Uw zoekacties: Artikelen

Artikelen ( Heemkundevereniging Houthem-St.Gerlach )

beacon
1  zoekresultaat
sorteren op:
 
 
 
 
Artikel
Stolpersteine in Broekhem
Datering:
2017
Titel:
Stolpersteine in Broekhem
Auteur:
John Odekerken
Titel tijdschrift:
't Sjtegelke
Afleveringsnummer:
't Sjtegelke, 24 (2017) nr. 1 (juni), p. 13-16
Samenvatting:
In 2016 zijn er voor de huizen in Broekhem, waar Joodse families gewoond hebben die tijdens de Tweede Wereldoorlog gedeporteerd zijn, zogenaamde Stolpersteine (struikelstenen) in het trottoir aangebracht.
De Duitse kunstenaar Gunter Demnig (*1947 Berlijn) startte in 2000 zijn ‘Stolpersteine-project’. Hij maakt messingplaatjes in klinkerformaat met daarop de namen van gedeporteerde Joodse burgers. De plaatjes worden in trottoirs aangebracht en vormen op die manier in heel Europa een herinnering aan de weggevoerde Joodse plaatsgenoten die slachtoffer van de nazi’s zijn geworden. De kunstenaar noemt ze ‘Stolpersteine’, omdat “je erover struikelt met je hoofd en je hart, en je moet buigen om de tekst te kunnen lezen”.
In Broekhem zijn twee plaatjes aangebracht voor Jozef Günsberg en voor Curt Hirschberg. Hun namen staan ook vermeld op de gedenksteen bij de Joodse begraafplaats aan de Cauberg.

Familie Günsberg
Jozef Günsberg werd geboren in 1895 te Nadworna (Polen) en vluchtte in 1937 van Essen naar Valkenburg. Eerst woonde hij aan de Daelhemerweg, daarna in de Lindenlaan en tenslotte in 1941 op het adres Koningswinkelstraat 57 (nu huisnummer 7).
Hij was van beroep koopman en gescheiden van Bertha Zwecker en vader van drie kinderen: Gerold, die al in 1938 naar Amerika vertrokken was en Fanny-Susanne (*1927) en Lothar (*1928) die in het centraal Israëlisch Wees- en doorgangshuis te Leiden verbleven.
Aan de Koningswinkelstraat 57 woonde Pie Meijers met zijn vrouw en kinderen o.a. Kittie en Mia. Günsberg was voor Meijers geen onbekende en vroeg hem of hij niet wist waar een Joodse man zou kunnen gaan wonen, nu hij weg moest waar hij nu woonde? Meijers begreep zijn vraag heel goed en nam hem in huis. Er werden twee kamers leeggemaakt en Jozef Günsberg kwam bij hun wonen.
Samenvatting2:
De kinderen Fanny en Lothar kwamen in de vakanties van 1941 naar hun vader waardoor ze in contact kwamen met de kinderen Meijers. In 1942 werd het moeilijk voor Fanny en Lothar. Vader Meijers ging daarom naar Leiden om de kinderen op te halen, maar ze mochten niet mee. Fanny gaf Meijers wat spulletjes mee en foto’s van haar familie en van haar (half Joods) vriendje Daniël de Vries.
Jozef behoorde tot de eerste groep Joden die op 25 augustus 1942 uit Valkenburg gedeporteerd en 6 dagen later in vernietigingskamp Auschwitz vergast werden. De kinderen Fanny-Susanne en Lothar werden op 18 maart 1943 uit het doorgangshuis te Leiden gehaald en naar Westerbork gebracht en van daaruit naar vernietigingskamp Sobibor (Polen) waar ze op 26 maart 1943 om het leven zijn gebracht.

Gebroeders Hirschberg
Curt Hirschberg en zijn tweelingbroer Erwin werden in het jaar 1900 in Breslau (D.) geboren. Vanwege het opkomende Nazi-regime in Duitsland week de weduwe Hirschberg-Mandowsky met haar twee zonen in 1937 uit naar Valkenburg. Eerst woonden zij in de Wilhelminalaan, maar 5 jaar later verhuisden zij naar Broekhem 178 (nu huisnummer 95: Huize Buitenlust).
De gebroeders Hirschberg waren bioscoopexploitanten van beroep. Na hun deportatie in augustus (Curt) resp. november 1942 (Erwin), kwamen beiden via Kosel (Polen) terecht in het beruchte werkkamp Blechhammer (Polen), waar Curt in 1943 overleed. Erwin wist ondanks de vele ontberingen te overleven en keerde terug naar Heerlen en overleed in 1976 te Den Haag.
Samenvatting3:
Joden in Houthem
In Houthem woonden ook enkele Joodse families, maar slechts van zeer korte duur. Het echtpaar Kopf-Weinrieb en beide dochters kwam op 2 mei 1933 uit Düsseldorf naar de Beekstraat in Houthem en vertrok weer op 15 januari 1934 naar Valkenburg. Moeder, Esther Weinrieb, kwam in 1943 om te Sobibor en haar oudste dochter, Frieda Kopf overleed in 1942 te Auschwitz. Vader, Elias Kopf overleed reeds in 1942 te Heerlen en de jongste dochter Klara overleefde de oorlog.

Mojzesz Leib Eisenberg en zijn vrouw Marja Goldberg vertrokken op 25 oktober 1935 uit Houthem naar Valkenburg. Beiden overleden te Auschwitz in 1942 resp. 1944.

In dit kader wil ik de Joodse familie Nathan-Friesem niet onvermeld laten. Deze Joodse familie had meer geluk en wist in zijn geheel de oorlog te overleven. Willy Nathan werd geboren in 1901 te Heimbach (D.) en vluchtte in 1937 met zijn echtgenote Hilde Friesem en hun zonen Fredo en Gerry vanuit Düren naar Valkenburg, alwaar hij als vrachtrijder en hoteleigenaar de kost probeerde te verdienen. In augustus 1942 gaf het gezin geen gehoor aan de oproep tot deportatie en dook onder in het huis van het kinderloze echtpaar Curfs-Drummen aan de Vroenhofweg bij de spoorwegovergang tussen Houthem en Meerssen (nu: huisnummer 3). Willy woonde daar met zijn echtgenote en twee zonen op de bovenverdieping samen met het jonge echtpaar Johan Kengen en Annie Drummen (nicht). Ze verbleven daar 25 maanden. Na de bevrijding vertrok de familie naar Amerika.
Samenvatting4:
Bronnen
- Familie-archief Wiel Curfs, Vroenhofweg 3 te Meerssen, interview door John Odekerken, 2013
- Samen door het vuur : Valkenburg tijdens de 2e Wereldoorlog / Jacquo Silvertant, Valkenburg, 2013
- “Herinneringen aan Joods Valkenburg”, expositie in Museum Land van Valkenburg, 2014
- 42 Joodse Valkenburgers opgepakt en vermoord / Jan Diederen, Valkenburg, 2016
- Valkenburg herdenkt haar omgekomen Joodse medeburgers / Henk Vossen. - In: Parochieblad voor Broekhem en Houthem, 24 (2016) nr. 9, (25 juni)
- Weerzien met verleden / Mia Meijers (*1933; Berkelplein 142, tel. 043-6013307). - In: weekblad 1Valkenburg d.d. 10-8-2016
Foto’s: www.joodsmonument.nl

Zie ook: Ria Gerritsen, het onderduikstertje bij de familie Mulleneers / Marij de Goede-van Gelder.- In: ’t Sjtegelke (2004) nr. 21, p. 21-25

Trefwoorden:
Geografische namen: