Uw zoekacties: Klooster Sint Elisabethsdal van Reguliere Kanunnikken van Si...

14.D035 Klooster Sint Elisabethsdal van Reguliere Kanunnikken van Sint Augustinus te Nunhem, 1240-1797 ( Historisch Centrum Limburg, te Maastricht )

Uitleg bij archieftoegang

Een archieftoegang geeft uitgebreide informatie over een bepaald archief.

Een archieftoegang bestaat over het algemeen uit de navolgende onderdelen:

• Kenmerken van het archief
• Inleiding op het archief
• Inventaris of plaatsingslijst
• Eventueel bijlagen

De kenmerken van het archief zijn o.m. de omvang, vindplaats, beschikbaarheid, openbaarheid en andere.

De inleiding op het archief bevat interessante informatie over de geschiedenis van het archief, achtergronden van de archiefvormer en kan ook aanwijzingen voor het gebruik bevatten.

De inventaris of plaatsingslijst is een hiërarchisch opgebouwd overzicht van beschreven archiefstukken. De beschrijvingen zijn formeel en globaal. Het lezen en begrijpen van een inventaris behoeft enige oefening en ervaring.

Bij het zoeken in de inventaris wordt de hiërarchie gevolgd. De rubrieken in de inventaris maken deel uit van de beschrijving op een lager niveau. Komt de zoekterm in een hoger niveau voor, dan voldoen onderliggende niveaus ook aan de zoekvraag.

beacon
 
 
Inleiding
Regesten
3 1240 oktober 9 "Anno Domini millesimo ducentesimo quadragesimo mense octobri in festo sancti Dionisii"

Theodericus, heer van Althena (Altena), oorkondt dat hij aan de monniken van het klooster St.-Elisabethsdal) dat op zijn allodium is gelegen, eens en voor altijd het derde deel van de gehele tiend in Brede (Maasbree) en het patronaatsrecht van de parochiekerk in deze plaats heeft afgestaan. Daarnaast schonk hij de kloosterlingen uit zijn allodium bij Werde (Stevensweert) 17 bunder land, dat hij gekocht had van Watgerus van Werde; dit land zou Theodericus in eigendom terugkrijgen, wanneer hij aan het klooster een andere, gelijkwaardige inkomstenbron zou toewijzen. Eveneens schonk de heer van Altena 12 malder rogge waarvan immers voldoende was in zijn hof te Werde, jaarlijks te leveren door hen die de landerijen ervan bebouwen of in leen houden. Ook deze cijns zou vervallen, wanneer Theodericus ter vervanging ee3n ander inkomen zou verschaffen. Voor kleding kregen de monniken een jaarrente van 3 mark, op te brengen door de pachters van zijn land te Hedel (Heel), de Bremete genaamd, dat hij gekocht had van Florentius van Horst, en 1/2 mark uit de smalle tiend van Brede. Uit de inkomsten van het visrecht te Waldrechem (Woudrichem) bedeelde Theodericus de kloosterlingen een jaarrente van 30 Keulse schelling toe voor de aankoop van wijn; evenzo ieder jaar 2000 haringen; voorts 1 bunder weiland bij Kessenich waarop de paarden van het klooster zouden kunnen grazen. Ten gunste van St. -Elisabethsdal zag Theodericus ook af van zijn aandeel in het patronaatsrecht van de kerken te Wartfuthe (Waldfeucht) en Brunesrode (Braunsrath); verder wees hij de kauliten het kloosterterrein met alles wat erbij hoorde en het dichtbij het klooster gelegen bosje toe; tenslotte het vruchtgebruik in het bos Roghelabroc en Ghestele, dat in gemeenschappelijk gebruik is van Buchnem (Buggenum), Nuhenem (Nunhem), Roghele (Roggel) en Haelen (Haelen).
Zegelaar is de oorkonder
86 1499 juni 11 "Duysent vierhondert ende neghentich der tweder indictien des elffte daechs der maent van junij te elf uren of daer omtrent"

Ten overstaan van notaris Nicolaus Meijel, geestelijke van het bisdom Luik, verklaart Johan Steck, "wapendregher des stichs Collen", te wensen dat zijn stoffelijk overschot te "Sinte Elizabetten daeil" begraven wordt; dat alle voor de leenheer en leenmannen getroffen regelingen met de kanunniken van St. -Elisabethsdal inzake zijn goederen ten eeuwigen dage van kracht blijven; dat hij een glasraam met zijn wapen schenkt ter versiering van de nieuwe kerk én een kaars telkens in het lof ter ere van O.L. Vrouw. Voor zijn nagedachtenis en die van zijn ouders sticht hij een halfjaarlijks jaargetijde.
Als getuigen zijn aanwezig: Jan Dries, priester, Heinrick van Nuenhem, Daniel en zijn zoon Lucas van Nuenhem, Lambrecht Pollart en Anthonis van Nuenhem
14.D035 Klooster Sint Elisabethsdal van Reguliere Kanunnikken van Sint Augustinus te Nunhem, 1240-1797
Regesten
86
1499 juni 11 "Duysent vierhondert ende neghentich der tweder indictien des elffte daechs der maent van junij te elf uren of daer omtrent"

Ten overstaan van notaris Nicolaus Meijel, geestelijke van het bisdom Luik, verklaart Johan Steck, "wapendregher des stichs Collen", te wensen dat zijn stoffelijk overschot te "Sinte Elizabetten daeil" begraven wordt; dat alle voor de leenheer en leenmannen getroffen regelingen met de kanunniken van St. -Elisabethsdal inzake zijn goederen ten eeuwigen dage van kracht blijven; dat hij een glasraam met zijn wapen schenkt ter versiering van de nieuwe kerk én een kaars telkens in het lof ter ere van O.L. Vrouw. Voor zijn nagedachtenis en die van zijn ouders sticht hij een halfjaarlijks jaargetijde.
Als getuigen zijn aanwezig: Jan Dries, priester, Heinrick van Nuenhem, Daniel en zijn zoon Lucas van Nuenhem, Lambrecht Pollart en Anthonis van Nuenhem
Datering:
1499 juni 11
Notabene:
Origineel op perkament, inv.nr. 59, met het merk van de notaris

Kenmerken

Datering:
1240-1797
Auteur:
K. Schutgens
Inventaris:
Inventaris der archieven van het klooster Elisabethsdal te Nunhem 1240-1797. Inventarissenreeks RAL 18 (Maastricht 1979)