Uw zoekacties: Artikelen

Artikelen ( Heemkundevereniging Houthem-St.Gerlach )

beacon
7  artikelen
sorteren op:
 
 
 
 
Artikel
Geulhem is altijd erg klein geweest
Datering:
1994
Titel:
Geulhem is altijd erg klein geweest
Auteur:
Jan G.M. Notten
Titel tijdschrift:
't Sjtegelke
Afleveringsnummer:
't Sjtegelke, jrg. 1, nr. 2, december 1994, p. 3-5
Samenvatting:
Onbewezen beweringen worden door professionele historici verafschuwd. Wie iets over de geschiedenis van een dorp vertelt, moet zich baseren op harde feiten. Op feiten die hij eigenhandig in oude archieven heeft opgeduikeld. En als dat niet kan, dan op feiten die hij leest bij andere (maar dan wel beroemde en alom bewonderde) auteurs. Van Geulhem is dus niet veel te vertellen.

Wel kan men uit taalkundige handboeken afleiden dat de naam Geulhem betekent: heim aan de Geul. Zoals Houthem een heim in het hout is, Rothem een heim in het rooth (een stuk ontgonnen land) en Broekhem een heim in het broek (een moerassig stuk land).

Die namen op heim zijn ontstaan vóór het jaar 1000. Maar dat zegt niet veel over Geulhem. Zo een naam kan ook een "nakomertje" zijn. Dat wil zeggen: pas in het jaar 1200 of zo vond iemand hem uit, gewoon omdat het gehuchtje nu mooi onderscheiden werd van Houthem. Men weet het maar nooit.

Maar op een dag krijgen we zekerheid omtrent het bestaan van het gehuchtje langs de Geul (een handjevol huizen en een molen). Het duikt op uit de onbekendheid en verschijnt op schrift. Ieder Houthemenaar met een beetje historische belangstelling weet al wat nu komen gaat: Geulhem wordt genoemd in het boek waarin een aantal aktes uit het Norbertinessenklooster is verzameld. Het is samengesteld in 1877 en is een ongelooflijk rijke bron voor iedereen die iets te weten wil komen over onze buurt. Geulhem wordt voor het eerst genoemd in 1360. Dus vroeger dan Broekhem (1391), waarover in het vorige Sjtegelke werd verteld. Dat betekent natuurlijk dat Geulhem in 1360 al jarenlang bestond.
Samenvatting2:
Weliswaar verschijnt zekere Goswijn van Berg op 27 oktober 1306 in een akte als eigenaar van de molen. Maar de plaatsnaam Geulhem staat er niet bij. En Goswijn woont kennelijk in Berg. De molen was er. Het gehuchtje ook? Het zou best kunnen.

En dan het jaar 1360. Op 2 maart verklaren Peter, genoemd Vascart van Goelheym en zijne vrouw aan hun zoon Ludovicus een som van 40 gouden schilden schuldig te zijn. Peter (met zijn naamloze vrouw) is dus eigenlijk de eerste echte Geulhemenaar. Niet omdat hij zo beroemd zou zijn geweest, maar enkel en alleen omdat een schuldbekentenis aan zijn zoon bewaard is gebleven. Hij lijkt geen echte achternaam te hebben. Men noemt hem naar de plaats waar hij woont.

De volgende is zekere Loetken Goelheym. De akte met zijn naam gaat hierbij. Loetken leeft in 1381. Het dokument is heel kenmerkend voor de mensen in de buurt van het klooster der Norbertinessen in Houthem. We komen er ontelbaar veel tegen die missen en diensten bestelden voor zichzelf of voor anderen en dat "voor eeuwig" lieten vastleggen. Men kan de akten waarin dit soort dingen wordt vastgelegd vergelijken met huurakten of zelfs met een soort van testament, want ook na de dood blijft de overeenkomst in stand.

Wat verklaart Loetken nu? Dat hij zeven vat rogge in erfpacht verkoopt aan de kloosterzuster Catharina van Sievel. Het is in feite een schenking: "ten behoeve van dit klooster" staat er immers. De zusters zullen de akte bewaren en ieder jaar op St. Andriesdag (dat is 30 november) levert de hoeve van Loetken zeven vat rogge aan het klooster. En als tegenprestatie zorgt het klooster voor gebeden, missen en virgiliën voor de "gedenkenis" van juffrouw van Sievel, haar nicht Nese (Agnes) en haar vrienden.
Samenvatting3:
Het zal wel nooit meer te becijferen zijn, maar voor het klooster moet dit soort zaken een geweldige bron van inkomsten zijn geweest.

