Het huis in Tytsjerk in oude staat. Men begint te werken aan de tuin. Het oude kippenhok wordt gesloopt. Uit de tuin van de te slopen villa worden jonge bomen gehaald. Aan de Badweg in Leeuwarden met Jaap de Beer en Frans en Winfryd. De afbraak en wederopbouw van het buitenhuis door het timmerbedrijf van Wybren Kingma. Gabe en Jelke zijn aan het rietdekken met hulp van buurman Melle Buruma. De eerste aardbeienoogst. Nynke helpt bij het verven van de buitenmuur. De eerste motormaaier van het gezin Andringa. In de herfst kunnen de eerste appels worden geplukt. Er worden berkenbomen van het terrein van Werkmanslust gehaald, deze woningen worden gesloopt. Nynke en een egel. Diverse bomen komen uit het bos van Boswachterij Appelscha (de heer Ponsen).