27 gerechtelijke akten
sorteren op:
samenvatting | datering | |
---|---|---|
Anna Cornelisse Blauwendraat machtigt Nicolaas Wilhelmus Buddingh om voor het Hof van Utrecht te procederen tegen Dirkje Versteeg, wed. Evert Lagerweij. | 17-10-1804 | |
Matthijs Lagerweij, wegens afwezigheid van Cornelis Claassen van Ginkel, enige overgebleven voogd van de minderjarige kinderen van Aard van Essen en Maria van Ginkel. Hij machtigt Nicolaas Wilhelmus Buddingh om voor het Hof van Utrecht te procederen tegen Dirkje Versteeg, wed. Evert Lagerweij. | 17-10-1804 | |
Dirkje Versteeg, wed. Evert Lagerweij, machtigt Matthijs van Geijtenbeek om de boerderij de Heul met ruim 32 morgen land openbaar te verkopen. Uit de opbrengst moet 1100 gulden afgelost worden van geleend geld van de Diaconie Armschool te Amersfoort; 282 gulden en 3 stuivers rest koopsom van de boerderij aan de erven van Willem Lagerweij Wz.; 500 gulden geleend van de moeder van Willem Lagerweij Wz.; 200 gulden geleend van de armen (diaconie) van Woudenberg; 300 gulden van Anna Blauwendraat. | 16-11-1804 | |
Maas Jansen, won. Leusbroek machtigt Nicolaas Wilhelmus Budding, procureur voor het Hof van Utrecht om op te treden tegen Tijs Roelofse van Wolfswinkel. | 24-02-1789 | |
Gijsbert Geurtsen van Langelaar, won op het Vliet geeft over aan Willem Lagerweij jr., schout, de helft van het Vliet en de inboedel en vee, o.a. 4 paarden, 7 koeien, 5 vaarzen, een os, 4 varkens, 30 bijenvolken en het landbouwgereedschap en veldgewas. Deze worden publiek verkocht wegens belastingschulden. Borg: Jacob van de Haar. | 24-01-1786 | |
Hermen Jansen van Ginkel, won. op Heijschoten machtigt Nicolaas Wilhelmus Buddingh, procureur voor het Hof van Utrecht. | 18-05-1792 | |
Willem Lagerweij Wzn., schout en secretaris, namens de erfgenamen van Teunis Gerritse Voskuijl en zijn vrouw Ariaantje Hannisse, machtigt Nicolaas Wilhelmus Budding, procureur voor het Hof van Utrecht in een zaak tegen Cornelis Elbertsen. | 20-01-1792 | |
Gerrit Cornelissen machtigt Nicolaas Wilhelmus Budding, procureur voor het Hof van Utrecht in zijn zaak tegen Gijsbert Geurtsen. | 16-01-1792 | |
Gerrit van Voskuijl; Evert van Voskuijl; Gerrit Wulphertse, getrouwd met Aaltje van Voskuijl, kinderen van Jan van Voskuijl en Trijntje Evertse; Hannis Termaten, getrouwd met Neeltje Riksen van Voskuijl, dochter van Fijtje Willemse van Colfschoten, wed. Rijk van Voskuijl, nu getrouwd met Cornelis Willemse; Gerardus van Voskuijl en Hendrik van Voskuijl, voor zichzelf en namens hun broer Gerrit van Voskuijl en zuster Aaltje van Voskuijl, getrouwd met Aalbert ten Broek, kinderen van Klaasje van Maanen, wed. Hendrik van Voskuijl; Rijk Errisse van Manen; Gerrit Errisse van Manen; Gerrit van Voskuijl, getrouwd met Aaltje Errisse van Manen, kinderen van Erris van Manen, wed. Hendrikje van Voskuijl, voor de helft. Hendrik Hannisse, voor een derde deel; Rijk Cornelissen, getrouwd met Teuntje Hannisse, voor een derde deel; Aalbert Barendse, getrouwd met Cornelia Hannissen, voor een derde deel van de wederhelft. Erfgenamen van Teunis Gerritse van Voskuijl en zijn vrouw Ariaantje Hannissen. Zij machtigen Willem Lagerweij Wz., schout en secretaris om 1000 gulden geleend geld te innen van Cornelis Elbertse. | 02-11-1791 | |
Trijntje Moesbergen, wed. Melis Otterloo en haar dochters Jannigje en Elizabeth van Otterloo machtigen haar zoon en broer Gijsbert van Otterloo om mede namens hen de 100ste penning te betalen. | 27-07-1793 | |
Willem Geurtse Renes machtigt Nicolaas Wilhelmus Budding, procureur voor het Hof van Utrecht in zijn zaak tegen Gijsbert Geurtsen. | 16-01-1792 | |
Rudolph Christiaan, graaf van Rechteren en zijn vrouw machtigen Willem Lagerweij Wz. schout om een boerenhofstede op Emmikhuizen onder Renswoude openbaar te verkopen. | 25-08-1794 | |
Rudolph Christiaan, graaf van Rechteren en zijn vrouw Anna Elizabeth baronesse van der Capelle, won. Appeltern, machtigen Jan de Ridder, koster te Altfort om een obligatie van 5000 gulden in ontvangst te nemen van Warmolt Lunsing. Als hij niet wil betalen wordt er beslag gelegd op de avezaat De Pol in IJhorst (Staphorst). | 21-08-1788 | |
Jan Dirk Rink, meester hoefsmid machtigt zijn broer Gerrit Rink, won. IJsselburg om een vierde deel van een huis in IJsselburg te verkopen. Hij had dit geërfd van zijn ouders. | 09-08-1788 | |
Elizabeth Abbema, me.j. jd. machtigt haar broer Willem Andries Abbema om de 100ste penning te betalen. | 19-08-1793 | |
Geërfden van Woudenberg en Geerestein met onroerend goed t.w.v. minstens 1500 gulden, machtigen Willem Lagerweij jr., schout, om op 06-05-1788 Louis Lucas Bols, heer van Lambalgen voor te stellen als gecommitteerde van de Slaperdijk i.p.v. R.C. graaf van Rechteren, die bedankt heeft. | 23-04-1788 | |
Hendrik van Goudoever, of bij absentie Steven Camp, wordt gemachtigd om i.p.v. de overleden Gerard Maximiliaan, graaf van Rechteren nu voor m. Jan Both Hendrikse te stemmen in het college van de Slaperdijk. Hij wordt gemachtigd namens de geërfden van Leusden, Maarn en Maarsbergen die een bezit van meer dan 1500 gulden hebben. | 05-05-1783 | |
Willem Lagerweij jr, schout wordt gemachtigd om i.p.v. de overleden mr. Bartholomeus de Gruiter nu voor Rudolph Christiaan, graaf van Rechteren te stemmen in het college van de Slaperdijk. Hij wordt gemachtigd namens de geërfden van Woudenberg en Geerestein die een bezit van meer dan 1500 gulden hebben. | 30-04-1783 | |
Willem Klaasen machtigt mr. Bomble Vatebender om voor het Hof van Gelre te procederen tegen Gerrit van Twillaar, koster van Scherpenzeel. | 14-05-1773 | |
Jan Jacobse van Leusden en zijn vrouw Willempje Jans van Ginkel, won op de Stulp machtigen hun dochter Maatje Kraamer (=Maatje Jans van Leusden x Hendrik Kramer), geb. Leusden, won. Amsterdam om de nalatenschap over te nemen van hun overleden dochter Marritje Jans van Leusden, die dienstmeid bij hen is geweest. | 04-09-1776 | |