In 1970 achtten Burgemeester en Wethouders het wenselijk om, voor zover mogelijk, de commissies waarvan de werkkringen de aangelegenheden betreffen, waarmede volgens de verdeling van de werkzaamheden van het college één bepaalde wethouder is belast, door één commissie te vervangen. Met de wijziging van de Verordening vaste Raadscommissie Verz. 1967 no.1 (raadsbesluit van 14 september 1970, Bijl. no. 464) werden de raadscommissie voor Diensten en Bedrijven (EZ) *  en de raadscommissie voor Economische Ontwikkeling *  samengevoegd tot de nieuwe raadscommissie voor Economische Zaken.

De werkkring van de raadscommissie voor Economische Zaken bestond uit het adviseren en bijstaan van Burgemeester en Wethouders ten aanzien van:
- algemene aangelegenheden van belang voor de economische ontwikkeling van de gemeente;
- aangelegenheden betreffende het vreemdelingenverkeer, het toerisme, het Nederlands Congresgebouw, middenstandsvraagstukken, het haven- en marktwezen, het slachthuiswezen, het consumptieve kredietwezen, de stadsreiniging en de statistiek;
- bij het beheer van de Gemeentelijke Dienst van Haven- en Marktwezen, het Openbaar Slachthuis, de Gemeentelijke Kredietbank en de Gemeentelijke Drukkerij en de Gemeentelijke Reinigingsdienst en Vervoerscentrale.

In 1971 werd met de Verordening openbaarheid commissievergaderingen het beginsel van openbaarheid van vergaderingen van vaste raadscommissies ingevoerd (Verz. no. 4 van 1971, raadsbesluit van 22 maart 1971; in werking getreden met ingang van 1 april 1971, Bijl. no. 158). Met de wijziging van de Verordening vaste Raadscommissies Verz. 1967 no. 1 (raadsbesluit van 7 januari 1974, Bijl. no. 509) werd dit met een nieuw artikel vastgelegd. Met de wijziging van de Verordening vaste Raadscommissies Verz. 1967 no.1 (raadsbesluit van 13 september 1982, Bijl. no. 434) werd de raadscommissie voor de Produktiebedrijven op grond van de nieuwe taakverdeling van het College van B&W opgeheven en haar werkkring toegevoegd aan de raadscommissie voor Economische Zaken.

De werkkring van de raadscommissie voor Economische Zaken bestond toen uit het adviseren en bijstaan van Burgemeester en Wethouders ten aanzien van:
- de economische ontwikkeling en structuur; de werkgelegenheid; toerisme en promotie; het midden- en kleinbedrijf; de havens en het marktwezen;
- aangelegenheden betreffende gas-, elektriciteits- en drinkwatervoorziening;
- bij het beheer van de Gemeentelijke Dienst van Haven- Marktwezen, de Keuringsdienst voor slachtdieren en voor vlees, de Gemeentelijke Kredietbank, de Dienst der Gemeentereiniging, het Gemeentelijk Energiebedrijf en de Duinwaterleiding.

Met de wijziging van de Verordening vaste Raadscommissies Verz. 1967 no. 1 (raadsbesluit van 12 mei 1986, Bijl. no. 197) werd de naam van de raadscommissie voor Economische Zaken veranderd in de raadscommissie voor Sociale en Economische Zaken en Werkgelegenheidsbevordering. De werkkring van de raadscommissie voor Sociale en Economische Zaken en Werkgelegenheidsbevordering bestond toen uit het adviseren en bijstaan van Burgemeester en Wethouders ten aanzien van:
- de economische ontwikkeling en -structuur; de stimulering en bevordering van de werkgelegenheid, toerisme, de economische promotie, het midden- en kleinbedrijf, de havens en het marktwezen, de uitgifte van de volgende bedrijfsterreinen: Kerketuinen, Zichtenburg, Binckhorst, Zeehavens, Laakhaven (na beslissing over reconstructie);
- het beheer van de Gemeentelijke Sociale Dienst en de Gemeentelijke Dienst voor Arbeidsvoorzieningen (beide diensten voor zover het betreft de werkloosheidsbestrijding), de Gemeentelijke Kredietbank, de Gemeentelijke Dienst Haven- en Marktwezen, het Industrieschap De Plaspoelpolder, het Industrieschap Zoeterhage.

Met de wijziging van de Verordening vaste Raadscommissies Verz. 1967 no. 1 (raadsbesluit van 14 september 1989, Bijl. no. 295) werd de werkkring van de raadscommissie voor Sociale en Economische Zaken en Werkgelegenheidsbevordering gewijzigd in het adviseren en bijstaan van Burgemeester en Wethouders ten aanzien van:
- de economische ontwikkeling en -structuur; de stimulering en bevordering van de werkgelegenheid, de bestrijding van de werkloosheid, het minimabeleid, het sociale zekerheidsbeleid, de sociale werkvoorziening, toerisme, de economische promotie, het midden- en kleinbedrijf; de havens en het marktwezen, de uitgifte van en de ruimtelijke ordeningsprocedures met betrekking tot de volgende bedrijfsterreinen: Kerketuinen, Zichtenburg, Binckhorst, Zeehavens, Laakhaven;
- het beheer van de Gemeentelijke Sociale Dienst (met uitzondering van de wijk- en dienstencentra), de Gemeentelijke Dienst voor Arbeidsvoorzieningen, de Dienst Geldzaken (Gemeentelijke Kredietbank), de Gemeentelijke Dienst Haven- en Marktwezen, de Dienst Stadsontwikkeling/ Grondzaken (uitgifte van een aantal bedrijfsterreinen), het Industrieschap De Plaspoelpolder, het Industrieschap Zoeterhage en het Forepark.

Met de wijziging van de Verordening vaste Raadscommissies Verz. 1967 no. 1 (raadsbesluit van 3 mei 1990, Bijl. no. 153) werd de raadscommissie voor Sociale en Economische Zaken en Werkgelegenheidsbevordering samengevoegd met raadscommissie Personeelszaken en Organisatie tot de nieuwe raadscommissie voor Werkgelegenheid, Economische en Sociale Zaken, Personeelszaken en Organisatie.