uit het Korps der genie: de eerstaanwezend ingenieur. In tijden van vrede was deze belast met het toezicht op alle werkzaamheden met betrekking tot de fortificatiën en militaire gebouwen van zijn vesting. Daartoe werd ook gerekend het toezicht op de bijbehorende inundatiewerken (sluizen, kokers, heulen en waterkeringen); indien er iets mankeerde, moest hij dit rapporteren aan zijn directeur.
Elke officier die met de zorg van een vesting werd belast, van welke rang ook, diende binnen drie maanden na zijn aankomst een plan van aanval en verdediging te ontwerpen. Voorts had hij het toezicht op alle bouw-, meet- en karteringsactiviteiten in de zogenaamde verboden kringen: die delen van het terrein waar dergelijke activiteiten het zicht en het schootsveld nadelig konden beïnvloedden of spionage konden vereenvoudigen. Ook moest hij de onder zijn gezag staande rijkseigendommen behoeden voor 'roverijen' en andere ongeregeldheden. Verder was de EAI in vredestijd verantwoordelijk voor:
- Het bijhouden van een journaal over alle gebeurtenissen en administratieve handelingen, die betrekking hebben op de dienst der fortificatiën die in zijn ressort voorvielen.
- Het bijhouden van een specifiek bouwkundig journaal, zodat de meetgegevens met betrekking tot de bodemgesteldheid, waterpeil, aanleg en reparatie van werken enz. bewaard zouden blijven.
- Het bewaren van 'Kaarten, plans en memorien van defensie', na te zijn gewaarmerkt en geregistreerd door het Topografisch Bureau.
- Het indienen van een rapport bij zijn directeur, iedere derde dag van de maand, betreffende alles wat ten aanzien van zijn dienst in de voorgaande maand was voorgevallen.
- Het op behoorlijke wijze archiveren van de correspondentie met alle militaire en civiele autoriteiten, waarmee hij in zijn functie te maken had.
- Het in bewaring houden van de sleutels van alle sluitingen van de toegangen tot de vesting ook die van sluizen, bomen, kokers en heulen, ofschoon deze ter verantwoording van de plaatselijke commandant zijn gesteld.
- Het bijhouden van een journaal over alle gebeurtenissen en administratieve handelingen, die betrekking hebben op de dienst der fortificatiën die in zijn ressort voorvielen.
- Het bijhouden van een specifiek bouwkundig journaal, zodat de meetgegevens met betrekking tot de bodemgesteldheid, waterpeil, aanleg en reparatie van werken enz. bewaard zouden blijven.
- Het bewaren van 'Kaarten, plans en memorien van defensie', na te zijn gewaarmerkt en geregistreerd door het Topografisch Bureau.
- Het indienen van een rapport bij zijn directeur, iedere derde dag van de maand, betreffende alles wat ten aanzien van zijn dienst in de voorgaande maand was voorgevallen.
- Het op behoorlijke wijze archiveren van de correspondentie met alle militaire en civiele autoriteiten, waarmee hij in zijn functie te maken had.
- Het in bewaring houden van de sleutels van alle sluitingen van de toegangen tot de vesting ook die van sluizen, bomen, kokers en heulen, ofschoon deze ter verantwoording van de plaatselijke commandant zijn gesteld.
In tijden van oorlog had de EAI zitting in de Raad van defensie van zijn vesting. Alleen met zijn instemming mocht tot overgave van de vesting worden besloten. Ingeval van orders tot inundatie, was de EAI met de uitvoering belast. Al het daartoe benodigde materieel, zoals sluizen en kokers, viel direct onder zijn verantwoordelijkheid. Ten tijde van een belegering diende hij een gedetailleerd journaal bij te houden waarin hij aantekening hield van de ontvangen orders, de door hem aangewende middelen tot defensie en de voorvallen die bij de belegering plaatsvonden. Na afloop van de strijd moest hij het journaal inleveren bij het Departement van Oorlog, waar het bewaard diende te worden in het Archief van Oorlog.
laatste wijziging 05-01-2013
105 beschreven archiefstukken
85 gedigitaliseerd
totaal 18.843 bestanden
Inventaris
laatste wijziging 05-01-2013
105 beschreven archiefstukken
85 gedigitaliseerd
totaal 18.843 bestanden
Kenmerken
Datering:
1814-1845
Toegangstitel:
Inventaris van het archief van de eerstaanwezend ingenieur der genie te Utrecht 1814-1845 (1849)
Auteur:
C. Dekker en F.H.C. Weijtens
Datering toegang:
1970
Datering bewerking:
2002
Openbaarheid:
Volledig openbaar
Rechtstitel:
Overbrenging van een overheidsarchief
Omvang:
13 bladen tekeningen; 5,18 m oude verpakking
Rubrieken:
Categorie:
- Zonder categorie
laatste wijziging 05-01-2013
105 beschreven archiefstukken
85 gedigitaliseerd
totaal 18.843 bestanden