Aantekeningen

1. De akte is "gegeven" op Sacramentsdag 1381.
2. Ze wordt opgemaakt voor schout en schepenen van Berg. Geulhem was een gehucht dat onder de schepenbank van Berg ressorteerde.
3. Loetken is de naam van de godvruchtige man. Vermoedelijk een afleiding van Loen (Leonardus).
4. De familie van Sievel of Tzievel of Tzevel of Chievel was een zeer vooraanstaand geslacht in die eeuwen. Afstammelingen waren ondermeer eigenaar van de heerlijkheden Itteren, Schin op Geul en Oud Valkenburg, van de hof van Nieuwenhagen, Etenaken en het Sibber Huis. Dat verbaast niemand: in het klooster leefden slechts dames van adellijken huize.
5. Hier staat te lezen: Goelheym en even verder Guelheym. Op andere plaatsen leest men: Goelheim, Goelhem, Geulheim of gewoon Geulhem. Dat zegt allemaal niets over de uitspraak, maar alleen iets over de schrijfwijze. Soms kan men aan de manier van schrijven zien waar de auteur vandaan komt. In zijn algemeenheid kan men zeggen dat Guelheym ouder is dan Geulhem. Omdat het woord heim (heem) zijn betekenis verloor, wat minder benadrukt werd uitgesproken en tot achtervoegsel werd.
6. Hoe ingewikkeld het tel en meetsysteem toen was, blijkt ook hier: het vat was een inhoudsmaat van natte en droge stoffen, dus voor zowel wijn als rogge, zowel bier als gerst. Het is niet voldoende als je schrijft: zeven vat rogge, maar je moet erbij schrijven welke vaten je bedoelt: in Maastricht was een vat meer of minder dan in bijvoorbeeld Aken. Het was een vreselijk ingewikkelde toestand en daar is pas in de Franse Tijd verandering in gekomen.
Samenvatting4:
7. Sint Andriesdag (feest van Sint Andreas op 30 november) is eeuwenlang de dag geweest waarop pachten en erfpachten, huren en koopsommen voldaan moesten zijn. En 1 maart.
8. Het is natuurlijk niet na te gaan waar Loetken precies gewoond heeft, maar wel: tussen de Geulen. Liepen die toen verder van elkaar af?

P.S.
Men leest wel eens verhalen over een man die levenslang naar een eiland wordt verbannen en dan tien boeken mee mag nemen voor de rest van zijn leven. Tien, niet meer. Als mij dat ooit zou overkomen, is één van die tien boeken gegarandeerd dat met die akten van het Norbertinessenklooster van Houthem. Daar mag U me aan houden als het zover is.
Geografische namen:
 
 
 
 
 
Artikel
De oudst bekende inwoners van Broekhem
Datering:
1994
Titel:
De oudst bekende inwoners van Broekhem
Auteur:
Jan G.M. Notten
Titel tijdschrift:
't Sjtegelke
Afleveringsnummer:
't Sjtegelke, jrg. 1, nr. 1, juni 1994, p. 6-7
Samenvatting:
Wie iets te weten wil komen van zijn geboorteplaats zal zo nu en dan eens in een oude oorkonde moeten duiken. Of in een boek waarin er zijn afgedrukt. Dat geldt ook voor mensen uit Broekhem. In een akte van meer dan zeshonderd jaar oud, daterend uit 1391, duiken de oudst bekende inwoners van Broekhem op uit de nevelen van het verleden.

In het kort komt het verhaal hierop neer. Zekere Johan van Scemmart (Schimmert) verschijnt voor schout en schepenen van Meerssen en verkoopt aan de pitancie van de zusters een mud rogge. Dat wil zeggen: hij zal er elk jaar een leveren te St. Gerlach op Sint Andriesdag (dat is 30 november, feest van Andreas). En die levering zal na zijn dood doorgaan. Een "pitancie " is een uitdeling van eten. En als onderpand stelt hij een paar stukken land ter beschikking. Eerst een bunder land, grenzende aan land van Gherart Knobben (Knubben?) en aan land van Lise Ghockellen. Vervolgens een stuk van drie morgen aan de Blusendael, ten noorden van Bruchem. Dat grenst aan twee stukken: een is van Thys, de rentmeester van Valkenburg, en het andere van ....Tyle van Bruckem. Tyle is de voornaam. Afkomstig van de Heilige Tilbertus. Ook Uilenspiegel droeg zijn naam.
En dan heeft Johan van Schimmert nog een stuk land in Broekhem: ook drie morgen groot en gelegen naast de hof (boerderij?) van Henrich Sceper (Henk of Hendrik de herder) en naast de "Sittarder weg". Hier treffen we een zeer oude wegbenaming uit onze regio aan. De Sittarderweg liep van Valkenburg naar (natuurlijk) Sittard, werd toentertijd uiteraard niet onderbroken door de spoorweg, volgde het tracé van de tegenwoordige Ariënsstraat en liep dan door het Ravensbosch, richting noorden.
Samenvatting2:
Ziedaar de twee oudste (althans tot nu toe) bij naam bekende inwoners van Broekhem. Tyle had geen achternaam. Men noemde hem "Van Bruckhem" omdat hij daar woonde. En Hendrik? Heette hij Sceper of noemden ze hem zo omdat hij herder was? De twee mannen wisten misschien helemaal niets van de akte. Want ze waren er toevallig in terechtgekomen. Omdat hun land grensde aan dat van Johan van Schimmert.
Tyle en Henrich. Twee mannen van ruim zeshonderd jaar geleden. Uit het verre verleden opgedoken. En wonend in het kleine Broekhem, toen op allerlei manieren geschreven. Alleen al in deze akte op twee manieren.
Ik zou wel eens willen weten wat "aen den blusendael" was. Een gebied ten noorden van Broekhem, waar Tyle ook een stukje had. Maar waar?


Aantekeningen
1. De akte werd opgesteld op 26 juni 1391. Bramoent is braecmaand. Dat is juni: de maand waarin de boer zijn land braak liet liggen.
2. In 1391 waren er uiteraard geen kadastrale cijfers om een stuk land mee aan te duiden. Dus schreef men in de akte aan welke andere stukken het grensde (reinde) en zo was het duidelijk over welk stuk land men het had.
3. Het werkwoord reinen betekent grenzen. Nu nog kennen we het woord de rein. Een term bij perceelbeschrijvingen. In oorsprong was de rein een smalle grasstrook tussen twee stukken land.
4. Die hof van Henrich Sceper kan zijn: een tuin, een erf, maar ook een omheind stuk land of een boerderij. Ook nu nog kan "d'n Haof" in ons dialekt betekenen: de binnenplaats, maar ook: de boerderij.
Geografische namen:
 
 
 
 
 
Artikel
De naam Broekhem
Datering:
1988
Titel:
De naam Broekhem
Auteur:
Jan G.M. Notten
Titel tijdschrift:
Beeld van Broekhem
Afleveringsnummer:
Beeld van Broekhem, 1988, p. 29/30
Samenvatting:
Verschenen in het boek
Beeld van Broekhem / Jo van Aken en Jan G.M. Notten. Valkenburg : Valkdruk, 1988
Samenvatting2:
In de loop van de eeuwen is de naam Broekhem op diverse wijzen geschreven. In dokumenten uit de vijftiende eeuw lezen we Broichem, Broickhem, Breuchem en Broeckem. En in sommige oude geschriften komt de benaming Brouckem voor. Dat staat te lezen op de voorgevel van het huis met huisnummer 92, gelegen aan de vroegere Houthemerweg en bewoond door de heer en mevrouw H. Bastings.

