Uw zoekacties: De families Bielders in Houthem (1) (2/2)
Artikelen ( Heemkundevereniging Houthem-St.Gerlach )
beacon
 
 
Artikel
De families Bielders in Houthem (1) (2/2)
Datering:
2004
Titel:
De families Bielders in Houthem (1) (2/2)
Auteur:
Lei Bielders
Titel tijdschrift:
't Sjtegelke
Afleveringsnummer:
't Sjtegelke, jrg. 11, nr. 1, juni 2004, p 7-16
Samenvatting:
VERVOLG

Mayke Bielders (*1902) was de jongste van het stel. Ze was een vrolijke meid, die groot respect voor haar ouders had. Het was dus niet verwonderlijk dat ze thuis bleef wonen om haar ouders een handje te helpen. Toen ze tijdens de kermisdagen bij een tante in Ulestraten logeerde, leerde ze Louis Hendriks (*1901 in Ulestraten) kennen, die tuinman was op kasteel ‘De Vliek’ in Ulestraten. Ze kregen verkering en trouwden in 1931. De eerste jaren woonden ze naast het huis van haar neef Harie in Vroenhof. Na het overlijden van haar vader kwam haar moeder bij hen wonen. Na enige tijd gingen ze wat dichter bij het dorp aan de Provincialeweg wonen. (5) Ze kregen vier kinderen: Jeu (*1932), Jeanne (*1934), Til (*1937) en Charles (*1941).
Na de oorlog werd Louis hovenier bij de plantsoenendienst van de Staatsmijnen. Hij was een fanatieke tuinliefhebber, die ook thuis altijd trots op zijn tuin was. Als zijn kinderen bij het spelen met een bal wel eens op een plantje in de moestuin trapten, zwaaide er wat. Maar meestal kon oma voor zijn thuiskomst met een schoffel vlug de sporen uitwissen. Louis was bij de fanfare, waar hij meerdere instrumenten bespeelde. Hij zong ook bij het kerkkoor. Thuis werd dan ook met de kinderen veel muziek gemaakt. Zoals veel mensen in Houthem, hield Mayke in de zomer logés en deed ze in de oorlogsjaren de was voor de familie Regout in Maastricht. Ook werd ze regelmatig door de baron gevraagd om bij feestelijke gelegenheden op het kasteel de tafels te komen dekken. Omdat ze naast de lagere school woonden, mochten in de winter de kinderen die van ver kwamen zich komen warmen in hun keuken.
Veel Houthemmers bewaren dan ook nog een herinnering aan de warme chocolademelk, die ze daarbij kregen.
Later vertrokken de kinderen successievelijk naar elders.
Samenvatting2:
Haar jongste zoon Charles was de enige die nog tot 1974 met zijn gezin in Houthem bleef wonen. Toen het huis hen te groot werd, verhuisden ze in 1959 naar een van de nieuwbouwhuizen aan de Pastoor Ribberghstraat. (6) Ook daar schiep Louis al vlug een prachtige bloementuin, waar menig voorbijganger naar bleef kijken. Louis stierf in 1980 op 78-jarige leeftijd. In 1990 ging Mayke naar het bejaardenhuis Avondvrede.
Zij genoot van haar oude dag en maakte nog graag met iedereen een praatje. Ze stierf in 1995 op 93-jarige leeftijd.

Louis Bielders (*1867) was uit ander hout gesneden. Hij was een jongen die graag knutselde en veel bij zijn vader in het koetshuis rondhing. Daar werden ’s winters wielen gerepareerd, assen vervangen en delen van het koetswerk vernieuwd. Hij was een serieuze jongen, zodat zijn vader besloot hem voor schrijnwerker te laten leren bij de timmerwerkplaats van Sjeng Brouns in de Onderstestraat. Als leerjongen moest hij natuurlijk alles aanpakken. Zo moest hij met de handkar kozijnen naar het klooster in Spaubeek brengen, een klus die bijna een hele dag kostte. Omdat hij liet zien dat hij méér waard was, kreeg hij al gauw echt timmerwerk te doen. Hij werd een volwaardig knecht, een rustige jongeman, die niet veel zei en deed wat gedaan moest worden.
Toen hij tegen de dertig liep kreeg hij verkering met Lies Hendrikx (*1873 in Bemelen), die hij via zijn zuster Marie had leren kennen. Toen ze na de dood van zijn moeder een huis vlakbij ‘De Vroenhof’ konden krijgen (7), besloten ze in het voorjaar van 1902 te trouwen. Alles wees op een gelukkige toekomst samen. Maar het lot zou anders beslissen. Lies liep in het najaar van hetzelfde jaar een zware longontsteking op, waarvan ze niet meer zou herstellen. Ze stierf in korte tijd, 29 jaar oud. Het is niet moeilijk voor te stellen dat dit voor Louis een zware klap was, die hij maar moeizaam te boven zou komen.
Samenvatting3:
Na enkele jaren leerde hij Mária Speetjens (*1869 in Houthem) kennen. Ze had vrij lang verkering gehad met een Houthemse jongeman, die de relatie abrupt had beëindigd. De twee gekwetste zielen vonden geleidelijk meer dan troost bij elkaar. Louis had inmiddels ontdekt dat hij als vakman méér kon bereiken door voor zichzelf te beginnen. Hij hakte de knoop door en kocht in Vroenhof een stuk grond om er een huis met een kleine werkplaats te bouwen. (8) Ze trouwden kort daarop in 1905. Toen zijn vader en zuster niet langer op ‘De Vroenhof’ konden blijven wonen bouwde hij een stuk aan zijn huis bij, zodat zij daar konden gaan wonen.

