Toen Petrus Reinerus Smeets in 1787 pastoor van de St. Martinusparochie in Geulle werd legde hij een register van zijn parochianen per 1 januari 1788 aan. een 'Catalogus domorum, familiarum et personarum parochiae de Geulle 1 januarii 1788'.' In dit register nam hij echter niet alleen zijn parochianen op, maar ook de niet-katholieken en de Geullenaren die buiten de gemeente verbleven. De pastoor tekende in het register allereerst aan dat hij per 31 augustus 1751 werd geboren in Bunde, 3 oktober 1768 zijn intrede deed in de orde van de Jezuieten te Mechelen en de orde, na de opheffing ervan, op 4 oktober 1773 verliet in Antwerpen. Op 23 december 1775 werd hij priester gewijd in Roermond en 20 november 1776 aangesteld tot assistent van pastoor Godefridus Vorstenman in Geulle. Na diens dood op 4 juli 1787 werd hij 7 september daaropvolgend pastoor van Geulle. Na deze notities over zijn persoon geeft pastoor Smeets een opsomming van de huizen met hun bewoners per gehucht. Hij nummert de huizen doorlopend van 1 t/m 142. Deze nummering betreft geen huisnummering wat blijkt uit het feit dat de pastoor allereerst de huizen van de katholieke gezinnen, genummerd van 1 t/m 136, noemt en vervolgens de huizen van de niet-katholieken, genummerd van 137 t/m 142, ofschoon deze niet-katholieke gezinnen in verschillende gehuchten van het dorp woonden. De pastoor verstrekt verder tussen de katholiek en niet-katholieke gezinnen een opgave van de dienstknechten en dienstboden die buiten Geulle woonden, van de mannen in militaire dienst en van de Geullenaren die in het buitenland vertoefden. De pastoor geeft bij bijna iedereen de geboortedatum aan en bij verschillende personen hun beroep ofschoon lang niet bij ieder gezinshoofd. Als de bewoner van een huis niet tevens de eigenaar is wordt de eigenaar apart vermeld. De opvolger van pastoor Smeets, pastoor Servatius Swelsen, maakte in 1824 eveneens een lijst van zijn parochianen op. We zullen daar straks op terugkomen. Aug. C. Kengen