Artikelen ( Heemkundevereniging Houthem-St.Gerlach )
Artikelen Collectie artikelen

Eeuwenoud pachtcontract met haken en ogen
Datering:
1956
Titel:
Eeuwenoud pachtcontract met haken en ogen
Titel tijdschrift:
Limburgsch Dagblad
Afleveringsnummer:
Limburgsch Dagblad, 2/10/1956
Samenvatting:
DE PLICHTEN van de hedendaagse pachter zjjn meestal niet veelomvattend. Hij betaalt een bepaalde pachtsom en daarmede is dan voor hem de kous af. Enige eeuwen geleden echter werd van een pachter van alles en nog wat verlangd. Hij moest een veelheid aan verplichtingen nakomen en hij was aan verschillende beperkende bepalingen gebonden.
Als voorbeeld noemen we hier een pachtcontract uit 1693, dat gesloten werd tussen een pachter te Oirsbeek en het klooster van St. Gerlach te Houthem, dat van ouds her te Oirsbeek en omgeving uitgestrekte landerijen bezat.
De pachter was „tien eersaeme Andreas Hamers", terwijl in het contract ook over „sijne huysvrouwe" wordt gesproken, zonder dat echter haar naam genoemd wordt. De overeenkomst gold vóór „ses naarvolgende jaeren" (zes opeenvolgende jaren) en als ..Borgh" (borg) voor het nauwgezet naleven van de bepalingen van het contract trad een zekere meneer Hoefslaeger op, terwijl Philip van Cleuter en Gerard Hennen als getuigen tekenden. De pachter was verplicht „jaerllx" (jaarlijks) bij het klooster van St. Gerlach of te Maastricht, waar de proost woonde of aan een gemachtigde af te leveren „vijftigh malder roggen, twintich malder wyntergarst (wintergerst), vyff en dartich malder haver" en nog het een en ander, terwijl alle belastingen of „wy het naem mochte hebben", die op deze leveringen konden drukken, eveneens moesten worden betaald. Ter dekking van de kosten van andere lasten, beden en verdere „fiscale" heffingen, die op de gepachte grond rustten, was de pachter verplicht elk jaar „vijff gulde (Maestreohter Cours)" aan de pachtheer te betalen. Maar „daer enboven" kwamen alle lasten, die van hem als grondbezitter ter bekostiging van het inkwartieren, enz. van troepen konden worden geheven, voor zijn rekening. Er werd slechts een uitzondering gemaakt voor het geval, dat de kosten voor de „wynterquartieren" der troepen bijzonder hoog waren. Dan zou „het heerschap (de pachtheer) consideratie gebruyeken".
Als voorbeeld noemen we hier een pachtcontract uit 1693, dat gesloten werd tussen een pachter te Oirsbeek en het klooster van St. Gerlach te Houthem, dat van ouds her te Oirsbeek en omgeving uitgestrekte landerijen bezat.
De pachter was „tien eersaeme Andreas Hamers", terwijl in het contract ook over „sijne huysvrouwe" wordt gesproken, zonder dat echter haar naam genoemd wordt. De overeenkomst gold vóór „ses naarvolgende jaeren" (zes opeenvolgende jaren) en als ..Borgh" (borg) voor het nauwgezet naleven van de bepalingen van het contract trad een zekere meneer Hoefslaeger op, terwijl Philip van Cleuter en Gerard Hennen als getuigen tekenden. De pachter was verplicht „jaerllx" (jaarlijks) bij het klooster van St. Gerlach of te Maastricht, waar de proost woonde of aan een gemachtigde af te leveren „vijftigh malder roggen, twintich malder wyntergarst (wintergerst), vyff en dartich malder haver" en nog het een en ander, terwijl alle belastingen of „wy het naem mochte hebben", die op deze leveringen konden drukken, eveneens moesten worden betaald. Ter dekking van de kosten van andere lasten, beden en verdere „fiscale" heffingen, die op de gepachte grond rustten, was de pachter verplicht elk jaar „vijff gulde (Maestreohter Cours)" aan de pachtheer te betalen. Maar „daer enboven" kwamen alle lasten, die van hem als grondbezitter ter bekostiging van het inkwartieren, enz. van troepen konden worden geheven, voor zijn rekening. Er werd slechts een uitzondering gemaakt voor het geval, dat de kosten voor de „wynterquartieren" der troepen bijzonder hoog waren. Dan zou „het heerschap (de pachtheer) consideratie gebruyeken".
Samenvatting2:
DE OPTIMIST, die veronderstelt dat het nu welletjes is, vergist zich. De pachter was bovendien verplicht jaarlijks „eenen goeden vetten hamel (ram), een vett kalff, twee vereken (varkens) tot keuse van 't heerschap (naar keuze van de pachtheer) te leveren. Hij kon deze leveringsplicht van vee ook afkopen door jaarlijks op nieuwjaarsdag „vier pattacons" of „twelff rixdaelers" te betalen. Verder moest hij elk jaar twee vrachten steenkool van de delfplaats bij Rolduc naar het klooster te Houthem vervoeren, maar ook dit kon hij door het betalen van twee rijksdaalders afkopen. „De loesinge (het lossen) van de kooien" kwam ten laste van de pachtheer.
De pachter moest er weer voor zorgen, dat aan „den heer Pastoor" van Oirsbeek jaarlijks op tijd de gebruikelijke tienden werden betaald. Als de pastoor het zijne had gehad kwam de pachtheer opnieuw aan de beurt. Elk jaar ontving het klooster van Andreas Hamers vier wagens stro. Het was streng verboden stro aan anderen te leveren „buyté, onse kenschap" (buiten medeweten van de proost). De pachter moest de landerijen zorgvuldig bemesten en ook verder in goede staat houden door het graven van «gracht- ende vloetgraven" het tijdig snoeien van de heggen en het zorgvuldig onderhouden van de „fruyt boomen" in de weilanden. Hij mocht geen „alde boomen" (oud bomen) omhakken "buyten kenschap van het heerschap" en werd verplicht ten minste vier nieuwe fruitbomen op eigen kosten aan te planten. Ge ziet, dat in die dagen van eenpachter heel wat verlangd werd. En dan zwijgen we nog over de verschillende, zorgvuldig omschreven strafmaatregelen, als hij zij verplichtingen niet nakwam.
* JOURNALIS
De pachter moest er weer voor zorgen, dat aan „den heer Pastoor" van Oirsbeek jaarlijks op tijd de gebruikelijke tienden werden betaald. Als de pastoor het zijne had gehad kwam de pachtheer opnieuw aan de beurt. Elk jaar ontving het klooster van Andreas Hamers vier wagens stro. Het was streng verboden stro aan anderen te leveren „buyté, onse kenschap" (buiten medeweten van de proost). De pachter moest de landerijen zorgvuldig bemesten en ook verder in goede staat houden door het graven van «gracht- ende vloetgraven" het tijdig snoeien van de heggen en het zorgvuldig onderhouden van de „fruyt boomen" in de weilanden. Hij mocht geen „alde boomen" (oud bomen) omhakken "buyten kenschap van het heerschap" en werd verplicht ten minste vier nieuwe fruitbomen op eigen kosten aan te planten. Ge ziet, dat in die dagen van eenpachter heel wat verlangd werd. En dan zwijgen we nog over de verschillende, zorgvuldig omschreven strafmaatregelen, als hij zij verplichtingen niet nakwam.
* JOURNALIS
Trefwoorden:
Organisatie: Heemkundevereniging Houthem-St.Gerlach
laatste wijziging 01-11-2024