Het verklaren van de betekenis van en iets vertellen over de afkomst van plaatsnamen en van andere toponiemen is al vaak een hachelijke onderneming gebleken; op dit terrein van de taalkunde is het verkondigen van zekerheden een betrekkelijk zeldzaam verschijnsel.
De herkomst van de naam Broekhem stelt ons, bij wijze van uitzondering, niet voor onoverkomelijke problemen. De naam Broekhem is een samenstelling van
a. Broek, dat betekent: moerassig stuk land, meest laag gelegen. Dat woorddeel Broek komt overal in ons land en ook in België voor, zoals in Broek op Langendijk (N.H.), Broekhuizen (Utr.), Broekhoven (N.Br.), Lutjebroek (N.H.) en betrekkelijk vaak in onze regio: Lotbroek, Hoensbroek en Meezenbroek.
b. Het achtervoegsel hem. Dat betekent: heim, heem, tehuis, oord. In vele plaatsnamen, niet ver van Broekhem gelegen, treft men dit woorddeel aan: Rothem, Geulhem, Houthem, Euverhem, Neerhem.
Broekhem betekent dus: woonoord, woongemeenschap, dorp, heim in een moerassig gebied.
Samenvatting3:
Het lijkt waarschijnlijk, dat de naam gekozen werd om het kleine gehuchtje te onderscheiden van de andere uit de buurt, met name van Houthem, waartoe het sinds de vroegste tijden zowel in kerkelijk als in wereldlijk opzicht heeft behoord.

Dat er in ons gebied zo veel hem-namen voorkomen, is bij de historici natuurlijk niet onopgemerkt gebleven. Er lijkt een systeem achter te zitten, de naamgeving lijkt wel door één persoon, door één instantie geschied. Zo achten sommigen het zeer waarschijnlijk, dat men vanuit het oude Koninklijke domein Meerssen al de kleine, tot Meerssen behorende nederzettingen van een naam heeft voorzien, daarbij lettende op de natuurlijke omgeving, waarin het betreffende vlek gelegen was. En zo zouden vanuit Meerssen de volgende namen gegeven zijn: Rothem (heem in het rooth, in het ontgonnen landbouwgebied), Geulhem (heem aan de Geul), Houthem (heem in het woud) en Broekhem (heem in het moerassige weiland). Het al in de negende eeuw voorname Meerssen benadrukt door middel van de naamgeving dat het beschikt over bouwland, water, bos en grasland. Wie nog verder naar het oosten gaat, komt de naam Valkenburg tegen en de zeer oude nederzetting Schin op Geul.
Plaatsnamen met het achtervoegsel hem zijn Germaans van oorsprong en ontstaan vóór het jaar duizend. Men mag aannemen, dat de naam Broekhem in de negende en tiende eeuw al heeft bestaan, maar volledige zekerheid zullen we wat dit betreft wel nooit krijgen, want schriftelijke bronnen uit die vroege tijden ontbreken nagenoeg. Uitzonderlijk en uniek is de naam Broekhem overigens niet, de wijze van vorming en de betekenis (moerassig grasland) is daarentegen vrij algemeen. Ook in Belgisch Limburg treffen we een gemeente Broeckem, ook wel geschreven Broekom aan.
Samenvatting4:
De eerste keer dat we de naam Broekhem in geschreven vorm tegenkomen, is in een akte in het archief van het zusterklooster van Houthem. Het dokument draagt als datum 26 juni 1391 en er is sprake van een stuk land ,,boven Bruchem, reinende (grenzende) aan land dat aan Thys den rentemeester van Valkenburg toebehoorde en aan land van Tyle van Bruckem". Bruchem en Bruckem in één zin dus.
Trefwoorden:
Geografische namen:
 
 
 
 
 
Artikel
De eerste vermelding van onze plaatsnamen : De intrede in de wereld van de geschreven historie
Datering:
1987
Titel:
De eerste vermelding van onze plaatsnamen : De intrede in de wereld van de geschreven historie
Auteur:
Jan G.M. Notten
Titel tijdschrift:
Geulrand
Afleveringsnummer:
Geulrand, (1987), nr. 17,(jan.), p. 20-26
Samenvatting:
Op p. 23-24 gegevens over de herkomst van de plaatsnaam Houthem (1096), met een afbeelding van een oude prentbriefkaart van kasteel St. Gerlach van begin van deze eeuw. Op p. 26: Broekhem (1391), met foto van de kerk van Broekhem uit de jaren '30 en gegevens over de herkomst van Geulhem (1452), met foto van Geulhemermolen.
(Oud-)Valkenburg 1041
Aalbeek 1324
Berg 1136
Broekhem 1391
Geulhem 1452
Houthem 1096
Hulsberg 1147
IJzeren 1356
Klimmen 968
Ransdaal 1375
Schin op Geul 847
Sibbe 1307
Strabeek 1331
Terblijt 1292
Vilt 1426
Walem 1181
Trefwoorden: