Artikelen ( Heemkundevereniging Houthem-St.Gerlach )
Artikelen Collectie artikelen

Ingezonden : Dierenbescherming
Datering:
1917
Titel:
Ingezonden : Dierenbescherming
Titel tijdschrift:
Limburger Koerier
Afleveringsnummer:
Limburger Koerier, 17/9/1917
Samenvatting:
Geulem Houthem, 13 Sept,
Mijnheer de Redacteur.
Er zijn in de wereld personen, die schijnen aangetast te zijn door een manie, om het geringste voorval door een vergrootglas en van den scheeven kant te bekijken, en dit product den lezers der dagbladen onder de oogen te brengen. Onder deze categorie van menschen wil ik ook mijn „Dierenbeschermer” van Houthem rangschikken.
Hij zou een paard gezien hebben, liggend in een weiland, een dier, dat eigenaar en agent der veeverzekering aan zijn lot overlieten, zonder ’t dier voedsel of drinkwater te verschaffen.
Mag ik den „dierenbeschermer” verzoeken naar de heeren Lemmens en Zoon te Houthem zich te gaan informeeren? Dezen hebben het dier naar hun beste krachten verzorgd, het voedsel en drinkwater verstrekt, en niet minder hielpen hierbij de zonen van den eigenaar. Onmenschelijk noem ik het van den kant van den „dierenbeschermer”, dat hij durft te beweren, dat ’t dier daar brandend van dorst neerlag, als hij zelf zich niet eens de moeite getroostte het een teug water aan te reiken uit de vlak langs stroomende beek. In de couranten schrijven, maar geen daden ; jammer, dat menig „dierenbeschermer” dit in zijn schild voert. U beweert de dieren met zachtheid te behandelen, gelijk ’t behoort; edele daad ! maar beoordeel dan de menschen niet alvorens u bewijzen in uw bezit heeft.
JAC. LAMMERICHS, Agent Eerste Gron. Vee-mij.
Mijnheer de Redacteur.
Er zijn in de wereld personen, die schijnen aangetast te zijn door een manie, om het geringste voorval door een vergrootglas en van den scheeven kant te bekijken, en dit product den lezers der dagbladen onder de oogen te brengen. Onder deze categorie van menschen wil ik ook mijn „Dierenbeschermer” van Houthem rangschikken.
Hij zou een paard gezien hebben, liggend in een weiland, een dier, dat eigenaar en agent der veeverzekering aan zijn lot overlieten, zonder ’t dier voedsel of drinkwater te verschaffen.
Mag ik den „dierenbeschermer” verzoeken naar de heeren Lemmens en Zoon te Houthem zich te gaan informeeren? Dezen hebben het dier naar hun beste krachten verzorgd, het voedsel en drinkwater verstrekt, en niet minder hielpen hierbij de zonen van den eigenaar. Onmenschelijk noem ik het van den kant van den „dierenbeschermer”, dat hij durft te beweren, dat ’t dier daar brandend van dorst neerlag, als hij zelf zich niet eens de moeite getroostte het een teug water aan te reiken uit de vlak langs stroomende beek. In de couranten schrijven, maar geen daden ; jammer, dat menig „dierenbeschermer” dit in zijn schild voert. U beweert de dieren met zachtheid te behandelen, gelijk ’t behoort; edele daad ! maar beoordeel dan de menschen niet alvorens u bewijzen in uw bezit heeft.
JAC. LAMMERICHS, Agent Eerste Gron. Vee-mij.
Samenvatting2:
Ingezonden
Dierenbescherming. II.
Houthem, 16 September 1917.
Mijnheer de Redacteur.
De agent der Gron. Veeverzekring Mij. schijnt aangaande het door mij medegedeelde betreffende het mishandelde paard erg te zijn geraakt en tracht de aan de kaak gestelde feiten in een beter daglicht te stellen. Een inwoner van Houthem, zegt hij, heeft het dier naar beste krachten verzorgd, het voedsel en drinkwater verstrekt, met behulp van de zoons van den eigenaar. Zeer juist, echter vergeet hij daar bij te zeggen, dat zulks pas is geschied, nadat het dier twee dagen zonder verzorging aan zijn lot was overgelaten, en nadat een en ander ter kennis was gebracht van een der leden der Vereeniging tot bescherming van Dieren, en de wachtmeester der Maréchaussee het den heeren wat warm onder de voeten had gemaakt. Het voorval is dan ook geenszins weergegeven bekeken van den scheeven kant of door vergroot- of brilleglas, doch zooals het zich inderdaad heeft voorgedaan en door meerdere ooggetuigen bevestigd wordt.
