Uw zoekacties: Maatschappij van Lijfrenten te Groningen, 1854 - 1900

378 Maatschappij van Lijfrenten te Groningen, 1854 - 1900 ( Groninger Archieven )

Uitleg bij archieftoegang

Een archieftoegang geeft uitgebreide informatie over een bepaald archief.

Een archieftoegang bestaat over het algemeen uit de navolgende onderdelen:

• Kenmerken van het archief
• Inleiding op het archief
• Inventaris of plaatsingslijst
• Eventueel bijlagen

De kenmerken van het archief zijn o.m. de omvang, vindplaats, beschikbaarheid, openbaarheid en andere.

De inleiding op het archief bevat interessante informatie over de geschiedenis van het archief, achtergronden van de archiefvormer en kan ook aanwijzingen voor het gebruik bevatten.

De inventaris of plaatsingslijst is een hiërarchisch opgebouwd overzicht van beschreven archiefstukken. De beschrijvingen zijn formeel en globaal. Het lezen en begrijpen van een inventaris behoeft enige oefening en ervaring.

Bij het zoeken in de inventaris wordt de hiërarchie gevolgd. De rubrieken in de inventaris maken deel uit van de beschrijving op een lager niveau. Komt de zoekterm in een hoger niveau voor, dan voldoen onderliggende niveaus ook aan de zoekvraag.

beacon
 
 
Inleiding
Op initiatief van de hoogleraar in de godgeleerdheid prof.ds. P. Hofstede de Groot te Groningen werd op 17 februari 1854 te Groningen opgericht de Maatschappij van Lijfrente te Groningen.Met de oprichting beoogden de oprichters, aan mensenvrienden de gelegenheid te geven op een voor hun kinderen of vrienden op voordelige wijze deel te nemen in een Fonds, waarmee geen voordeel voor de oprichters wordt bedoeld, maar waaruit algemeen nuttige inrichtingen kunnen worden gesticht of ondersteund. De jaarlijkse renten zouden alzo strekken, gedeeltelijk tot voordeel van de deelnemers, gedeeltelijk ten behoeve van nuttige inrichtingen, zoals dit in artt. 5 en 10 van het reglement nader is uiteengezet. De verdere bepalingen voor het beheer van deze maatschappij en het bij haar gevestigde reservefonds vindt men meegedeeld in het archief van de Maatschappij berustende reglement van 1854, herzien in 1880. Het bestuur van de Maatschappij bestond uit vijf leden, waarvan er jaarlijks één aftrad en herkiesbaar was. De keuze van de bestuursleden berusste oorspronkelijk bij "eene commissie van de vijf hoogste en vroegste, in de provincie Groningen wonende, deelhebbers", waarvoor sedert de herzieining van het reglement in 1880 ook in de plaats kon treden het bestuur over de Instelling voor Pleegzusters en Toevluchtsoord voor meisjes te Groningen. Aan deze commissie moest ook door het Bestuur jaarlijks rekening en verantwoording worden afgelegd.
Na een bestaan van de Maatschappij gedurende 45 jaren, verklaarde het Bestuur, dat de Maatschappij slechts in geringe mate had beantwoord aan het bij de oprichting beoogde doeld en meende dit aan een samenloop van oorzaken te moeten wijten, als te geringe deelname van deelhebbers, verlaagde rentestandaard, gebrekkige grondslagen, enz. Het Bestuur bovendien voorziende, dat het steeds moeilijker zou worden om ter voldoening aan de bepalingen van het reglement, geschikte personen uit het gering aantal deelnemers te kiezen, die genegen zouden worden bevonden de vrij ingewikkelde administratie van het fonds gratis te voeren, besloot de medewerking van de deelhebbers in te roepen tot algehele opheffing van de Maatschappij.
Alle deelhebbers verklaarden zich schriftelijk daartoe bereid en zo werd op 1 januari 1900 de Maatschappij opgeheven. De deelhebbers verlangen herbij terug het geld indertijd op hun lijf gestort, terwijl een bedrag van bijna ? 17.000,-- aan verschillende nuttige inrichtingen te Groningen werd uitgekeerd. Het Bestuur besloot in zijn laatste vergadering van 26 maart 1900 het archief van de Maatschappij te plaatsen in het Rijksarchief in de provincie Groningen.

Kenmerken

Beschrijving:
Inventaris van het archief der Maatschappij van Lijfrenten te Groningen
Bewerker:
J.A. Feith
Behoort tot collectie:
Rijk
Laatste Publicatie:
1997
Omvang:
0,25 m standaardarchiefberging