Uw zoekacties: Wat blijft is het verhaal. T.H. Spijker-Moll, 1999
Wat blijft is het verhaal. T.H. Spijker-Moll, 1999 ( Fries Film en Audio Archief )
beacon
 
 
Erfgoedstuk
Datering:
1999
Titel:
Wat blijft is het verhaal. T.H. Spijker-Moll
Maker:
Fries Verzetsmuseum
Opdrachtgever:
Fries Verzetsmuseum
Samenvatting inhoud:
Mevrouw Spijker-Moll vertelt aan een schoolklas over haar verblijf in voormalig Nederlands-Indië (nu: Indonesië) tijdens de Tweede Wereldoorlog.
Voor de oorlog vlogen er geen vliegtuigen naar Nederlands-Indië. Eens in de 6 jaar mochten mensen met groot verlof naar Nederland. Als kind groeide ze op zonder grootouders, ooms en tantes etc. Haar laatste bezoek aan Nederland was toen ze 2 jaar oud was, bij het volgende was alleen één opa nog in leven. Haar vader werd vaak overgeplaatst van het ene naar het andere eiland. Als kind ging ze naar 7 verschillende lagere scholen: ze steeds andere vriendjes en vriendinnetjes. Haar oudere broers gingen naar Nederland naar de middelbare school, waardoor ze als enig kind overbleef.
Na het begin van de oorlog in 1940 was er geen contact meer mogelijk met familie in Nederland en in 1941 brak de oorlog in Azië uit. In september 1941 werd haar vader overgeplaatst naar Batavia (nu Jakarta), ze ging daar naar het lyceum. Door de agressie van de Japanse bezetter viel het dagelijkse leven steeds meer stil, ook haar school stopte. Na een paar dagen thuiszitten ging ze weer naar buiten en zag daar een groep krijgsgevangenen een greppel graven in de tropische hitte. De Japanners trokken haar van de fiets en sloegen haar omdat ze niet een diepe buiging had gemaakt. Haar vader werd thuis ook geslagen, ze besefte dat hij niet langer zijn gezin kon beschermen. De geborgenheid van vroeger was er niet meer. Later werden blanke jonge mannen vanaf 16 jaar opgepakt door de Japanners om dwangarbeid te verrichten.
Vervolg samenvatting inhoud:
De Japanners streefden naar een groot Aziatisch rijk, zonder Nederlanders. Deze kleine volledig blanke Nederlandse minderheid zat al snel zonder geld en personeel. De Nederlanders werden overgebracht naar honderden kampen in een beschermde wijk met prikkeldraad en bamboe omheining. In de kampen zaten in totaal meer dan 10.000 mensen. Hun huizen werden geannexeerd door de Japanners. Mevrouw Spijker had het geluk dat ze kleine kinderen mocht begeleiden.
In 1943 gingen de kampen op slot, radio’s moesten weg, voedsel van buiten werd verboden, extern contact was niet meer mogelijk. Eten was alleen verkrijgbaar via de gaarkeuken, waar mevrouw Spijker ging werken. Een volwassene kreeg 60 gram rijst, een kind 30 gram.
Elke dag moesten de kampbewoners zich opstellen in rijen om geteld te worden, een foute telling werd afgestraft door zweep- of bamboeslagen. In één gezinshuis zaten soms 120 mensen met slechts 1 toilet, douche en wastafel. Door de vervuiling kregen mensen zeer besmettelijke tropische en darmziektes zoals hepatitis A en geelzucht. Ook mevrouw Spijker werd ziek en verloor daardoor haar baantje bij de gaarkeuken. Ze miste de gezelligheid in de keuken, ondanks de honger en vlooien. Toen ze hersteld was kon ze aan de slag in een geïmproviseerd kinderziekenhuis, daar hielp ze uitgedroogde kleine kinderen en vertelde hen verhalen. Ook ondersteunde ze Engelse vrouwen en kinderen in het ziekenhuis. Voor het eerst zag ze kinderen met hongeroedeem met een opgezette buik. Dat greep haar zo aan dat ze een tijd niet kon praten en lopen. Pas veel later kon ze over deze periode praten.
Op 3 mei 1946 is de hele familie terug in Nederland maar haar vader overlijdt vrij snel daarna.
Ze herinnert de kinderen eraan dat kinderen recht hebben op sociale verzorging volgens de Rechten van de Mens. Ook vluchtelingen hebben veel meegemaakt, daarom moeten we niet te snel oordelen.
Ze kan niet tegen onrecht en vindt dat je je hart moet laten spreken.
Bronformaat:
Video
Kleur:
Kleur
Geluid:
Ja
Duur:
29 minuten
Collectie:
Fries Verzetsmuseum