Uw zoekacties: Kranten (gescand)
beacon
224.312  zoekresultaten
sorteren op:
 
 
 
 
Erfgoedstuk
Krantenpagina
Mercurius, Zaanlandsch Weekblad, 1840-01-02; p. 2
Naam krant:
Mercurius, Zaanlandsch Weekblad
Datum:
1840-01-02
Jaar:
1840
Pagina:
2
Gevonden alinea's: 1
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
Erfgoedstuk
Krantenpagina
Mercurius, Zaanlandsch Weekblad, 1840-01-16; p. 4
Naam krant:
Mercurius, Zaanlandsch Weekblad
Datum:
1840-01-16
Jaar:
1840
Pagina:
4
»tegen le werken, steeds met verachting over mijne bevordering » sprak. Gij weet het hoe in 1773 de Donschc kazakken onder » Pugatscheff opstonden. Ik was toen ongeveer 30 jaren oud. In >] den strijd tegen heil, werd ik in den slag van Sarrpta gewond. )) Dit was mij smartelijk, maar smartelijker nog omdat Romanizow »door zijne eergierigheid verleid, mij niet zoo ondersteund had, » als hij had moeten doen. Ik had mij te ver in het gevecht ge- w waagd. Mijn dolle moed had mij de bezonnenheid, zoo noodig i) aan eenen krijgsman, doen vergeten. Romanizow plukte de »vruchten van mijnen moed. IIij werd Generaal! en ik als ge- »kwetst kolonel naar Moscbip gevoerd. Dat hij generaal werd » deed mij meer leed, dan mijne wonde. Hel loeval bragt mij » le Moscow , waar ik geene bekenden had, in het huis van Romani- j> zow. Eenen tegenzin om daar te moeten zijn, kon ik naauwe- » lijks overwinnen; doch de liefderijke behandeling, die ik daar « ondervond, kan, na zoo vele jaren niet uit mijn geheugen ge-il ( geil ) wischt worden. Het was Anna Romanizow, die mij verpleegde » en mij wat alles zegt, wist op te beuren, als ligchaamssmarten i) en zielsverdriet mij aftobden. Ik begon Anna te minnen, maar i. bij dit denkbeeld schrikte ik terug; want immers, zij was de » zuster van Romanizow I kort af, mijn waarde Czerniwitz, ik over- » won mijnen tegenzin tegen den naam, en ik beleed Anna mij- » ne liefde. Ik zal u niet ophouden met het geen mij het leven » verbitterde, door den ondragelijken tegenstand van Romanizow. » Hij zondigde tegen mij; ik tegen hem. Maar bij al den tegenstand » huwde ik mijne Anna in Januarij 1774, juist op den dag, dat » Putgatscheff ter dood werd gebragt. Vier jaren later schonk «mijne vrouw mij mijne Powlona, doch terwijl zij mijn kind het » leven gaf, bezweek zij. Czerniwitz toen streed ik met den He- « mei. Ik was ontmoedigd, Pligten, die ik niet vervullen kon, ,! rustten op mij. Eene zuster van mijne Anna nam de zorg voor » mijne Powlona op zich. Ik m
Gevonden alinea's: 1