Uw zoekacties: Kranten (gescand)

Kranten (gescand) ( Gemeentearchief Zaanstad )

Zoeken in Kranten

Filter: De Zaanx
beacon
95  zoekresultaten
sorteren op:
 
 
 
 
Erfgoedstuk
Krantenpagina
De Zaan, 1927-02-02; p. 12
Naam krant:
De Zaan
Datum:
1927-02-02
Jaar:
1927
Pagina:
12
elkaar genomen had zijn bezoek toch een gunstige uitwerking. Toen hij weg was, merkte mijn vrouw op, dat het beeld misschien toch zoo leelijk niet was als wij wel dachten, nu er ten minste iemand was, die het aardig vond. „Er is altijd wel iemand, die zelfs het leelijkste nog mooi vindt,” zei ik, „rnayr mi zijn in geen geval iemand. Maar. . . ,eh . . . ." Ik keek haar vragend aan. Zij keek mij óók vragend aan. En den volgenden dag liep ik, als een gevolg van ons elkaar vragend aan-kijken, ( aankijken, ) bij Agger aan. Hij ontving mij in zijn huiskamer, en ik keek eens rond. De kamer was tamelijk vol. Ik ontdekte tusschen de ramen echter nog een leeg plekje, en .... Agger zou binnenkort vijf en twintig jaar getrouwd zijn ! Voorzichtig stak ik mijn voelhorens uit. Ik ben erg gevoelig, en ik wilde hem niet graag tè onverwacht op zijn dak vallen. „Dat is een leeg hoekje daar tusschen de ramen,” zei ik, „dat beeld van dienvisscher zou er heel aardig staan, geloof ik.” Agger begon te lachen. Gelukkig, dacht ik, hij bijt ! Maar het volgende oogenblik waren al mijn illusies verdwenen. „Het hééft daar gestaan,” zei hij nog steeds glimlachend, „eer ik het aan Samson cadeau gaf!” Oö DE KLEINE POORT. P r was eens een rijke en machtige koning, die L een groote stad het bouwen. Hij het er prachtige, marmeren paleizen zetten en alles was even rijk en kostbaar. Zelfs de muren van de stad waren van marmer, maar de poorten waren erg laag. Toen de stad voltooid was, noodigde de koning al zijn hovelingen uit om te komen kijken. Zij kleedden zich in hun mooiste uniformen, tooiden zich met goud en juweelen en begaven zich op weg. Toen zij echter bij de stad kwamen, konden zij niet door de poort, omdat die te laag was. De kinderen echter hepen er zonder stoornis onder door. De hove-lingen ( hovelingen ) stuurden een boodschapper naar den koning om hem te vragen, hoe zij in de stad moesten komen. „Wel," antwoordde de koning, „zie naar de kinderen, gelukkige, onschuldige wez
Gevonden alinea's: 1
 
 
 
 
 
