14.D030 Klooster der Witte Vrouwen Maastricht ( Historisch Centrum Limburg, te Maastricht )
14.D030
Klooster der Witte Vrouwen Maastricht
Inleiding
Historische inleiding
Geschiedenis van het archief
Verantwoording van de inventaris
Gebruikershandleiding
laatste wijziging 30-04-2024
334 beschreven archiefstukken
Inventaris
laatste wijziging 30-04-2024
334 beschreven archiefstukken
Regesten
9 1262 februari 8
Paus Urbanus IV oorkondt dat hij bij het klooster van de heilige Maria Magdalena te Maastricht (Monasterium Sancte Marie Magdalene Traiectensis Leodiensis diocesis) in zijn bescherming neemt en dat hij bevestigt dat voornoemd klooster moet worden beschouwd als een "ordo canonicus", levend volgens de regel van de H. Augustinus en de instituties van de broeders van het klooster van Sint Victor te Parijs. Bovendien bevestigt Urbanus het klooster in al zijn huidige en toekomstige bezittingen en verklaart dat niemand tienden van hen mag eisen. Verder mag het klooster ook vrijen en vrijgelatenen "e saeculo fugientes"ter bekering opnemen (recipere ad conversionen). Geen geprofeste zuster mag het klooster verlaten, tenzij met toestemming van de priorin. De bisschop zal zorg dragen voor de wijding van de kerk en de altaren en zal tevens aanwezig zijn bij de inkleding en professie van de religieuzen. Niemand mag zonder toestemming van de bisschop binnen de grenzen van hun grondgebied een nieuwe kapel oprichten. Ook krijgen de zusters het recht iedereen vrij in hun kloosterkerk te begraven en de hun toekomende tienden en bezittingen op te eisen. Tenslotte bevestigt de paus het klooster in alle vrijheden en immuniteiten, door vroegere pausen, koningen en andere heersers verleend.
Paus Urbanus IV oorkondt dat hij bij het klooster van de heilige Maria Magdalena te Maastricht (Monasterium Sancte Marie Magdalene Traiectensis Leodiensis diocesis) in zijn bescherming neemt en dat hij bevestigt dat voornoemd klooster moet worden beschouwd als een "ordo canonicus", levend volgens de regel van de H. Augustinus en de instituties van de broeders van het klooster van Sint Victor te Parijs. Bovendien bevestigt Urbanus het klooster in al zijn huidige en toekomstige bezittingen en verklaart dat niemand tienden van hen mag eisen. Verder mag het klooster ook vrijen en vrijgelatenen "e saeculo fugientes"ter bekering opnemen (recipere ad conversionen). Geen geprofeste zuster mag het klooster verlaten, tenzij met toestemming van de priorin. De bisschop zal zorg dragen voor de wijding van de kerk en de altaren en zal tevens aanwezig zijn bij de inkleding en professie van de religieuzen. Niemand mag zonder toestemming van de bisschop binnen de grenzen van hun grondgebied een nieuwe kapel oprichten. Ook krijgen de zusters het recht iedereen vrij in hun kloosterkerk te begraven en de hun toekomende tienden en bezittingen op te eisen. Tenslotte bevestigt de paus het klooster in alle vrijheden en immuniteiten, door vroegere pausen, koningen en andere heersers verleend.
14.D030 Klooster der Witte Vrouwen Maastricht
Regesten
9
1262 februari 8
Paus Urbanus IV oorkondt dat hij bij het klooster van de heilige Maria Magdalena te Maastricht (Monasterium Sancte Marie Magdalene Traiectensis Leodiensis diocesis) in zijn bescherming neemt en dat hij bevestigt dat voornoemd klooster moet worden beschouwd als een "ordo canonicus", levend volgens de regel van de H. Augustinus en de instituties van de broeders van het klooster van Sint Victor te Parijs. Bovendien bevestigt Urbanus het klooster in al zijn huidige en toekomstige bezittingen en verklaart dat niemand tienden van hen mag eisen. Verder mag het klooster ook vrijen en vrijgelatenen "e saeculo fugientes"ter bekering opnemen (recipere ad conversionen). Geen geprofeste zuster mag het klooster verlaten, tenzij met toestemming van de priorin. De bisschop zal zorg dragen voor de wijding van de kerk en de altaren en zal tevens aanwezig zijn bij de inkleding en professie van de religieuzen. Niemand mag zonder toestemming van de bisschop binnen de grenzen van hun grondgebied een nieuwe kapel oprichten. Ook krijgen de zusters het recht iedereen vrij in hun kloosterkerk te begraven en de hun toekomende tienden en bezittingen op te eisen. Tenslotte bevestigt de paus het klooster in alle vrijheden en immuniteiten, door vroegere pausen, koningen en andere heersers verleend.
Paus Urbanus IV oorkondt dat hij bij het klooster van de heilige Maria Magdalena te Maastricht (Monasterium Sancte Marie Magdalene Traiectensis Leodiensis diocesis) in zijn bescherming neemt en dat hij bevestigt dat voornoemd klooster moet worden beschouwd als een "ordo canonicus", levend volgens de regel van de H. Augustinus en de instituties van de broeders van het klooster van Sint Victor te Parijs. Bovendien bevestigt Urbanus het klooster in al zijn huidige en toekomstige bezittingen en verklaart dat niemand tienden van hen mag eisen. Verder mag het klooster ook vrijen en vrijgelatenen "e saeculo fugientes"ter bekering opnemen (recipere ad conversionen). Geen geprofeste zuster mag het klooster verlaten, tenzij met toestemming van de priorin. De bisschop zal zorg dragen voor de wijding van de kerk en de altaren en zal tevens aanwezig zijn bij de inkleding en professie van de religieuzen. Niemand mag zonder toestemming van de bisschop binnen de grenzen van hun grondgebied een nieuwe kapel oprichten. Ook krijgen de zusters het recht iedereen vrij in hun kloosterkerk te begraven en de hun toekomende tienden en bezittingen op te eisen. Tenslotte bevestigt de paus het klooster in alle vrijheden en immuniteiten, door vroegere pausen, koningen en andere heersers verleend.
Datering:
1262 februari 8
Notabene:
Origineel: Bibl. Nat. Parijs, ms. lat. nr. 9316: 1.
Afschrift in het "register der documenten", inv.nr. 4, fol. 15.
Gedrukt: in: M. Pia Coenegracht, (1960). Het ontstaan van de Brabantse Witte Vrouwen, Ons Geestelijk Erf, XXXXIV, afl. 1, p. 87.
Afschrift in het "register der documenten", inv.nr. 4, fol. 15.
Gedrukt: in: M. Pia Coenegracht, (1960). Het ontstaan van de Brabantse Witte Vrouwen, Ons Geestelijk Erf, XXXXIV, afl. 1, p. 87.
Opmerking:
Paus Urbanus IV werd 1261 augustut 29 tot paus gekozen en september 4 gekroond. Derhalve moet bij de datering paasstijl zijn gebruikt. Zie: H. Grotefend, Taschenbuch der Zeitrechnung.
Zie ook:
Organisatie: Historisch Centrum Limburg, te Maastricht
laatste wijziging 09-03-2017
laatste wijziging 30-04-2024
334 beschreven archiefstukken
Kenmerken
Datering:
1253-1796
Auteur:
H.Th.M. Roosenboom
Omvang m1:
3,6 - 51 charters
Inventaris:
Inventaris van het archief van het klooster der Witte Vrouwen te Maastricht. Inventarissenreeks RAL 5 (Maastricht 1972)
Opmerking:
12 oorkondes berusten in de Bibliothèque Nationale te Parijs
Categorie:
laatste wijziging 30-04-2024
334 beschreven archiefstukken