7507 Het Waterschap De Algemene Omkading, 1833-1964 ( Brabants Historisch Informatie Centrum (BHIC) )
7507
Het Waterschap De Algemene Omkading, 1833-1964
Inleiding
Op 11 april 1832 nam een aantal ingelanden van de buitendijkse gronden onder Hedikhuizen het initiatief tot oprichting van een "algemene bedijking of-omkading", omvattende de Gelderdse en Hedikhuizense Waarden, de Gecombineerde Buitenpolder van Engelen, Vlijmen en Hedikhuizen, de polder van Bokhoven, de Binnenpolder van Engele en het Klein-of Biessertpoldertje onder Vlijmen, teneinde het betrokken gebied tegen de herhaaldelijke wateroverlast te beschermen. Op 2 juli 1833 verleende de minister van Binnenlandse Zaken zijn goedkeuring aan het plan dat naast de aanleg van een dijk ook voorzag in de bouw van een sloot en een watermolen en in de afdamming van de Hedikhuizense Maas. De dijk zou lopen van de Hoge Maasdijk aan het heleind onder Hedikhuizen, langs de rivier de Maas tot aan Crevecoeur, verder langs de Dieze tot aan de Bossche Sloot, langs de Bossche Sloot tot aan de Hollandse Dijk en van het eind van deze dijk tot aan de Hoge Maasdijk.
Op 23 november 1833 werd door de diverse polderbesturen een overeenkomst getekend en kort daarna werd met de uitvoering van de werken begonnen. De taak van het waterschap is gedurende zijn bestaan in wezen onveranderd gebleven: dijkbeheer en onderhoud van de er in of bij aangebrachte kunstwerken. Het bestuur werd aanvankelijk gevormd door zes gecommitteerden, een van elk der deelnemende polders. Na invoering van het Provinciale Reglement op de Polders van 1846 werd het bestuur samengesteld conform de andere waterschappen en bestond het uit vijf leden. Het waterschap hield op te bestaan per 1 maart 1964, nadat de ruilverkaveling "Heusden-Vlijmen" had geleid tot een algemene herziening van het waterschapsbestel in het betrokken gebied. Tesamen met andere waterschappen ging de Algemene Omkading op in het nieuwe waterschap De Maas-en Diezepolders.
Het archief is, voor zover na te gaan, betrekkelijk kompleet bewaard gebleven. Series notulen, korrespondentieregisters, begrotingen en rekeningen zijn integraal aanwezig. Minder duidelijk is het beeld met betrekking tot de niet seriematig bijeen gehouden stukken. Voor de korrespondentie werd geen ordeningssysteem gehanteerd. Al naar behoefte werden brieven chronologisch geborgen, dan wel in zaken-of onderwerpendossiers gebracht, waarvan enkele lijsten in het archief werden aangetroffen. (inv.nr.39). Bij de inventarisatie is gekozen voor een algemeen gebruikelijke rubrieksgewijze indeling, waarbinnen een strakke chronologische volgorde is aangehouden. Vernietigd werden: kohieren, grootboeken (tot 1932), alsmede de vernietigbare bijlagen van de rekeningen.
Na inventarisatie meet het archief 4,5 meter.
Na inventarisatie meet het archief 4,5 meter.
laatste wijziging 12-10-2020
621 beschreven archiefstukken
21 gedigitaliseerd
totaal 670 bestanden
Inventaris
laatste wijziging 12-10-2020
621 beschreven archiefstukken
21 gedigitaliseerd
totaal 670 bestanden
Kenmerken
laatste wijziging 12-10-2020
621 beschreven archiefstukken
21 gedigitaliseerd
totaal 670 bestanden