Erfgoedstuk
Krantenpagina
De Zaan, 1927-03-23; p. 12
Naam krant:
De Zaan
Datum:
1927-03-23
Jaar:
1927
Pagina:
12
JEUGDFLIRTATIONS door J. P. B. T>^arel en Emmv waren beiden op de H.B.S. 1^^ te V. Zij zat in de eerste klasse, hij in de tweede. Zij was een coquet nest van 15, hij was van denzelfden leeftijd en „doodelijk” op haar verliefd, zóó „doodelijk” als een jongen verliefd zijn kan ! ’s Morgens kwam Karei een half uurtevroegbij school, omdat zijn ongeduld hem daarheen dreef, niet om de school, maar om Emmy daar te zien ; als er door de jongens op straat gevoetbald werd, liep hij zich in het zweet, zwoegde en duwde, trapte en smeet, in de hoop, dat zij zijn heldendaden en kracht zou zien en bewonderen. Als hij haar tegenkwam met haar vriendin en ze knikte, voelde hij zich gelukkig, als dat knikje vergezeld ging van een lachje, was hij in den zevenden hemel; werd er boven- ,dien nog het woordje „dag” bijgevoegd, dan zwom hij gewoon in zaligheid. Zag hij haar op een onverwacht oogenblik, dan kreeg hij een steek door het hart van emotie en liep met trillende beenen voort. Na schooltijd dwaalde hij uren door de stad, in de hoop, een glimp van haar op te vangen, ook al wist hij, dat die kans miniem was of in ’t geheel niet bestond. Kortom : Karei vertoonde alle symptomen van „ongeneeslijke verliefdheid.” ! Toen hij eindelijk in gezelschap van vrienden het eerste woord met haar gewisseld had, toen ze met z’n vieren of vijven soms groote wande-lingen ( wandelingen ) langs strand, en zee maakten, hij haar lieve stem hoorde en zij hem soms zoo vol in het gelaat blikte met die diepe, onpeilbare oogen, toen wist hij, dat zij de vrouw voor hem zou worden, dat hij nooit meer een ander zou kunnen liefhebben. Zijn ziel en zaligheid had hij voor haar over. ’s Morgens, als hij wakker werd, waren zijn eerste gedachten aan haar, ’s avonds zjit hij achter zijn leerboeken van haar te droo- men. Maar zooals ik reeds zei: Emmy was coquet, Emmy had een massa aanbiddertjes ! En zij verdeelde haar gunsten gelijkelijk, haar hartje was jong en groot, ’t kon heel wat liefde ver-werken ( ver
Gevonden alinea's: 1
 
 
 
 
 
Erfgoedstuk
Krantenpagina
De Zaan, 1927-05-11; p. 14
Naam krant:
De Zaan
Datum:
1927-05-11
Jaar:
1927
Pagina:
14
„Kom bij moeder, kindje, je moet in bad.” „Verkeerd aangesloten,” zei Elsje en hing den hoorn op. Dat was alles wat hij wist. De inspecteur van het onderwijs was op bezoek en nam een soort van klein examen af. Alle leer-lingen ( leerlingen ) beefden van angst. Kareltje zag rood van spanning en toen de beurt aan hem kwam, kon hij van ontsteltenis bijna niets zeggen. „Hoeveel dagen heeft een jaar ?” luidde de vraag. „Zeven," antwoordde Karei, met moeite. „Ik zei een jaar, niet een week,” merkte de inspecteur geduldig op. Karei zocht in zijn hoofd. Hij zag paars van angst en bracht eindelijk uit: „Zondag, Maandag, Dinsdag, Woensdag, Donderdag, Vrijdag, Zaterdag, precies zeven. Van andere heb ik nooit gehoord!" OO WAAROM BLOEMEN ZOO SPOEDIG DOODGAAN. A ls wij een bloem zien en haar bewonderen om * \ haar prachtige kleur of om den heerlijken geur, dien zij verspreidt, denken wij er zelden of nooit aan, dat dit eigenlijk maar een deel van de plant is, en wel het mooiste deel. Zij is speciaal gemaakt om zaad voort te brengen, waaruit weer nieuwe planten ontstaan. Lang voordat de bloem opengaat, zijn de zaadjes al gereed voor hun taak. Het opengaan van de bloem en haar geur is een teeken voor de bijen, dat zij kunnen komen om haar mede-werking ( medewerking ) te verleenen. De bijen brengen aan iedere bloem een bezoek, waarbij ze haar wat geel stuifmeel brengen, dat zij weer van andere bloemen van dezelfde soort hebben meegebracht. En dan kan er een nieuwe plant met wortels en bloemen en vruchten uit het zaad groeien. Wanneer de bloem dus haar taak vervuld heeft, vallen de mooie bloemblaadjes af, daar ze geen nut meer hebben, en dan zeggen wij, dat de bloem dood is. Maar zij is niet dood. Zij heeft alleen het hare gedaan in het geheele proces van groeien en bloeien. OO DE ARME VADER! r’elix Mendelssohn, de beroemde componist, 1 was de kleinzoon van Moses Mendelssohn, den even beroemden philosoof. Zijn vader was bankier te Berlijn en hij zuchtte dikwijls : „Wi
Gevonden alinea's: 1