Comparanten / verkopers:
- Aeltgen Corssen, als grootmoeder, en
- Oth Ariszn. van Schadijck en
- Harman Janszn., als mombers van de onmondige kinderen van wijlen Cornelis Janszn. van Baewrn en Lijsgen Jans, in leven echtelieden), willen dit met goedkeuring van dit Edele Gerecht bij opbod verkopen, zijnde zonder lasten.
Aanvaarding 1 mei 1628 en de koper zal dan in aftrek van de kooppenningen 100 gulden betalen en 1 mei 1629 nog 100 gulden en de resterende kooppenningen zal de koper tegen 6% rente mogen behouden, ingaande 1 mei 1628 tot aflossing.
Transport zal gedaan worden op kosten van de koper bij de aflossing of "vestiture" die de koper in dat geval ook op zijn kosten moet nemen.
De 40e penning en vestiture zal de koper alleen dragen. De koper zal boven de beloofde kooppenningen contant betalen voor iedere gulden een "oortje ten gelage" en een "oortje ten rantsoen" , naar believen van de verkopers.
De koper zal gehouden zijn dadelijk twee aanvaardbare borgen aan te stellen. Indien hij dat niet kan doen, dan zal de veiling doorgaan tot schade van de eerste koper en profijt van de verkopers bij minder of meer geld. Als men zich in het bod vergist, gaat de veiling door.
Als er geen koop is, dan zal er geen wijnkoop zijn.
Er is ingezet door Henrick Bosch voor 458 gulden en hij heeft daar overheen geboden 5 gulden en 19 stuivers. Hij is koper gebleven op 04-01-1628.
Op 05-01-1628 verklaart Henrick Bosch het huis gekocht te hebben ten behoeve van Gerrit Janszn., bombasijdewerker en Grietgen Harmans, echtelieden, die verklaarde de koop aan te gaan en aan de condities te voldoen en op verzoek borgen te stellen.
De akte is ook getekend door Goort (of Goert) Lubertsen.