Uw zoekacties: Gevelstenen in Houthem en Geulhem (12) : Sint Gerlach 20 [Ho...
Artikelen ( Heemkundevereniging Houthem-St.Gerlach )
beacon
 
 
Artikel
Gevelstenen in Houthem en Geulhem (12) : Sint Gerlach 20 [Hoeve de Bol] (1/2)
Datering:
2002
Titel:
Gevelstenen in Houthem en Geulhem (12) : Sint Gerlach 20 [Hoeve de Bol] (1/2)
Auteur:
John Odekerken
Titel tijdschrift:
't Sjtegelke
Afleveringsnummer:
't Sjtegelke, jrg. 9, nr. 2, december 2002, p. 13-22
Samenvatting:
[Geschiedenis van de huidige boerderij Jongen, met diverse genealogische gegevens van de vroegere en huidige bewoners en diverse foto's van de boerderij, het boerenleven en het gezin Duijsens-Frijns. Met gegevens over de families Aerts, Haccourt, van der Schuren, Maessen, Duijsings en Jongen.]

Sint Gerlach 20:“Monumentale gesloten hoeve “in de Bol” gelegen aan de T-splitsing in het buurtschap Sint Gerlach en de zuid-oosthoek van de Vauwerstraat. De naam van de hoeve houdt verband met de zwarte kogelvormige bol boven de sluitsteen van de kleine toegangsduur.
Het jaartal 1683 boven de grote toegangspoort heeft betrekking op een nieuwbouw na een grote brand. De hoeve stamt echter reeds uit de 14e eeuw.” (1).

Aan weerskanten van de Vauwerstraat staan twee grote hoeven, waarvan de stichting teruggaat tot de 14e eeuw. Rechts lag de hoeve van Aert (I) Aarts, rentmeester van het klooster St. Gerlach. Hij moest anno 1565 aan de Bank Houthem 14 vaten rogge betalen, welke in het jaar 1599 teruggebracht werd tot 9 vaten.
Zijn zoon Aert (II) Aerts (1598-1655) huwde in 1645 met de 17 jaar jongere Maria van Mulcken. Nadat Aert (II) overleden was, huwde de weduwe Maria van Mulcken (1615-1707) op 13 nov. 1656 met Peter Haccourt († 1697). Peter Haccourt was brouwer en tapper. Hij vroeg in 1668 uitstel van betaling aan bij de Bank van Houthem, omdat de voor de Fransen vluchtende Spaanse troepen zijn huis hadden afgebrand. Uiteindelijk bouwde hij een nieuwe hoeve, die in 1683 klaar kwam. De gevelsteen boven de grote toegangspoort herinnert hier nog aan (2).

Waarschijnlijk is toen ook de er naast gelegen kleine toegangsdeur verbouwd met daarboven de merkwaardige zuil waarop een grote zwarte bol rust. Er zijn echter meerdere mogelijkheden m.b.t. het ontstaan en de betekenis van de bolvormige gevelsteen:
Samenvatting2:
1.Dit gedeelte is nooit afgebrand, dus ook niet vernieuwd in 1683 m.a.w. de bol is veel ouder.
2.Peter Haccourt was de opdrachtgever voor deze verbouwing, dus waarschijnlijk heeft hij rond 1683 deze versiering bedacht en vervolgens aangebracht. Er zal in dat geval zeer waarschijnlijk een relatie bestaan hebben tussen de bol en de fam. Haccourt, maar hier zijn tot op heden geen aanwijzingen voor gevonden.
3.“Peter Stassen sr. was in 1657 eigenaar van een huis, schuur en stallingen, genaamd de Croon, grenzend aan de Clootstraat. Voordien woonde Gerard Croon aldaar rond 1620. Hij kreeg dit pand van de erfgenaam Jan de Beije, die in 1569 huwde met Catharina Cloeps. In 1663 liet zijn zoon Adolf Croon, gehuwd met N.N. Cloest de zeer bouwvallige hoeve aan de Vauwerstraat afbreken en opnieuw bouwen van mergelblokken.” De hier bedoelde hoeve ligt naast hoeve “de Bol” aan de andere kant van de Vauwerstraat (voorheen Clootstraat?). Volgens Wolters’ Koenen Nederlands woordenboek betekent het woord “kloot” een bol of een kogel. Zou de bolvormige gevelsteen dan iets van doen hebben met de fam. Cloot/Cloeps-/Cloest resp. de Clootstraat? Indien er een relatie zou bestaan, dan moet hoeve “de Bol” ooit in handen zijn geweest van een zekere familie Cloot, Cloeps of Cloest, maar tot nu toe zijn ook voor deze stellingname onvoldoende bewijzen gevonden.
Volgens de overlevering weet Gèr Jongen van overbuurman Giel Roobroeks (1884-1968), dat er op de bedoelde lokatie in vroeger jaren altijd een café gevestigd was met de naam “in de Bol”.

Kinderen uit het 1e-huwelijk (Aerts-van Mulcken):
1) Hendrik Arts (*1648)
2) Johan Arts (*1649)
3) Arnoldus (III) Arts (1650-1720) x Maria Roebroeck
4) Christiaen Aerts (*1651)
5) Anna Aerts (1652-1723) x Jan Roebroeck
6) Servatius Aerts (*1654)
Samenvatting3:
Kinderen uit het 2e-huwelijk (Haccourt-van Mulcken) waren:
1) Elisabeth Haccourt (1657-1719) x Jan Philippens
2) Johannes Haccourt (*1659)
3) Arnold Haccourt († >1720) (ongehuwd; “lam en kreupel”)
4) Michiel Haccourt (†1717) x Maria Weijers (†1727)

Na het overlijden van Peter Haccourt in 1697 was er scheiding en deling, waarbij Arnold (III) Arts de hoeve, koolhof en het brouwgetuig kocht voor fl. 1.800,-. Arnold (III) Arts werd geboren in 1650 en huwde in 1678 met Maria Roebroeck (†1709). Hun zoon Mathias Aerts huwde in 1728 met Johanna Duijkers (1684-1760; wed. v. Mathias Roebroeck).
De weduwnaar Arnold (III) Arts woonde er in 1717 alleen met zijn dienstmeid. Zijn dochter Maria (ca.1680-1735) huwde in 1708 met Nicola(u)s Lenar(d)ts (1689-1747), welke bij hun (schoon-)vader ging inwonen. Kost en inwoning werden onderling verdeeld, maar al vlug ontstond er tussen Nicolas Lenardts en zijn schoonvader onenigheid omdat hij nog e.e.a. van hem te vorderen had. Na de dood van Arnold (III) Arts in 1720, werd de hoeve (huis en hof) in 1721 door de weduwe Maria Haccourt-Weijers verkocht aan de brouwer en tapper Nicolaas Lenardts voor fl. 1.200,-.

“In 1710 vond in de herberg van Michiel Haccourt aan de Vauwerstraat een zware mishandeling plaats, waarbij de nodige gewonden vielen. De ruziemakers hadden de dienstbode Johanna Duijckers (dezelfde die later huwde met Mathias Aerts?) op een hoop schansen geworpen en poogden haar een paardentuig om te doen. De eveneens daar gearriveerde Joannes Rietraedt trachtte tussenbeide te komen en werd daarop door een viertal inwoners van Houthem met knuppels, stoelen en bierkannen deerlijk geslagen” (3).
Samenvatting4:
De akkerman en herbergier Michiel Haccourt (†1717), in huwelijk met Maria Wijers, had een dochter Maria Helena (1697-1750), welke in 1731 huwde met Joannis van der Schuijren (1706-1788).
Zij kregen vervolgens in 1733 een zoon, Michiel van der Schuijren. Michiel huwde in 1764 met Maria Helena Kleuters (*1739).
Hun kinderen waren:
1) Joannes Arnoldus van der Schuijren*1767
2) Nicolaus van der Schuijren*1770 - †1770
3) Wilhelmus van der Schuijren*1771
4) Maria Ida van der Schuijren*1773
5) Petrus Alexander van der Schuijren*1776 - †1777
6) Michael van der Schuijren*1779
7) Petrus van der Schuijren*1782

In 1790 kocht Michiel de hoeve voor fl. 2.300,- (4). In 1794 is Michiel van der Schuijren, akkerman en herbergier, met 5 kinderen woonachtig in de hoeve. Hoe het eigenaarschap verder verlopen heeft, is moeilijk te reconstrueren, maar in 1829 kochten Christiaan (I) Delahaye en Anna van der Schuijren het huis, hof en gronden voor fl. 1.400,- (5). Anna was weer een dochter van Hubert van der Schueren (“halfwin op de hof van St. Gerlach, achter de kerk”) en Maria Aerdts. Hun zoon Christiaan (II) Delahaye huwde met Maria Anna à Campo en in 1835 werd te Hulsberg kleinzoon Christiaan (III) Hubert Delahaye geboren. Hij huwde in 1865 te Hulsberg met Estella Nuchelmans. Hun kinderen werden vanaf 1866 tot en met 1890 allen te Houthem geboren. Christiaan (III) Hubert Delahaye overleed te Houthem in 1916.

Johannes P.H. Maessen (1866-1950), zoon van Martinus Maessen en Hubertina Damoiseaux uit Schin op Geul, huwde op 16 mei 1899 met een dochter van Christiaan Hubert Delahaye en Estella Nuchelmans t.w. Leonie Maria Hubertina Theresia Delahaye (1869-1960) uit Houthem (6).
Samenvatting5:
We moeten er van uit gaan dat de familie Delahaye tot 1909 de boerderij in eigendom had en dat ze daarna door vererving in handen van de familie Maessen is gekomen, want hun kinderen werden niet in Houthem geboren, terwijl de boerderij vanaf 1909 wel door Johannes Maessen in de hoedanigheid van eigenaar aan derden werd verpacht.
Hun kinderen waren:
1)August Maessen, geb. te Schin op Geul 4 november 1900 en overl. te Vilt 24 mei 1921. Hij was student aan het Klein Seminarie te Rolduc
2)Maria (Mia) Henrica Hubertina Maessen, geb. te Schin op Geul 8 oktober 1901 en overl. te Vilt 22 februari 1987; zij was ongehuwd
3)Leontine (Tilke) Maria Hubertina Rosalia Maessen, geb. te Schin op Geul 30 augustus 1903 en overl. te Maastricht 6 mei 1992; ook zij was ongehuwd
4)Estella (Stella) Maria Louisa Hubertina Maessen, geb. te Schin op Geul 18 november 1904 en overl. te Maastricht 26 juni 1993; ook zij was ongehuwd
5)Marie Hubertus Franciscus Josef Maessen, geb. te Schin op Geul 17 december 1906 en overl. te Strucht 3 februari 1907
6)Arthur Maessen, geb. te Wijnandsrade 2 maart 1909, huwde op 5 november 1946 te Scheulder (gemeente Wijlré) met Clementine Schoenmakers; Arthur overl. te Valkenburg (Oosterbeemd) op 15 november 1997; hun huwelijk bleef kinderloos.

Uit het bovenstaande blijkt dat er binnen de familie Maessen géén erfgenamen in rechte lijn aanwezig waren om het eigendom van de hoeve over te nemen (7). Vandaar dat de erfgenamen Mia, Stella en Tilke in 1964 hoeve “de Bol” verkochten aan de familie Jongen. Maar in de tussenliggende tijd werd de hoeve nog door de familie Maessen verpacht, o.a. aan Guillaume Duijsens (1885-1943), zn. v. Laurent Duijsens en Maria Catharina Creuwels uit St. Geertruid/ Moerslag, die in 1907 huwde met Catharina Frijns (1877-1962). Hun zoon Loreng was 6 weken oud toen men op 15 maart 1909 naar Houthem kwam.
Samenvatting6:
Aanvankelijk woonden de ouders Duijsens-Creuwels en broer Arnold Duijsens (1882-1948) ook op de boerderij. Arnold huwde in 1911 te St. Geertruid met Hubertina Didderen en zij kregen 8 kinderen te Houthem; Guillaume Duijsings woonde dus vanaf 1909 in Houthem en was zelfs van 1918 tot 1919 loco-burgemeester en tot 1927 raadslid (8).

Zij vertrokken op 15 maart 1932 naar de Roosenhof in Bruisterbosch en op 15 maart 1939 naar Hoeve de Schans in Moelingen.

Hun kinderen waren:
1)Loreng Duijsings, geb. te St.Geertruid, 29 jan. 1909†
gehuwd met Maria Peerenbooms uit Bruisterbosch†
2)Arnold Duijsings, geb. te Houthem, 14 december 1910†
gehuwd met Anna Sluijsmans uit Eckelrade†
3)Sjeng Duijsings, geb. te Houthem, 4 maart 1912†
gehuwd met Maria Blom uit Holtum†
4) Lisa Duijsings, geb. te Houthem, 27 october 1913†
gehuwd met Gerard Lemmens uit Cadier en Keer†
5)Pierre Duijsings, geb. te Houthem, 25 november 1915†
ongehuwd, overl. op 23 juli 1980 te Heerlen
6)Nicola Duijsings, geb. te Houthem, 24 september 1917†
gehuwd met Jozefina Weerts, molenaarsdochter uit Mesch†
7) Christine (“Zus”), geb. te Houthem, 1 maart 1919
gehuwd met Pierre Smeets (huwelijk ontbonden); zij
hadden geen kinderen

Na de familie Duijsens was het Eugène Halders (gehuwd met N.N. Theunissen?) uit St. Geertruid/Herkenrade die van 1932 tot 1935 de boerderij in pacht had, maar na een schuurbrand in 1934 aan de noordzijde en door problemen met het voldoen van de huur vertrok de familie Halders (kinderen: Mia, Julia, Albert en Eugène jr.) uiteindelijk vermoedelijk naar Meerssen. Een oud gezegde luidt: “boerderij afgebrand, boertje opgebrand”, maar of dat hier van toepassing is blijft nog een onbeantwoorde vraag.
Later vestigde dochter Mia Halders zich in een boerderij/pension te ’s-Gravenvoeren genaamd “in de Vietsche”.

ZIE VERVOLG
Geografische namen: