1.242 gerechtelijke akten
sorteren op:
Aktedatum | Akteplaats | Inhoud | Gemeente | |
---|---|---|---|---|
13-06-1804 | Koudekerk | Copie van een besluit van het Hof van Justitie van Holland, naar aanleiding van een verzoek van Klaas Pietersz Rijneveld, wonende te Koudekerk, indertijd met de inmiddels overleden Willem Dirksz Rijnsburger te Oudshoorn aangesteld als voogden over de nagelaten minderjarige kinderen van wijlen Geertruij Pietersdr Rijneveld, eerder weduwe van Dirk Dirkse Rijnsburger, een en ander volgens het op 07-06-1777 voor notaris Hermanus van Waalswijk te Leiden opgemaakt testament, en Pieter Dirkse Visser, wonende te Waddinxveen, als voogd nadien aangesteld in de plaats van de overleden Willem Dirksz Rijnsburger, het overeengekomen voorstel tot onderhandse verkoop van de nagelaten goederen van voornoemde Geertruij Pietersdr Rijneveld,te accorderen . Genoemde Klaas Pietersz Rijneveld was tevens met wijlen Dirk Dirkse Rijnsburger op 12-09-1784 aangesteld als voogd over de minderjarige erfgenamen van Jan Klaasz van der Wilk en diens zuster Marijtje van der Wilk (zie folio 43v), welke laatste gehuwd was met Pieter Rijneveld. Voornoemde Geertruij Rijneveld was een van de drie kinderen uit dit huwelijk en had als zodanig recht op een derde van de helft van de hierna onder 1 t/m 5 te noemen goederen. Uit het huwelijk van Geertruij Pietersdr Rijneveld en Dirk Rijnsburger zijn zes kinderen geboren, n.l. Marijtje getrouwd met Pieter van Vugt; Elisabeth getrouwd met Jan Pel en Pieter alsook de minderjarige Dirk, Willem en Klaas, welke kinderen tezamen het recht verkregen op een derde van de helft van genoemde goederen. Genoemde Jan van der Wilk bezat naast de helft in voormelde goederen ook nog een partij land, gelegen zowel in de Hondsdijkse als Hoogewaardse polder te Koudekerk, welke partij hij aan Pieter Rijnsburger, meerderjarige zoon van genoemde Geertruij Rijneveld, reeds had toegezegd, doch overigens tot zijn erfgenamen had aangewezen de kinderen van zijn zuster Marijtje, zodat genoemde kinderen van haar dochter Geertruij, tevens recht verkregen op een derde van de wederhelft van | ||
23-07-1701 | Koudekerk | Maria van Campen, weduwe en boedelhoudster van Gerard van Marcken, die het recht over de boedel van zijn vader Jacob van Marcken had verkregen, verkoopt aan Gerrit Laeckeman een kalkbranderij, voorzien van twee ovens, een turfschuur, een leshuis, een vruchtbare speeltuin, alsmede een boomgaard, een woonhuis voor de ondermeester en een speelhuisje aan de Rijn, naast elkaar gelegen in de Hoogewaard tussen de Rijn en dijk, belend ten oosten en westen Johannis Breecklandt. Koopsom 3.170 gulden. | ||
29-01-1743 | Koudekerk | Willem Hendrikse Schuddeboom verkoopt aan Jan van der Post een huis en erf in de Hoogewaard, belend ten oosten de armen van Koudekerk, ten zuiden de Rijn, ten westen de weduwe van Jan Verbaan en ten noorden de Lage Rijndijk. Koopsom 205 gulden 5 stuivers. | ||
27-11-1799 | Koudekerk | Klaas Rijneveld, wonend te Koudekerk, handelend ingevolge beschikking dd 20-08-1798 van het commité van Civiele Justitie van Koudekerk, en mede namens de reeds overleden Arij van Leijden en Casper Schutter, om de goederen uit de nagelaten boedel van Neeltje van der Spaar, eerder weduwe van Willem van Oudhorst, te doen veilen en verkopen, verklaart verkocht te hebben aan Cornelis de Blonk te Koudekerk, een huis met erf, gelegen in de Lagewaard te Koudekerk, belend ten oosten de erven Klaas van der Wilk, ten zuiden de Laan van Klein-Poelgeest, ten westen de Lagewaardse wetering en ten noorden Willem van der Lee. Koopsom 206 gulden. | ||
00-11-1799 | Koudekerk | Naar aanleiding van een verzoek aan de municipaliteit van Koudekerk, tevens het commité van Civiele Justitie, door Arij van Leijden en Casper Schutter, diakenen en armmeesteren van Koudekerk, heeft genoemd commité op 20-08-1798 besloten met betrekking tot de afhandeling van de nagelaten boedel van Neeltje van der Spaar, dat genoemde verzoekers en Klaas Rijneveld, allen te Koudekerk woonachtig, na de gebruikelijke procedure tot onderzoek naar eventuele erfgenamen, en bij ontbreken daarvan, de goederen te | ||
02-04-1720 | Koudekerk | Jacob Camper, notaris te Leiden, hiertoe gemachtigd door Dirck van Noort en Willem van Noort, verder Pieter Verhooft, medicine doctor, gehuwd met Elisabeth van der Hiel, alsmede Lambertus Gromme voor zich zelf, en nog Abraham Oudenhoorn en Barent Scheepers als voogden over Catharina Johanna Gromme, met genoemde Lambertus kinderen van Ida van Noort en Willem Gromme Lambertsz, allen nazaten en erfgenamen van Perina van der Hiel, laatst weduwe van Willem van Noort, verkopen aan Johannes de Jongh een buitenplaats met verscheidene kamers en vertrekken, stalling voor vier paarden en een schuitenhuis, met aan weerszijden van het huis nieuw aangelegde beplantingen, genaamd Riethuijsen, gelegen aan de Rijn en de Lage Rijndijk, belend ten oosten Cornelis Hendricksz Breeklant, ten westen Jan Claesz van Leeuwen, ten zuiden de Rijn en ten noorden de Hereweg. Het verkochte is jaarlijks belast met 3 gulden en 10 stuivers kapoengeld ten behoeve van Johan Verzijden te Leiden en 3 stuivers en 14 penningen en nog 1 stuiver en 4 penningen beide ten behoeve van de Kerk van Koudekerk. Laatste transportbrieven d.d. 25-02-1707 en 16-04-1708. Koopsom 2.200 gulden. | ||
15-04-1750 | Koudekerk | Cornelis van der Kop, notaris te Leiden, door het gerecht van Leiden aangesteld als sequester over de boedel van Marijtje Ketting, in haar leven vrouw van Gidion Vlasveld, met autoristie van voornoemd gerecht, verkoopt de helft van een huis en erf en Gidion Vlasveld verkoopt de andere helft van voornoemd huis aan Dirk Verbaan, zowel voor zichzelf als met procuratie van Geertje Trompert, weduwe van Jan Verbaan en aan Arij Binnendijk. Op 18-05-1745 was Gidion Vlasveld een schuld aangegaan, groot 900 gulden, bij Dirk Verbaan en Arij Binnendijk. Door de verkoop van de ene helft van het huis werd de schuld verlaagd naar 450 gulden en voor de andere helft van het huis werd 300 gulden betaald. In totaal was de koopsom dus 750 gulden. Het huis en erf is gelegen in de Hoogewaard, belend ten oosten de armen van Koudekerk, ten zuiden de Rijn, ten westen Cornelis Kats en ten noorden de Heereweg, belast met 10 gulden 10 stuivers per jaar ten behoeve Johan Verseijden te Leiden. | ||
04-03-1793 | Koudekerk | Jan Jakobsz Kraan te Oudshoorn verkoopt aan Hendrik van der Mark te Koudekerk een partij wei- en hooiland, gelegen in de Lagewaard te Koudekerk in het Brandveld aan de Westegge, belend ten oosten Vierulij en ten westen Hendrik de Rook en Kornelis Kraan, ten zuiden de Lagewaardse wetering en ten noorden het Woudambacht, groot circa 8 morgen, waarvan één morgen in leen van het Huis van Poelgeest. Koopsom 2400 gulden. | ||
02-03-1785 | Koudekerk | Johannis Thijssen, notaris en procureur te Leiden, voor de helft en met volmacht, gepasseerd op 25-02-1785 voor notaris Jan Willem van Alphen te 's-Gravenhage, van mej. Elizabeth Hester Holtius, meerderjarig en ongehuwd, en van Willem Carel Vosmaer, commies van 'sLands Collective Middelen en gehuwd met Margareta Nicolette Holtius en nog van laatstgenoemde zelve, welke het eigendom heeft verkregen van haar vader Gualtherus Holtius bij prelegaat volgens codicillaire dispositie dd. 15-07-1780, voor de andere helft, verklaart in het Heerenlogement aan den Burg te Leiden op 04-12-1784 te hebben verkocht aan Haag Verburg te Bloemendaal een huismanswoning, met woonhuis, bargen, schuren, stal en boomgaard en ca. 34 morgen land, gelegen in de Lagewaard nabij de Batelaan alhier. De woningen en de voorste landen, groot 15 morgen 142 roeden, belend ten oosten de Ambagtskade, ten zuiden gedeeltelijk de Lagewaardse wetering en deels de Lutteken Rijn, ten westen Willem Straalman en ten noorden dhr. Van der Burg, de verkopers en de hierna te noemen partijen van 6 morgen 371 roeden en van 6 morgen 534 roeden en nog meerdere op de kaart gemerkt met de letter A tot L inclusief 6 morgen 374 roeden gelegen in twee kampen achter vorengenoemde partij in de Brandvelden aan de Ruige Kade, belend ten oosten genoemde Van der Burg, ten zuiden gedeeltelijk de hierna te noemen partij van 2 morgen 456 roeden e.a., ten westen Jan Dorrepaal en ten noorden het Woudambagt, op de kaart gemerkt met M en N. Verder nog 6 morgen 534 roeden gelegen in de Lagewaart, belend ten oosten en ten westen de verkopers, ten noorden en zuiden de voorgaande partijen. Verder 2 morgen 500 roeden land, volgens uitmeting 2 morgen 456 roeden, op de kaart gemerkt H, belend ten oosten de verkopers en anderen, ten zuiden de wetering langs de Batelaan, ten westen Willem Straalman en ten noorden Jan Dorrepaal en anderen. Tenslotte nog 2 morgen 52 roeden land gelegen in de Bruimadese polder, belend ten oosten de weduwe Arij | ||
13-04-1750 | Koudekerk | Catharina van der Kolster, gesepareerde huisvrouw van Arij van der Jagt, met autorisatie van het gerecht van Delft, verkoopt aan IJsbrand van Kouwenhoven, predikant te Maasland, een huis en boomgaard met daarin staande een tinnen kas en de losse planken in de kelders, kassen en schoorstenen, genaamd "Withorst", staande in de Honsdijk, belend ten oosten Maarten Overgaauw, ten zuiden de Heereweg, ten westen Willem Molevliet en ten noorden Cornelis Jansz Lans; nog een huis en erf, staande en gelegen tegenover het voornoemde huis in de Honsdijk, met een schuitenhuis en de daarin liggende tentschuit, belend ten oosten Jan Cornelisz Swanenburg, ten zuiden den Rijn, ten westen Johannes van Deventer, predikant te Weesp en ten noorden de Heereweg, belast met een jaarlijkse erfpacht van 15 stuivers ten behoeve van Maarten Overgaauw. Jongste waarbrief d.d. 01-11-1713. Koopsom 1.400 gulden. | ||
14-05-1733 | Koudekerk | Willem Cornelis Plemper verkoopt over aan Hendrick Esveld een huis met erf in de Lagewaard, belend ten oosten Claas van der Wilg (k?), ten zuiden Jan Iperlaan den Oude, ten westen en noorden de Lagewaardse wetering, belast met 1 gulden 5 stuivers erfpacht ten behoeve van de kerk van Koudekerk. Koopsom 550 gulden. | ||
02-11-1709 | Koudekerk | Anna van den Burg, meerderjarige dochter met haar broer Jacobus van den Burg hebben op 04-09-1709 verkocht aan Hendrik Cornelisz van Leeuwen een huis en erf in de Hondsdijk, gelegen tussen de dijk en de Rijn, belend ten oosten mr. Huijbert Roosenboom, heer van Schreevelsregt, president van de Hoge Raad van Holland, ten westen Oloff Bergs, ten zuiden de Rijn en ten noorden de Lage Rijndijk, belast met jaarlijks 1 gulden ten behoeve van de kerk van Koudekerk. Laatste opdrachtbrief d.d. 14-01-1681. Koopsom 250 gulden. | ||
02-11-1709 | Koudekerk | Schuldbrief. Hendrik Cornelisz van Leeuwen is 250 gulden schuldig aan Arij Jansz van der Mark. Gesteld onderpand: bovengenoemde aankoop. | ||
23-06-1808 | Koudekerk | Cornelis Westgeest, wonende te Koudekerk, daartoe gemachtigd door Leendert Reser te Monster, Dorothea Cornelia Wisselie, weduwe en erfgenaam van Nicolaas Armand en Grijsemarus Abrahamus Christ, beide woonachtig te Den Haag, verkoopt aan Cornelis Boon te Koudekerk een huis met erf (nr. 3)in de Hondsdijk, belend ten oosten het land van Simon Eland, ten zuiden de Rijn, ten westen Cornelis Westgeest en ten noorden de Hereweg en wel met 3 lengteroeden grond aan de oostzijde tot aan de Hereweg en de breedte tot aan het wagenslag en het Jaagpad. Het huis wordt in drieën bewoond, waarbij koper van het 2e en 3e gedeelte vanaf 01-05-1808 de huur toekomt. Koper moet gedogen dat op voornoemde grond overpad moet worden gegeven ten behoeve van het land van Simon Eland. Jongste waarbrief d.d. 06-07-1803. Koopsom 600 gulden, waarvan 200 gulden contant en 400 gulden met een schuldbrief ten behoeve van de eerste twee verkopers. | ||
25-03-1720 | Koudekerk | Akte waarin schout en schepenen aan Johannes de Jongh, wonend te Koudekerk, het verzoek doen voogd te worden van Christina Craenmeester, wonende te Amsterdam. Johannes de Jongh weigerde vanwege zijn leeftijd en vanwege het feit dat hij al belast was met drie voogdijen. | ||
04-06-1757 | Koudekerk | Jan van der Maan met procuratie van Geertruij IJperlaan, weduwe van Cornelis Klink, gepasseerd voor notaris Johannes Beukelaar te Amsterdam d.d. 01-09-1756, heeft op 27-09-1756 in het openbaar verkocht en draagt over aan Jan van Oostenrijk een huis en erf in de Honsdijk, belend ten oosten Trijntje Steenwijk, ten zuiden de Rijn, ten westen Cornelis Vermij en ten noorden de Lage Rijndijk. Jongste d.d. 26-06-1680. Koopsom 242 gulden. | ||
08-05-1790 | Koudekerk | Cornelis Le Clerq, baljuw, schout en secretaris van de Hoge en Vrije Heerlijkheid Warmond, met volmacht van Jakob Maximiliaan Wobma en zijn echtgenote Geertruida Helena Speelman, wonend te Oirschot, verklaart op 30-01-1790 in het openbaar in het Herenlogement Den Burg te Leiden te hebben verkocht aan Kornelis Spijker te Aarlanderveen en Jan Stuijvenberg te Hazerswoude een kapitale huismanswoning, genaamd Hoogkamer, met barg, stalling, schuur, zomerhuis en verder getimmerte, met 28 morgen 462 roeden wei- en hooiland, gelegen in de Lagewaardse polder te Koudekerk, vanaf de Lagewaardseweg tot aan het Woudambacht of de Ruigekade, belend de woning met 13 morgen 300 roeden land ten zuiden de Lagewaardseweg, ten westen de heer Vierulij, ten oosten de heer Straalman en ten noorden het Woudambacht of Ruigekade en de overige 15 morgen 162 roeden ten oosten Arij Kornelisz, ten zuiden de heer Vierulij, ten westen de Lutteke Rijn en ten noorden het Woudambacht of Ruigekade. In deze verkoop zijn begrepen alle stalreepels, 5 bargspillen, een bargheef, een bargladder, een ladder voor de zolder, 2 varkenszeunen en het haardijzer in de keuken, voor welke goederen bij het transport 25 gulden zal worden betaald en welke goederen in gebruik moeten blijven bij de huurder. Het land, groot 13 morgen 300 roeden is jaarlijks belast met één gulden 7 stuivers rente ten gunste van de kerk van Koudekerk en het andere stuk land met 10 stuivers eveneens ten gunste van genoemde kerk. Van het stuk land, groot 15 morgen 162 roeden, wordt 10 morgen minus 150 roeden in leen gehouden van het Huis van Warmond, vermeld in het Leenregister met no. 3 te verheven met een Roode Sperwer of 10 schellingen goed geld. De meest recente verleijbrief dateert van 01-11-1788 en welk leen ten laste van de kopers komen. De laatste transportbrief dateert van 02-01-1788. Kopers moeten gedogen dat de huidige huurder, Hendrik Baars, de woning en landerijen tot respectievelijk eind april 1794 en kerstmis | ||
00-05-1790 | Koudekerk | Kopie van de akte van procuratie dd. 21-12-1789 opgemaakt door schepenen van de Heerlijkheid Oirschot, waarbij Maximiliaan Wobma en zijn vrouw Geertruide Helena Speelman, wonende te Oirschot, volmacht verlenen aan Cornelis Le Clerq, baljuw, schout en sekretaris van de Hoge en Vrije Heerlijkheid Warmond namens hen bovenstaande woning en landerijen te doen verkopen en te transporteren te doen plaatsvinden. | ||
16-05-1696 | Koudekerk | Cornelis Jansz Iperlaan als man van en voogd over Ariaantje Bruijnen Backer, eerder gehuwd geweest met Hendrick Everse de Groot, verkoopt aan Jan van der Sanden een huis met erf in de Hondsdijk, belend ten oosten de weduwe van Pieter van der Burg, ten zuiden de Rijn, ten westen Dirick Gerritsz Booman en ten noorden de Hereweg, belast met 28 stuivers per jaar ten behoeve van advocaat Bruer. Laatste transportbrief d.d. 18-05-1677. Koopsom 400 gulden, waarvan 50 gulden contant en 350 gulden met een schuldbrief. | ||
29-04-1779 | Koudekerk | Isaac Martin, kolonel in 'slands Infanterie, gehuwd met Johanna Ernestina van Goor en Jan Adriaan van Goor den Oosterling, lid van de Raad der stad Breda, mede namens jonkvrouwe Adriana Christina van Goor en jonkvrouwe Maria Catharina van Goor, ingevolge akte d.d. 30-10-1778, te samen als erfgenamen van hun moeder Esther de Lannoij, welke was gehuwd met Thomas Ernst van Goor, een en ander volgens hun testament d.d. 20-06-1772, (genoemde Esther de Lannoij was met haar broer Jan de Lannoij erfgenaam van Adriaan den Oosterling, ingevolge diens testament, gepasseerd voor notaris Willem Guldemont te 's-Gravenhage d.d. 20-03-1718, doch door overlijden van haar broer was zij alleen in het bezit gekomen van de nalatenschap), verkopen aan Jacob Paridanus Holtius, predikant te Koudekerk, een huismanswoning in de Hondsdijkse polder, genaamd Bijkerk, met een hooiberg, schuren, wei- en hooilanden, boomgaard en moestuin, groot 24 morgen en 106 roeden. Het geheel wordt belend ten oosten door de koper en Hermanus van der Mark, ten westen Jan van Dam, de dames Kouwenhoven en de erfgenamen van de Heer van Koudekerk Arij Cornelisz, ten zuiden, met buitendijkse grond over de Rijndijk, de Rijn, Elisabeth van Rhijn, Jan van Dam en Arij Cornelisz en ten noorden het ambacht Woubrugge. Van de koop wordt uitgezonderd een kaagbarg met de daaronder staande schuur, welke toebehoord aan Lijsje Spruijt, weduwe en boedelhoudster van Aart Sijdervelt, en een in het zomerhuis ingemetselde waterketel, welke genoemde huurster Lijsje Spruijt mag amoveren. Koper zal moeten gedogen dat de naast gelegen wagenmakerij, thans toebehorend aan Jan van Dam, een vrije doorvaart heeft door een brug in de Rijndijk, tegen een jaarlijkse pacht van 2 gulden toekomend aan het onderhavig verkochte, welke pacht aflosbaar is met een bedrag van 50 gulden. Een groot gedeelte van het land bevat de allerbeste steen-, pan- en estrikaarde, welke door een bij de woning behorende brug in de Rijndijk gemakkelijk kan worden | ||