Foto: Marc Geijselaers plant een linde, als herinnering aan zijn opa en de andere bevrijders.

Marc Geijselaers, kleinzoon van een Amerikaanse soldaat, heeft gisteren in Geulhem een linde geplant. Op de plek waar de opmars van de bevrijders even stokte. Hij houdt de foto van zijn grootvader stevig vast. Een zwarte Amerikaan in legeruniform. Een paar jaar geleden heeft Marc Geijselaers hem voor het eerst ontmoet: "Een heel aardige man.” Opa was in de oorlog ingedeeld bij het 117ste regiment van de 30ste divisie. De eenheid die Zuid-Limburg bevrijdde, dus. In Berg leerde hij een meisje kennen, werd verliefd en verwekte een kind bij haar: Geijselaers moeder. Gisteren plantte Geijselaers op de Geulhemerberg een linde, samen met voorzitter Frank Towers van de Old Hickory-veteranen. Precies vijfenzestig jaar geleden liepen de Amerikanen via dat bospad naar beneden, richting Geul, vastbesloten om ook Valkenburg te bevrijden van de Duitse bezetters. Bij de Geul haperde de machine echter even. "De Duitsers hadden zich verschanst in het bos achter kasteel l’Ermitage”, zegt Frans Bergsteijn van de stichting De Rotswoning in Geulhem. "Van daaruit probeerden ze de opmars van de Amerikanen tegen te houden.” Bergsteijn had graag een hickoryboom laten planten in Geulhem, het kenmerk van de 30ste divisie. "Maar die groeit te langzaam”, zegt hij. "Daarom hebben we maar gekozen voor een linde, de levensboom, als symbool van de vrijheid die de Amerikanen ons destijds hebben gebracht.” Drie dagen later werd ook Valkenburg eindelijk bevrijd. Dat werd gisteravond herdacht met een korte plechtigheid in het park bij het stadhuis, in aanwezigheid van de veteranen. Er werden onder meer zeventien kamers afgeschoten.