14.A002C Officialaat, de kerkelijke rechtbank van het eerste bisdom Roermond, 1599-1797 ( Historisch Centrum Limburg, te Maastricht )
14.A002C
Officialaat, de kerkelijke rechtbank van het eerste bisdom Roermond, 1599-1797
Inventaris in PDF-formaat
U treft hier de volledige inventaris in PDF-formaat aan. Daarin zijn de bijlagen I tot en met V opgenomen. De namen van de partijen in de tafels I en II werden in één naamindex opgenomen (bijlage III). Deze verwijst eveneens naar de procesnummers. De namen werden in zekere mate geüniformeerd. Teneinde ook snel processen per plaats te kunnen opsporen werd een plaatsnamenindex (bijlage IV) vervaardigd die gebaseerd is op de woonplaats der partijen of de parochie waaraan het betreffende beneficie was gerelateerd. Bijlage V bevat een trefwoordenindex van de processen in eerste aanleg en in hoger beroep.
laatste wijziging 29-07-2017
441 beschreven archiefstukken
370 gedigitaliseerd
totaal 82.770 bestanden
Inleiding
laatste wijziging 29-07-2017
441 beschreven archiefstukken
370 gedigitaliseerd
totaal 82.770 bestanden
Inventaris
laatste wijziging 29-07-2017
441 beschreven archiefstukken
370 gedigitaliseerd
totaal 82.770 bestanden
Regestenlijst
18 1437 juni 2
“in den jaer van der geboort ons Heren dusent vierhondertendesevenendedertich…des anderen daghes der maent junii”
Voor notaris en de getuigen broeder Sander van Vetten, conventueel van het Karmelietenklooster te Geldern, Rutgher Roeff, vicaris van het H. Kruisaltaar, Wolter van Steynhorst, ridder, alsmede de schepenen Tilman aen gen Eyl, Ludolph Vorstman, Teilman Loer, Jan Bol en Rutgher up den Graeff verschenen in het koor van de parochiekerk te Nieukerk de oudste kerspellieden, met name Peter op der Graeff, Heyn Bunxken, Heyn Mathijs, Gerit up Hey, Jacop Mertens, Heyn Crap, Claes Coel, Goesen Cleyn, Jacob ten Haeff, Heyn Claes, Gherit Herwich, Teelken Herwich, Gobbel ten Daert en Heyn ter Hoy, die op verzoek van de kerkmeesters Loeff in gen Huys en Johan Onleesien eenstemmig verklaarden dat de pastoor vanouds ter plaatse woonde en verplicht was een kapelaan met een paard te houden. Enkel ten tijde van wijlen pastoor Johan Passchart was van deze gewoonte afgeweken. Deze kreeg de ziekte die men “dat groete ongemach” noemde waardoor hij niet in staat was missen op te dragen. Hij stelde voor twee priesters missen te laten lezen, waarop de deken van het dekenaat Geldern of Straelen Derich van der Straten, pastoor te Hommersum, in het koor kwam. Aan hem deelde men mede dat zulks aan de pastoor wegens zijn ziekte, niet van rechtswege, werd toegestaan. Ook Arnold van Soer, secretaris van de hertog van Gelder, die tot pastoor was benoemd, had te Xanten persoonlijk of door middel van een procurator gezworen de oude rechten van de kerk en het kerspel te handhaven. Nadien ter verspertijd bevestigde Gort van Assel, ridder, ofschoon ziek maar gezond van geest, de verklaring van de oudste kerspellieden.
“in den jaer van der geboort ons Heren dusent vierhondertendesevenendedertich…des anderen daghes der maent junii”
Voor notaris en de getuigen broeder Sander van Vetten, conventueel van het Karmelietenklooster te Geldern, Rutgher Roeff, vicaris van het H. Kruisaltaar, Wolter van Steynhorst, ridder, alsmede de schepenen Tilman aen gen Eyl, Ludolph Vorstman, Teilman Loer, Jan Bol en Rutgher up den Graeff verschenen in het koor van de parochiekerk te Nieukerk de oudste kerspellieden, met name Peter op der Graeff, Heyn Bunxken, Heyn Mathijs, Gerit up Hey, Jacop Mertens, Heyn Crap, Claes Coel, Goesen Cleyn, Jacob ten Haeff, Heyn Claes, Gherit Herwich, Teelken Herwich, Gobbel ten Daert en Heyn ter Hoy, die op verzoek van de kerkmeesters Loeff in gen Huys en Johan Onleesien eenstemmig verklaarden dat de pastoor vanouds ter plaatse woonde en verplicht was een kapelaan met een paard te houden. Enkel ten tijde van wijlen pastoor Johan Passchart was van deze gewoonte afgeweken. Deze kreeg de ziekte die men “dat groete ongemach” noemde waardoor hij niet in staat was missen op te dragen. Hij stelde voor twee priesters missen te laten lezen, waarop de deken van het dekenaat Geldern of Straelen Derich van der Straten, pastoor te Hommersum, in het koor kwam. Aan hem deelde men mede dat zulks aan de pastoor wegens zijn ziekte, niet van rechtswege, werd toegestaan. Ook Arnold van Soer, secretaris van de hertog van Gelder, die tot pastoor was benoemd, had te Xanten persoonlijk of door middel van een procurator gezworen de oude rechten van de kerk en het kerspel te handhaven. Nadien ter verspertijd bevestigde Gort van Assel, ridder, ofschoon ziek maar gezond van geest, de verklaring van de oudste kerspellieden.
14.A002C Officialaat, de kerkelijke rechtbank van het eerste bisdom Roermond, 1599-1797
Regestenlijst
18
1437 juni 2
“in den jaer van der geboort ons Heren dusent vierhondertendesevenendedertich…des anderen daghes der maent junii”
Voor notaris en de getuigen broeder Sander van Vetten, conventueel van het Karmelietenklooster te Geldern, Rutgher Roeff, vicaris van het H. Kruisaltaar, Wolter van Steynhorst, ridder, alsmede de schepenen Tilman aen gen Eyl, Ludolph Vorstman, Teilman Loer, Jan Bol en Rutgher up den Graeff verschenen in het koor van de parochiekerk te Nieukerk de oudste kerspellieden, met name Peter op der Graeff, Heyn Bunxken, Heyn Mathijs, Gerit up Hey, Jacop Mertens, Heyn Crap, Claes Coel, Goesen Cleyn, Jacob ten Haeff, Heyn Claes, Gherit Herwich, Teelken Herwich, Gobbel ten Daert en Heyn ter Hoy, die op verzoek van de kerkmeesters Loeff in gen Huys en Johan Onleesien eenstemmig verklaarden dat de pastoor vanouds ter plaatse woonde en verplicht was een kapelaan met een paard te houden. Enkel ten tijde van wijlen pastoor Johan Passchart was van deze gewoonte afgeweken. Deze kreeg de ziekte die men “dat groete ongemach” noemde waardoor hij niet in staat was missen op te dragen. Hij stelde voor twee priesters missen te laten lezen, waarop de deken van het dekenaat Geldern of Straelen Derich van der Straten, pastoor te Hommersum, in het koor kwam. Aan hem deelde men mede dat zulks aan de pastoor wegens zijn ziekte, niet van rechtswege, werd toegestaan. Ook Arnold van Soer, secretaris van de hertog van Gelder, die tot pastoor was benoemd, had te Xanten persoonlijk of door middel van een procurator gezworen de oude rechten van de kerk en het kerspel te handhaven. Nadien ter verspertijd bevestigde Gort van Assel, ridder, ofschoon ziek maar gezond van geest, de verklaring van de oudste kerspellieden.
“in den jaer van der geboort ons Heren dusent vierhondertendesevenendedertich…des anderen daghes der maent junii”
Voor notaris en de getuigen broeder Sander van Vetten, conventueel van het Karmelietenklooster te Geldern, Rutgher Roeff, vicaris van het H. Kruisaltaar, Wolter van Steynhorst, ridder, alsmede de schepenen Tilman aen gen Eyl, Ludolph Vorstman, Teilman Loer, Jan Bol en Rutgher up den Graeff verschenen in het koor van de parochiekerk te Nieukerk de oudste kerspellieden, met name Peter op der Graeff, Heyn Bunxken, Heyn Mathijs, Gerit up Hey, Jacop Mertens, Heyn Crap, Claes Coel, Goesen Cleyn, Jacob ten Haeff, Heyn Claes, Gherit Herwich, Teelken Herwich, Gobbel ten Daert en Heyn ter Hoy, die op verzoek van de kerkmeesters Loeff in gen Huys en Johan Onleesien eenstemmig verklaarden dat de pastoor vanouds ter plaatse woonde en verplicht was een kapelaan met een paard te houden. Enkel ten tijde van wijlen pastoor Johan Passchart was van deze gewoonte afgeweken. Deze kreeg de ziekte die men “dat groete ongemach” noemde waardoor hij niet in staat was missen op te dragen. Hij stelde voor twee priesters missen te laten lezen, waarop de deken van het dekenaat Geldern of Straelen Derich van der Straten, pastoor te Hommersum, in het koor kwam. Aan hem deelde men mede dat zulks aan de pastoor wegens zijn ziekte, niet van rechtswege, werd toegestaan. Ook Arnold van Soer, secretaris van de hertog van Gelder, die tot pastoor was benoemd, had te Xanten persoonlijk of door middel van een procurator gezworen de oude rechten van de kerk en het kerspel te handhaven. Nadien ter verspertijd bevestigde Gort van Assel, ridder, ofschoon ziek maar gezond van geest, de verklaring van de oudste kerspellieden.
Datering:
1437 juni 2
Ontwikkelingsstadium:
Authentiek afschrift op papier
Notabene:
zie inv.nr 105, procesnummer 1177
Zie ook:
Organisatie: Historisch Centrum Limburg, te Maastricht
laatste wijziging 29-07-2017
laatste wijziging 29-07-2017
441 beschreven archiefstukken
370 gedigitaliseerd
totaal 82.770 bestanden
Kenmerken
Datering:
1599-1797
Auteur:
G.H.A. Venner
Inventaris:
Inventaris van het archief van het officialaat, de kerkelijke rechtbank van het eerste bisdom Roermond
Uitgave:
Inventarissenreeks RHCL, nr. 4. Maastricht, 2014
laatste wijziging 29-07-2017
441 beschreven archiefstukken
370 gedigitaliseerd
totaal 82.770 bestanden