Een viertal mensen kijken rond in een natuurhistorisch museum. De directeur ziet dat het sluitingstijd is. Een jongen loopt een donkere ruimte in. Bezoekers verlaten het museum en de directeur sluit af, terwijl de jongen nog in de donkere ruimte zit. De directeur verlaat het museum. De jongen zit nog in het donker en wordt angstig. Hij ziet een schedel die hem aan lijkt te kijken. De jongen slaat op de vlucht. Ondertussen ontdekt de directeur dat hij zijn sigaretten is vergeten en gaat terug naar het museum. De jongen wordt in het museum achterna gezeten door een donker figuur met een schedel en een gewei. De directeur komt binnen en pakt zijn sigaretten. De bange jongen hoort hem en rent naar hem toe.