Uw zoekacties: Notariële akten

Notariële akten ( Archief Eemland )

Filter: Verklaringx
beacon
56  notariële akten
sorteren op:
 
 
 
 
Notariële akte
Johan van Ingen 410 10-06-1612 Verklaring
Datering:
10-06-1612
Notaris:
Johan van Ingen
Plaatsingscode:
AT 002b002
Aktenummer:
410
Soort akte:
Verklaring
Samenvatting:
Verklaring
Bijzonderheden:
Cors Gerrits, oud omtrent 66 jaren, verklaart "bij ware worden" in plaats van eede, op verzoek van de Kerckmis van de Lieve Vrouwen Capelle te blijven bij zijn verklaring op Interrogatorien (dit is lijst van vraagpunten door een der partijen overlegd, om daarop de ander te horen), op 22-07-1606 gedaan, daarbij verklarende dat zo lang hij comparant zich herinnert, de landen strekkende van Oeyevaershorst tot aan de Bavoorderbrug, genaamd "de Bruyne Haer" aan de westzijde begraven en bewald zijn geweest en aan de oostzijde met de beek afgesloten zijn, welke wal de scheiding is van de "Bruyne Haer" en de gemeente van Leusden. Hij verklaarde nog dat ook de landen strekkende van Wilem Botters land inclusief de voornoemde wal tot aan de beek oostwaarts en voorts aan de voornoemde brug noortwaarts altijd genaamd zijn geweest en nog genaamd worden "die Bruyne Haer" en niet Suijderbroeck, dat daar onder niet behoort. Voor redenen van wetenschap verklaarde de comparant van kindsbeen af en zo lang hij zich herinnert dichtbij dit goed gewoond te hebben en de voornoemde "Bruyne Haer" gekend te hebben en daarom wel te weten dat de voornoemde begraving en wal in zijn tijd niet is "gedaan of geleijt". Indien verzocht, wil hij dat te allen tijde met de eed bevestigen. Getuigen: Gerrit van Dael en Henrick Pouwels.
Verder compareerden nog: - Jan Cornelis, oud omtrent 48 jaren, en - Margriet Adams, oud omtrent 64 jaren, borgerse van Amersfoort. Zij verklaarden, op verzoek als bovenvermeld, dat zij zich wel kunnen herinneren dat de landen, strekkende van Oeyevaershorst tot aan de Bavoorderbrug", die genaamd zijn "de Bruyne Haer", begraven en bewald zijn geweest, zijnde langer geleden dan 40 jaren, welke wal de scheiding is van de "Bruyne Haer"en de gemeente van Leusden.
Bijzonderheden vervolg 1:
Zij verklaarden nog dat zekere landen strekkende van Willem Botters land inclusief binnen de voornoemde wal bijna tot aan de Bavoorderbrug toe, de voornoemde Capelle toebehorende, mede genaamd zijn de "Bruyne Haer". Zij verklaarden dat mede zij, comparanten, met Cornelis Janszn. , hun respectieve vader en man, omtrent 40 jaar geleden gekomen zijn om te wonen op het goed dat tegenwoordig in bezit is van Evert van Butselaer, onder welk goed begrepen is zeker stuk land, strekkende van Willem Botters land af langs de voornoemde landen van de Capelle en langs de beek, aan dezelfde kant tot aan de voornoemde Bavoorderbrug, welk stuk land zij, comparanten, dikwijls met verscheidene soorten koren hebben bezaaid, zonder dat ooit daarop enige thiens is geheven als niet behorende onder 't Suyderbroeck. Indien verzocht willen zij dit met de eed bevestigen. Getuigen: Gerrit van Dael en Henrick Pouwels 12-06-1612.
Dan compareert nog Peter Wouterzn. in Westeyger (of Besteyger ?) en verklaarde op verzoek als boven vermeld dat hij blijft bij zijn verklaring op interrogatoriën, gedaan op 22-07-1606, waar het er om gaat dat zo lang hij zich herinnert de landen strekkende van Oeyevaershorst tot aan de Bavoorderbrug, genaamd "de Bruyne Haer", aan de westzijde begraven en bewald zijn en aan de oostzijde met de beek afgesloten, welke wal de scheiding is van de Bruyne Haer en de gemeente van Leusden. Hij verklaarde nog dat ook de landen strekkende van Wilem Bottels land inclusief de voornoemde wal tot aan de beek, oostwaarts en voorts aan de voornoemde brug noordwaarts altijd genaamd zijn geweest en nog genaamd zijn "de Bruyne Haer"en niet Suijderbroeck, en daaronder ook niet behorende.
Bijzonderheden vervolg 2:
Hij verklaart dat hij omtrent 40 jaar geleden met zijn ouders op Oeyevaershorst gewoond heeft en dit zelf daarna 12 jaren heeft gebruikt en daardoor hiervan goede kennis heeft. Namelijk dat de voornoemde wal er al vóór de voornoemde tijd van 40 jaren geweest is. "tot dien eynde renuncerende 't waardelen 't sedert bij de verclaringe voor notaris en getuigen, gedaan op 14-10-1610." Getuigen: Gerrit van Dael en Henrick Pouwels. 12-06-1612.
Verder compareerde Evert Willemszn., wonende te Leusden, oud omtrent 41 jaren. Hij verklaarde op verzoek als boven vermeld, alsnog te blijven bij zijn verklaring voor Jacob van Bitterschoten, notaris en getuigen, gedaan op 14-10-1610, uitgezonderd dat aldaar is gesteld dat "de Bruyne Haer" sedert 20 jaren terug zou zijn bewald en begraven, welk woordje "sedert" is geschreven bij "errene" ("fout") of misverstand, want deze bewalling en begraving was al lang geschied voor de datum dat hij, comparant, dit land gekend heeft, en was toen al een oude wal, waar hij toen hij 15 jaar oud was zijn schapen heeft gehoed. Hij wil dit met de eed bevestigen. Getuigen: Gerrit van Dael en Henrick Pouwels.
Er compareerde nog Jan Thoniszn., wonende in de Westeyger, oud omtrent 38 jaren, en hij verklaarde alsnog te blijven bij zijn verklaring voor Jacob van Bitterschoten, notaris en getuigen, op 14-10-1610 gedaan, uitgezonderd dat aldaar gesteld is dat "de Bruyne Haer" sedert 14 jaren bewald en begraven zou zijn, welk woordje "sedert" geschreven is bij "errene" ("fout") of misverstand. Hij verklaarde dat hij van zijn 12e en 13e jaar aldaar met zijn vader dikwijls heeft verkeerd en toen wel heeft gezien dat de wal aldaar er al lag. Hij wil dit eventueel met de eed bevestigen. Getuigen: Gerrit van Dael en Henrick Pouwels. 14-06-1612.
verklaarder:
Cors Gerrits  
Jan Cornelis  
Margriet Adams  
Peter Wouterzn.  
Evert Willemszn.  
Jan Thoniszn.  
Getuige:
Gerrit van Dael  
Henrick Pouwels  
verzoeker:
(de Kerckmis)  
Organisatie: Archief Eemland
 
 
 
 
 
Notariële akte
Johan van Ingen 400 14-05-1612 Verklaring
Datering:
14-05-1612
Notaris:
Johan van Ingen
Plaatsingscode:
AT 002b002
Aktenummer:
400
Soort akte:
Verklaring
Samenvatting:
Verklaring
Bijzonderheden:
(zie ook de aktenrs.: 379, 381, 388, 390, 392 en 400) Adriaen Rijcxzn. en Grietgen Jans, echtelieden, verklaarden op verzoek van Rijck van Diest, dat Anna Gerrits (bij wie Fijchgen Harmans tot haar huwelijk gewoond heeft), tegen hen, comparanten, omtrent 14 dagen geleden verklaard heeft dat Fijchgen, toen zij omtrent 20 weken het kind gedragen had, zeep en zout heeft gegeten en dat zij dit verscheidene keren had gedaan. Zij verklaarden nog dat Anna op voornoemde tijd tegen hen verklaard heeft dat zij de lieden waar Fijchgen ging werken, dikwijls heeft gewaarschuwd dat zij zouden opletten omdat Fijchgen dikwijls enig goed thuis bracht en dat zij, Anna, nog verklaarde te hebben begrepen dat Fijchgen ten huize van Wouter Evertszn. nog boter en brandewijn had meegenomen toen zij al barensweën had en dat haar aldaar de boter weer uit de mand was gehaald. Zij willen dit altijd met de eed bevestigen. Akte ter woonplaats van de verzoeker. Getuigen: Evert van Dael en Peter Henricxzn.
verklaarder:
Adriaen Rijcxzn.  
Grietgen Jans  
verzoeker:
Rijck van Diest  
Getuige:
Evert van Dael  
Peter Henricxzn.  
Organisatie: Archief Eemland
 
 
 
 
 
Notariële akte
Johan van Ingen 396 22-04-1612 Verklaring
Datering:
22-04-1612
Notaris:
Johan van Ingen
Plaatsingscode:
AT 002b002
Aktenummer:
396
Soort akte:
Verklaring
Samenvatting:
Verklaring
Bijzonderheden:
(zie ook de aktenrs.: 379, 381, 388, 390, 392 en 400) Claes Janzn., borger van Amersfoort, gehuwd met Hebbel Henricx, verklaart op verzoek van Rijck van Diest, dat hij woont naast het huis dat Anna Gerrits tegenwoordig bewoont (staande achter de Heylige Geest, alhier) en dat hem daarom bekend is dat ten huize van Anna Gerrits, Fij Princen tot haar huwelijk toe, en Griet Princen, haar zuster, ettelijke jaren gewoond hebben en dat Griet Princen daar nog steeds woont. Anna Gerrits heeft in haar huis geen goede regel gehouden of houdt dit alsnog, namelijk dat in dit zelfde huis langer dan een jaar terug tot veelvuldige en verscheidene keren gedurende gehele nachten groot rumoer en "regiment van drincken en clincken, dansen en springen" is geweest. Ook dat omstreeks Kerstmis laatstleden toen Hebbel Henricx, comparants huisvrouw, bezig was van een kind te bevallen, er veel rumoer gehoord is geweest en toen Anna Gerrits de vrouw van comparant wilde gaan helpen, merkte deze dat Anna dronken was en heeft ze verklaard de hulp niet te willen omdat zijlieden gedurende "de lange arbeid in droefheid" waren en de anderen een regiem van vrolijkheid hielden. Waarop Anna antwoordde dat het haar niet roerde, zij wilde in haar huis doen wat ze wilde. Zoals deze Anna omtrent 14 dagen (anderhalve week) daarna, toen comparants oudste zoontje stierf, ook dronken in hun huis is gekomen, waarover comparants vrouw deze Anna berispte, zeggende: "gaat gij van hier, gij zijt al wederom dronken, het is te uwent altijd blijdschap en vrolijkheid." Waarop Anna daarop wederom kwaad antwoord heeft gegeven en is weggegaan. Comparant verklaart nog dat er verscheidene keren "op de deur van Anna is gelopen" en ook nog op Paasavond laatstleden. En dat ook op "Verloocken Paeschen" in de voornacht wederom een vergadering ten huize van Anna is geweest, waarbij zodanig geschal is gebruikt als voornoemd. Van dit alles heeft, zo verklaarde hij, zijn huisvrouw dezelfde kennis.
Bijzonderheden vervolg 1:
Indien verzocht, wil hij dit met de eed bevestigen. Getuigen: Frederick Janzn. van de Ham en Daniel Carelszn. Ook Hebbel Henricx compareerde nog en verklaart dat de inhoud van bovenstaande verklaring juist is, uitgezonderd dat zij is vergeten wat zij in haar barensweën tegen Anna heeft gezegd. Indien verzocht wil zij dit met de eed bevestigen.
verklaarder:
Claes Janzn.  
Hebbel Henricx  
verzoeker:
Rijck van Diest  
Getuige:
FrederickJanzn. van de Ham  
Daniël Carelszn. (of Karelszn.)  
Organisatie: Archief Eemland
 
 
 
 
 
Notariële akte
Johan van Ingen 392 24-04-1612 Verklaring
Datering:
24-04-1612
Notaris:
Johan van Ingen
Plaatsingscode:
AT 002b002
Aktenummer:
392
Soort akte:
Verklaring
Samenvatting:
Verklaring
Bijzonderheden:
(zie ook aktenrs.: 379, 381, 388, 390, 396 en 400) Grietgen Courts van Groeningen, oud omtrent 20 jaren, verklaart op verzoek van Rijck van Diest, dat zij een jaar gewoond heeft ten huize van Wouter Evertzn., koekebakker alhier, alwaar zij inmiddels de huur heeft beeindigd, en dat haar "volk" binnenshuis dikwijls tegen haar, comparante, heeft geklaagd dat zij boter uit de ton misten en dat zij uiteindelijk (op dezelfde dag als zij met Fij Princen en Weysche was en deze Fij des nachts daarna in de kraam beviel) in de mand van Fij een doekje vond met boter en een kannetje met brandewijn. Zij verklaart dat zij, comparante, dit dadelijk aan haar "heerschap" heeft laten zien, en deze Fij bekende de brandewijn aldaar getapt te hebben, en haar, comparantes, volk heeft er niets van willen zeggen omdat Fij bezig was naar het scheen een kind te krijgen. Indien verzocht, wil ze dit met de eed bevestigen. Akte ter woonplaats van Rijck van Diest. Getuigen: Aernt Jochems en Adriaen Rijcxzn.
verzoeker:
Rijck van Diest  
Getuige:
Aernt Jochems  
Adriaen Rijcxzn.  
verklaarder:
GrietgenCourts van Groeningen  
Organisatie: Archief Eemland