Een dierenvriend.
bron: Limburger Koerier, 18/9/1917
Dierenbescherming. II.
Houthem, 16 September 1917.
Mijnheer de Redacteur.
De agent der Gron. Veeverzekring Mij. schijnt aangaande het door mij medegedeelde betreffende het mishandelde paard erg te zijn geraakt en tracht de aan de kaak gestelde feiten in een beter daglicht te stellen. Een inwoner van Houthem, zegt hij, heeft het dier naar beste krachten verzorgd, het voedsel en drinkwater verstrekt, met behulp van de zoons van den eigenaar. Zeer juist, echter vergeet hij daar bij te zeggen, dat zulks pas is geschied, nadat het dier twee dagen zonder verzorging aan zijn lot was overgelaten, en nadat een en ander ter kennis was gebracht van een der leden der Vereeniging tot bescherming van Dieren, en de wachtmeester der Maréchaussee het den heeren wat warm onder de voeten had gemaakt. Het voorval is dan ook geenszins weergegeven bekeken van den scheeven kant of door vergroot- of brilleglas, doch zooals het zich inderdaad heeft voorgedaan en door meerdere ooggetuigen bevestigd wordt.
Een dierenvriend.
bron: Limburger Koerier, 18/9/1917
Samenvatting3:
Ingezonden
Dierenbescherming III
HOUTHEM, 21 Sopt. 1917.
Dierenvriend van Houthem, U kunt goed verven doch met onware kleuren! Met de grofste onwaarheden waagt u zich nogmaals tot de lezers tewenden.
U spreekt van een mishandeld paard! Uwe beschuldiging is hier misplaatst. Vanaf ’t eerste oogenblik is dat edele dier terdege verzorgd en niet na twee dagen, want toen was ’t dier reeds overleden. Noch een dierenbeschermer, noch een heer Wachtmeester der marechaussee heeft eigenaar of agent één enkel woord aangesproken aangaande ’t afgeleefde dier, dat wij zonder uwe hulp niet langer in ’t leven konden houden. Dierenvriend, u schrijft niets meer, dan uw eigen verzinsel.
Koos men U als verslaggever der Dierenbescherming van Houthem en omstreken, dan was dit omdat men geen beteren kon vinden.
JAC. LAMERICHS.
Dierenbescherming III
HOUTHEM, 21 Sopt. 1917.
Dierenvriend van Houthem, U kunt goed verven doch met onware kleuren! Met de grofste onwaarheden waagt u zich nogmaals tot de lezers tewenden.
U spreekt van een mishandeld paard! Uwe beschuldiging is hier misplaatst. Vanaf ’t eerste oogenblik is dat edele dier terdege verzorgd en niet na twee dagen, want toen was ’t dier reeds overleden. Noch een dierenbeschermer, noch een heer Wachtmeester der marechaussee heeft eigenaar of agent één enkel woord aangesproken aangaande ’t afgeleefde dier, dat wij zonder uwe hulp niet langer in ’t leven konden houden. Dierenvriend, u schrijft niets meer, dan uw eigen verzinsel.
Koos men U als verslaggever der Dierenbescherming van Houthem en omstreken, dan was dit omdat men geen beteren kon vinden.
JAC. LAMERICHS.
Samenvatting4:
Ingezonden
Dierenbescherming IV (Slot)
Houthem, 28 Sept. 1917.
Mijnheer de Redacteur,
Te oordeelen naar het geschrijf van dhr. Lamerichs te Geulem, dreigt hem, als gevolg van het door mij geschreven over het mishandelde paard, zijn honorarium als agent der betrokken Veeverzekering-Mij te ontgaan. Mocht dit werkelijk het geval zijn, dan bied ik hem mijn excuus. Mijne bedoeling was alleen, door openbaarmaking iets bij te dragen ter voorkoming, dat zich dergelijke dierenmishandelingen in de toekomst zouden herhalen.
Het geschrijf van dhr. Lamerkhs zal ik verder buiten beschouwing laten. Mochten er onder de lezers zijn, die aan de juistheid mijner woorden twijfelen, dan verwijs ik hen naar dhr. wachtmeester der Maréchaussee te Valkenburg, die, ik twijfel er niet aan, gaarne bereid zal zijn zijne bevindingen mede te deelen.
Een dierenvriend.
Dierenbescherming IV (Slot)
Houthem, 28 Sept. 1917.
Mijnheer de Redacteur,
Te oordeelen naar het geschrijf van dhr. Lamerichs te Geulem, dreigt hem, als gevolg van het door mij geschreven over het mishandelde paard, zijn honorarium als agent der betrokken Veeverzekering-Mij te ontgaan. Mocht dit werkelijk het geval zijn, dan bied ik hem mijn excuus. Mijne bedoeling was alleen, door openbaarmaking iets bij te dragen ter voorkoming, dat zich dergelijke dierenmishandelingen in de toekomst zouden herhalen.
Het geschrijf van dhr. Lamerkhs zal ik verder buiten beschouwing laten. Mochten er onder de lezers zijn, die aan de juistheid mijner woorden twijfelen, dan verwijs ik hen naar dhr. wachtmeester der Maréchaussee te Valkenburg, die, ik twijfel er niet aan, gaarne bereid zal zijn zijne bevindingen mede te deelen.
Een dierenvriend.
Samenvatting5:
Ingezonden
Dierenbescherming
Valkenburg, 5 October 1917.
Geachte Redactie.
Met groote belangstelling volgden wijd e polemiek „Dierenbescherming'’ tusschen „Een Dierenvriend'' en dhr. J. Lamerichs te Houthem. Ook wij hebben ons om het voorgevallene bekommerd en ons schrifteliijk gewend tot de Eerste Groningsche Paarden- en Rundvee-Verzekering. O. m. deelde genoemde Maatschappij ons mede :
1e. dat zij den Secretaris van het Congres tot bevordering van de Veeartsenijkunde op de door dat Congres gestelde vragen aan Verzekeringsmaatschappijen heeft gemeld, dat zij allen Rijksveeartsen in Nederland vrijheid van handelen geeft in gevallen ;
2e. wat betreft de verzorging van zieke dieren, daarvoor heeft de Maatschappij een artikel in haar reglement, dat den verzekerden gebiedt om dieren, die buiten den stal ziek worden of een ongeval krijgen, onmiddellijk te stallen en goed te verzorgen.
In het belang der Dierenbescherming meenen wij deze twee punten ter kennis van het publiek tei mogen brengen.
Met beleefden dank voor de verleende plaatsruimte,
De Secretaris van de Limb. Ver. tot Besch. van Dieren,
Afd Valkenburg,
H. TONNAER.
bron: Limburger Koerier, 6/10/1917
Dierenbescherming
Valkenburg, 5 October 1917.
Geachte Redactie.
Met groote belangstelling volgden wijd e polemiek „Dierenbescherming'’ tusschen „Een Dierenvriend'' en dhr. J. Lamerichs te Houthem. Ook wij hebben ons om het voorgevallene bekommerd en ons schrifteliijk gewend tot de Eerste Groningsche Paarden- en Rundvee-Verzekering. O. m. deelde genoemde Maatschappij ons mede :
1e. dat zij den Secretaris van het Congres tot bevordering van de Veeartsenijkunde op de door dat Congres gestelde vragen aan Verzekeringsmaatschappijen heeft gemeld, dat zij allen Rijksveeartsen in Nederland vrijheid van handelen geeft in gevallen ;
2e. wat betreft de verzorging van zieke dieren, daarvoor heeft de Maatschappij een artikel in haar reglement, dat den verzekerden gebiedt om dieren, die buiten den stal ziek worden of een ongeval krijgen, onmiddellijk te stallen en goed te verzorgen.
In het belang der Dierenbescherming meenen wij deze twee punten ter kennis van het publiek tei mogen brengen.
Met beleefden dank voor de verleende plaatsruimte,
De Secretaris van de Limb. Ver. tot Besch. van Dieren,
Afd Valkenburg,
H. TONNAER.
bron: Limburger Koerier, 6/10/1917
Trefwoorden:
Organisatie: Heemkundevereniging Houthem-St.Gerlach
laatste wijziging 15-11-2024