Het geluk werd compleet toen kort na elkaar twee jongens werden geboren: Harie (*1906) en Jeu (*1908). Volkomen onverwachts werd het gezin in 1912 uitgebreid met de komst van Tonia Speetjens, de jongste dochter van een broer van Mária, wiens vrouw in het kraambed gestorven was. Het pasgeboren meisje moest snel worden ondergebracht, omdat haar vader niet in staat was om ervoor te zorgen. (9)
Tonia werd liefdevol in hun midden opgenomen, ook al begrepen de eigen kinderen niet goed waar zo’n zusje plotseling vandaan kwam. Het gezin zou compleet worden met de geboorte van Sjeng (*1915). Het ging er in huis gemoedelijk aan toe, de kinderen groeiden voorspoedig op en maakten veel plezier met elkaar. Het was een mooie tijd, maar de dagen waren lang. Er was altijd wat te doen in huis, in de werkplaats of in de tuin.
Louis had over werk niet te klagen. Houthem was met al zijn landgoederen en herenboerderijen een relatief welvarend dorp, waar niet beknibbeld werd op het onderhoud van de bezittingen. In 1921 kon hij als eerste in de omtrek een elektrische houtbewerkingmachine aanschaffen, waarmee hij kon schaven, zagen, boren, lijsten maken en slijpen. Het was een hele investering, maar Louis keek vooruit en zag er de praktische voordelen van in.
Samenvatting4:
Een timmerman maakte in die dagen van alles: karren, ploegen, tonnen, stoelen, kasten, kozijnen, deuren, zelfs doodskisten. En als er gordijnen opgehangen of ramen geschilderd moesten worden, deed hij dat ook, in die dagen was de klant nog echt koning. Bovendien had Louis van zijn ouders geleerd wat het betekent om dienstbaar te zijn. Hij wist altijd de juiste toon te vinden en kon met iedereen goed opschieten. Tot zijn klanten hoorden vrijwel alle bekende namen in het dorp: Nève, Poswick, Selys de Fanson, Van der Vegte, Erens, Testa, maar ook de gemeente, de kerk en het klooster. In die tijd werd alles nog op de lat bijgeschreven en ging hij ééns in de zoveel tijd met de rekening langs de deur. Bij het uitbetalen werd dan vaak een ‘drupke’ geschonken, zodat hij wat spraakzamer dan gewoonlijk werd. Bij thuiskomst kon men hem dan ook wel eens op een van zijn diepzinnige uitspraak betrappen, zoals: ‘Wae mèt hout umgeit, lièrt in gedöld en einvoud’.
Toch bleven het gezin geen zorgen bespaard. Mária had een zwakke gezondheid en was vaak ziek. Ze kreeg gelukkig veel hulp van ‘täntsje’ Marie en haar nichtje Mayke. Begin 1925 werd Mária voor een maagoperatie opgenomen in het ziekenhuis in Heerlen. Ze zou de operatie echter niet lang overleven en stierf op 55-jarige leeftijd. Dit betekende voor Tonia dat ze in het gezin moest inspringen, wat voor zo’n jong meisje beslist geen geringe opgave was. Louis had dus twee vrouwen overleefd, wat hem de laatste jaren van zijn leven zeer bedrukte. Hij stierf in 1933 op 65-jarige leeftijd.
Samenvatting5:
Sjeng Bielders (*1915) was een nakomertje in het gezin. Toen zijn moeder stierf was hij pas 9 jaar en op zo’n leeftijd mis je een moeder erg. Sjeng was de meest technische van de drie jongens en wilde machine-bankwerker worden. Hij was pas van school en nog minderjarig toen zijn vader stierf. In een briefje dat na zijn dood gevonden werd bleek zijn vader nogal bezorgd over hem: ‘Houd vooral een oog op Jan. Zorg dat die ook zijn bestemming bereikt en niet van de weg afdwaalt’.

Harie was tot hij meerderjarig werd zijn voogd. Toen kort nadien zijn broer Jeu een huis achter het station had gebouwd, ging hij bij hem wonen. Bij de bruiloft van zijn broer Jeu had hij Marieke Brouns (*1915 in Schin op Geul) leren kennen, de jongste zus van Emma. Ze kregen verkering en trouwden in 1939. Sjeng had inmiddels werk gevonden in Geleen en daarom gingen ze dicht bij het werk in Sittard wonen. Ze kregen negen kinderen, 4 jongens en 5 meisjes. Hoewel hun leven zich in een andere stad voltrok, bleven ze Houthem bij familiegelegenheden en kermissen trouw bezoeken. Ze wonen al enkele jaren in een bejaardenhuis in Sittard.

* Lei Bielders, zoon van Jeu en Emma Bielders (*1945). Bracht zijn jeugd in Houthem door, totdat hij in 1963 in Amsterdam ging studeren. Werkte tot zijn pensionering bij de Rabobank Academie. Woont sinds 1979 met zijn vrouw in Udenhout. Vanaf juli 1994 lid van de Heemkundevereniging Houthem-St. Gerlach.

Reacties:
Aanvullingen en/of familiefoto’s zijn van harte welkom bij de auteur:
telefoon 013-5116266 of
e-mail: bielders@tref.nl.

Voetnoten:
1De stamboom van de familie Bielders voert naar de Elzas. Op het eind van de Zevenjarige Oorlog (1756-1763) komt André Beylder (* 1736 in Heilig-Kreuz / Ste-Croix-en-Plaine) met het Franse leger in Zuid-Limburg terecht. In 1766 trouwt hij in Maastricht. Hij is in het bezit van een Lotharings Kruis in goud, dat nog steeds in de familie is (zie afbeelding).
Samenvatting6:
De familienaam is etymologisch waarschijnlijk afgeleid van Bilderschnitzer oftewel beeldersnijder (beeldhouwer). De schrijfwijze verschilt nogal in de loop der jaren. Pas vanaf de invoering van de burgerlijke stand in 1798 wordt de naam consistent als Bielders geschreven.
2De timmerman Henri Bielders (* Maastricht, 1807) was in Schimmert tengevolge van een val van een dak overleden in 1844. Zijn vrouw Joanna Alofs (* Schimmert, 1805), met wie hij in 1831 getrouwd was, bleef achter met twee kinderen: Gerta (* Schimmert, 1832) en Harie (* Schimmert, 1834). Na de dood van haar man is ze op kasteel Vaeshartelt gaan werken. Ze bleef tot haar dood op de hoeve aan de Pasweg wonen en stierf er in 1897 op 92-jarige leeftijd.
3De hoeve aan de Pasweg (later Putweg) werd in 1927 gesloopt voor de bouw van de bewaarschool en de woning van de huismeester van het klooster.
4Broekhem 62. Harie was in 1940 lid van de gemeenteraad van Houthem, die op 29 september voor het laatst bijeen kwam om een motie aan te nemen om de naam Houthem aan de vergrootte gemeente Valkenburg toe te voegen.
5Provincialeweg nummer 378, later Vroenhof 16.
6Pastoor Ribberghstraat 6.
7Het al lang afgebroken huis lag aan de Provincialeweg rechts van het vroegere café De Driekoningen van Leukel, ter hoogte van de huidige parkeerplaats van Frissen, tussen Vroenhof 92 en 94.
8Provincialeweg nummer 411, later Vroenhof 72. Het bijgebouwde huis is nummer 74.
9Tonia Speetjens, tiende kind van de smid Hubert Speetjens (Houthem, 1864-Kunrade, 1930) en Anna Senden (Kunrade, 1873-Kunrade, 1912), getrouwd in 1896.

Deze terugblik wordt in het volgende Sjtegelke voortgezet met de beschrijving van de jongere generaties Bielders als kleine zelfstandigen in Houthem.
Geografische namen: