Men meldt ons nader :

Maandagavond omstreeks 9 1/2 uur kregen de gebroeders Jean en Hubertus B. [i.e. Boreas] in hunne woning over een kleinigheid twist, welke zoo hoog liep, dat Hubertus zijn broeder Jean een viertal snij- en steekwonden toebracht met een mes, eene wonde over ’t dijbeen van 10 cM. lang, een over den arm en duim, en eene steekwonde in de linkerzijde, welke levensgevaarlijk was. Na deze mishandeling liep de gewonde J. B. in de richting Valkenburg, doch wegens het veelvuldig bloedverlies liep hij het café Reintjes te Strabeek binnen, alwaar hij uitgeput op den grond neerviel en zeide „ik ben gestoken”. De zoon van den caféhouder liep in allerhaast naar dokter Keijzer te Valkenburg, welke terstond ter plaatse verscheen en den verwonde het eerste verband legde. Inmiddels was de Eerw. Heer kapelaan verschenen, welke de verwonde de laatste H.H. Sacramenten toediende.

Nog dïenzelfden nacht is J. B. naar ’t hospitaal Calvariënberg te Maastricht overgebracht.

De gemeente- en onbez. rijksveldwachter van Gerven werd met het gebeurde in kennis gesteld en, vergezeld van den brigadier Eist en marechaussee Neperius der brigade Valkenburg, verscheen hij spoedig ter plaatse en stelde een uitgebreid onderzoek in. Nog dienselfden nacht werd de dader H. B. van zijn bed gehaald en gearrsteerd en overgebracht naar de kazerne te Valkenburg. H. B. lag geheel gekleed te bed en was nog in het bezit van het mes, waarmede hij 64 verwonding had toegebracht, en bekende de verwonding met dat mes op zijn broeder te hebben gepleegd. De dader werd gisterenochtend naar Maastricht overgebracht, en na door den rechter-commissaris verhoord te zijn, wederom op vrije voeten gesteld. De toestand van B. was hedenmorgen nog dezelfde.