Uw zoekacties: Notariële akten

Notariële akten ( Archief Eemland )

Filter: Arbitragex
beacon
7  notariële akten
sorteren op:
 
 
 
 
Notariële akte
J. van Ingen 270 (+ 261-272) 11-06-1611 Arbitrage
Datering:
11-06-1611
Notaris:
J. van Ingen
Plaatsingscode:
AT 002b002
Aktenummer:
270 (+ 261-272)
Soort akte:
Arbitrage
Samenvatting:
Arbitrage (compromis) (copy)
Bijzonderheden:
Comparanten: Dirck Meynszn. en Gerrit Gerritszn. Voor de datum van het compromis tussen Meynszn. en Gerritszn. werd gesloten, zijn deze partijen overeengekomen: - dat Gerritszn. is "gevaren" en voorts "varen" zal met zijn balken en anders in de gevel van Meynszn. en dat Gerritszn. op deze gevel zal mogen timmeren, mits dat Meynszn., wanneer hij of zijn navolgers hoger wilden timmeren, evenzo in de verhoogde gevel zal mogen varen die voortaan tussen hen gemeenschappelijk zal zijn, zonder dat Meynszn. of zijn nazaten daarvoor vergoeding gehouden zijn te betalen. - dat Gerritszn. zal varen met zijn betimmering als zulks vereist isl in de achtermuur van Meynszn. en de drop aldaar betimmeren, waarvan hem vergoeding zal worden verleend door Gerritszn., na uitspraak van de arbiters, mits Gerritszn. voor hem en zijn nazaten belooft de goot die op deze betimmering aan het dak van Meynszn. zal vallen, op zijn kosten te maken, onderhouden en dichthouden, op straffe van alle schade te voldoen die Meynszn. of zijn nazaten bij nalaten hiervan zouden mogen lijden. En de sparren van het achterdak van Meynszn. (hetwelk door Gerritszn. zal worden betimmerd) zullen in dezelfde staat blijven als zij tegenwoordig zijn. Tenzij de noodzaak anders vereist, zal dit, als boven, onder arbitrage vallen. Meynszn. heeft bij deze toestemming verleend dat Gerritszn. met zijn betimmering van de kelderdeur zal varen in de kelderdeur van Meynszn., zonder schadevergoeding. Onder de conditie dat, wanneer Meynszn. of zijn nazaten enig gebrek of interesse daarbij hadden, dan zal Gerritszn. of zijn nazaten gehouden zijn de plaats of grond van Meynszn. tussen de kelderdeuren, zijnde omtrent een halve voet in de breedte of de breedte van de gevel tussen beide, te ruimen. Alles blijft verder volgens het compromis en de arbitrage.
Eerste partij:
Dirck Meynszn.  
Tweede partij:
Gerrit Gerritszn.  
Organisatie: Archief Eemland
 
 
 
 
 
Notariële akte
J. van Ingen 268 (+ 261-272) 02-06-1611 Arbitrage
Datering:
02-06-1611
Notaris:
J. van Ingen
Plaatsingscode:
AT 002b002
Aktenummer:
268 (+ 261-272)
Soort akte:
Arbitrage
Samenvatting:
Aanstelling arbiters
Bijzonderheden:
Comparanten: Dirck Meynszn. en Gerrit Gerritszn. Aangezien door het getimmer dat reeds is gedaan en nog moet gebeuren door Gerritszn. zekere kwesties waren gerezen en nog komen te verrijzen tussen Gerritszn. en Meynszn., zo is het dat voornoemde partijen en Jan Franszn., die zich sterk maakt voor Gerritszn., zijn zwager, zich zullen overgeven aan de uitspraak en arbitrage van Peter Franszn., borgemeester, en Jan Andrieszn., om aan Meynszn. goed te doen en te betalen alle schade die hij door het getimmer al heeft geleden of nog zal lijden. Wanneer de arbiters zich enigszins bezwaard vinden, kunnen zij ook onpartijdige timmerlieden en metselaars inschakelen tot hun "Ed. discretie" . Zij beloven partijen te "achtervolgen", hetgeen door de arbiters hierbij uitgesproken zal worden.
Arbiter:
Peter Franszn.  
Jan Andrieszn.  
Eerste partij:
Dirck Meynszn.  
Tweede partij:
Gerrit Gerritszn.  
Jan Franszn.  
Organisatie: Archief Eemland
 
 
 
 
 
Notariële akte
J. van Ingen 265-266 (+ 261-272) 01-12-1611 Arbitrage
Datering:
01-12-1611
Notaris:
J. van Ingen
Plaatsingscode:
AT 002b002
Aktenummer:
265-266 (+ 261-272)
Soort akte:
Arbitrage
Samenvatting:
Arbitrage (uitspraak)
Bijzonderheden vervolg 1:
Artikel 9: Het genoemde in dit artikel wordt door Gerritszn. uitgevoerd volgens zijn goedvinden. De partijen blijven voorts in hun "gerechtigheden". De namen van de parttijen, hiervoor genoemd, worden vastgelegd voor hen en hun erven en navolgende eigenaren van hun huis. Aangezien Dirck Meynszn. door het getimmer van Gerrit Gerritszn. grote "onledicheijt en onreijnicheijt" heeft gehad, en dat hem ook terzake van enige van zijn klachten als geleden schade vergoeding toekomt, wordt hem daarvoor bij deze toegewezen de som van 51 carolus gulden alsmede het oude raam met de vensters daartoe behorende, staande in de Nijestraat (= Nieuwstraat), Gerritszn. toebehorende. Gerritszn. zal alleen dragen de onkosten van de schrijnen, en de verteringen tot deze tijd over deze kwestie zullen vervallen. De helft van 51 gulden te betalen Kerst 1611 en de helft mei 1612 en als er verdere kosten bij zouden komen, betalen partijen half om half. Waarmede alle kwesties en haastige woorden "dood en teniet" zullen zijn. Getekend: Peter Franszn. en Johan Andrieszn.
Bijzonderheden:
(Zie ook 261+263) N.B. onder aan deze akte staat dat Dirck Meynszn. en Gerrit Gerritszn. met deze uitspraken accoord gaan.
De arbiters, gezien en gehoord hebbend de aanklacht van Meynszn. en het verweer van Gerritszn. daartegen, hebben krachtens compromis uitgesproken en verklaard als volgt. Artikel 1: De gevel blijft gemeenschappelijk en voor het uitsteeksel hoeft Gerritszn. geen schade te compenseren.
Artikel 2: Voor zover Meynszn. de clotsen kan tonen die door de gemeenschappelijke muur steken en als hij daarbij achteraf letsel of schade zal lijden, dan zal dit alsdan door Gerritszn. worden geruimd voor zover deze clotsen bevonden worden verder uit te steken dan de gemeenschappelijke muur strekt.
Artikel 3: Aangezien Meynszn. aan Gerritszn. toestemming heeft gegeven de gemeenschappelijke gevel te gebruiken, dat daarom Meynszn. en zijn erfgenamen te allen tijde mede de gehele gevel of muur zullen mogen gebruiken en dat alsdan Gerritszn. zijn goot van deze gevel in het geheel zal moeten verwijderen.
Artikel 4: Gerritszn. is, volgens zijn presentatie, gehouden te allen tijde, als hem dit gemaand wordt door Meynszn. of zijn erfgenamen, de schoorsteen zo hoog op te trekken als Gerritszn.'s huis is en voor wat betreft het verhogen van de gevel zal Gerritszn. mogen volstaan met de hoogste door hem gemaakt.
Artikel 5: Gerritszn. en zijn navolgers zullen de goot op hun kosten moeten onderhouden en het water leiden zonder schade aan Meynszn. en zijn navolgers en er ook geen onrein water doorheen lozen.
Artikel 6 + 7: Wat onder artikel 6 staat wordt bevonden te moeten stoppen en de geëiste vergoeding in het 7e artikel vervat is in de navolgende som, die Meynszn. in totaal voor zijn schade wordt toegewezen, inbegrepen.
Artikel 8: Verklaard wordt dat Gerritszn. het portaal zal doen maken alsmede de posten van de loods overeind zetten op zijn kosten, mits dat Meynszn. voor ditzelfde portaal en loods de pannen en latten zal doen.
Arbiter:
Peter Franszn.  
Johan Andrieszn.  
Eerste partij:
Dirck Meynszn.  
Tweede partij:
Gerrit Gerritszn.  
Organisatie: Archief Eemland
 
 
 
 
 
Notariële akte
J. van Ingen 263 (+ 261-272) ongedateerd (1611) Arbitrage
Datering:
ongedateerd (1611)
Notaris:
J. van Ingen
Plaatsingscode:
AT 002b002
Aktenummer:
263 (+ 261-272)
Soort akte:
Arbitrage
Samenvatting:
Arbitrage ("Debath")
Bijzonderheden:
Debat naar aanleiding van de "pretensien" van Dirck Meynszn. (Eerste partij). Tweede partij is Gerrit Gerritszn., bakker.
Verweer van Gerrit Gerritszn. naar aanleiding van aktenummer 261, artikel 1: Op de bewering dat hij een steen voorbij of tegen het plat van de gevel van Meynszn. zou hebben gemetseld en dat dit is geraamd op 75 gulden, zei Gerritszn., dat Meynszn. hem had toegestaan op voornoemde gevel te metselen, mits hij daarna ook hetzelfde zou mogen doen zonder enig protest, dat het hem ook daarom vrij staat deze gevel te verbreden in welke verbreding of uitsteeksel Meynszn. gelijk recht in de gehele en verhoogde gevel zal genieten, behalve dat Meynszn. ten tijde van het metselen zelf heeft toegestaan dezelfde uitsteeksels en verbredingen van de gevel en zelfs verlangt dat men het ook zo zou mogen maken, hoewel Gerritszn. zijn toestemming daarin niet nodig had en Gerritszn. beweert dat Meynszn. van de voornoemde verbreding van de gevel geen protest toekomt. Hij ontkent dat Meynszn. hem toestemming zou hebben gegeven met zijn balken te "varen" in voornoemde gevel, maar die halve gevel is hem door Meynszn. verkocht zoals uit de koopcedulle blijkt.
Artikel 2: Hierover zei Gerritszn. dat, aangezien hij volgens voornoemde koopcedulle de gevel voor de helft in bezit heeft, het hem ook geoorloofd is de "clotsen" (= stuk hout) dwars te doorbreken in een gemeenschappelijk werk zoals dat aan de andere zijde eveneens mag gebeuren, want men kan geen gemeenschappelijk werk plegen in de helft van de gevel. Hij ontkent ook dat de clotsen een voet door zouden steken, zodat Meynszn. de begrote som, in dit artikel gesteld, tevens niet toekomt.
Artikel 3: Gerritszn. zei die loden goot voor een deel binnenshuis en een ander deel op de halve steen, die hem toekomt, te hebben gelegd en daarbij heeft hij de andere helft van de gevel van Meynszn. vrij gelaten.
Bijzonderheden vervolg 1:
Dus wanneer Meynszn. hoger zal willen timmeren, mag Gerritszn. het lijden dat Meynszn. daarin volgt waartoe hij gerechtigd is.-
Artikel 4: Gerritszn. zei de gevel zo hoog opgehaald te hebben als voor zijn (Gerritszn.'s) huis nodig was en ontkent verder beloften te hebben gedaan dan voorzover het de schoorsteen aangaat. Hij heeft daarover Meynszn. een voorstel gedaan die dit weigerde en toen heeft Gerritszn. hem voorgesteld deze schoorsteen te allen tijde zo hoog op te halen als het huis van Geritszn., wanneer Meynszn. of zijn navolgers dit wensen.
Artikel 5: Hierover zei Gerritszn. dat bij inspectie zal worden bevonden dat de clotsen in zijn eigen muur zijn gelegen, buiten de plaat van Meynszn.'s dak en dat ook de goot buiten de plaat van Meynszn. gelegen is en dat Gerritszn. door deze goot ook het lekwater van Meynszn. moet leiden en de goot is zo gemaakt dat er geen water op Meynszn.'s grond kan lopen. De opmerking vervat in dit artikel is dan ook onnodig.
Artikel 6: Hierover zei Gerritszn. dat dit tegenwoordig door de metselaar gerepareerd is tot tevredenheid van Meynszn. en dit zou al gedaan zijn als de metselaar daartoe in staat was geweest.
Artikel 7: Gerritszn. zei dat hij deze muur niet verder heeft gebruikt dan 3 voet in de lengte en hij legt de schade vandien voor aan de arbiters, die uit de aanschouwelijk inspectie zullen bevinden dat de geëiste som van 100 gulden geheel overdreven is zonder dat in aanmerking wordt genomen welk voordeel Gerritszn. ten behoeve van de bedstede of anders daardoor heeft verkregen. Meynszn. heeft evenwel geen andere schade dan de 3 voet muur in de lengte.
Artikel 8: Gerritszn. zal alsnog een portaal maken zoals hij beloofd heeft en dit met Meynszn. met latten en pannen afdekken, welk portaal tussen hen gemeenschappelijk zal zijn en hij beweert tot geen loods gehouden te zijn en dat dit ook niet is beloofd.
Bijzonderheden vervolg 2:
Artikel 9: Gerritszn. gaat accoord om alsnog de gemeenschappelijke gevel te gebruiken, als ook verplicht te zijn tot het onderhoud van de goot en het ruimen van de plaats aan de kelderdeuren.
Eerste partij:
Dirck Meynszn.  
Tweede partij:
Gerrit Gerritszn.  
Organisatie: Archief Eemland