Uw zoekacties: Artikelen

Artikelen ( Heemkundevereniging Houthem-St.Gerlach )

beacon
1  artikelen
sorteren op:
 
 
 
 
Artikel
Anciens diplomes relatifs a Maestricht
Datering:
1848
Titel:
Anciens diplomes relatifs a Maestricht
Auteur:
Alex. Schaepkens
Titel tijdschrift:
Messager des Sciences Historiques et Archives des Arts de Belgique
Afleveringsnummer:
Messager des Sciences Historiques et Archives des Arts de Belgique, 1848, p. 376-386
Samenvatting:
In 1848 verrast de Maastrichtenaar Alexander Schaepkens de kleine groep historici in Limburg met de publicatie van een oude akte, die uit Luik afkomstig is en dateert uit het jaar 1096.
Hij publiceert een drietal afschriften van oude oorkonden. Ze zijn afkomstig van de originele akte, maar waar die vandaan komen is niet duidelijk. Een van de drie oorkonden is die van Bisschop Otbert. Ze is opgesteld in het Latijn en de vertaling is geen gemakkelijke opgave. Uit enkele vertalingen en samenvattingen die in de loop van de tijden desondanks zijn gepubliceerd, is het mogelijk de inhoud van de akte in het kort te beschrijven.
Zekere ridder Boso van Bra (een plaats in de Belgische Ardennen, 15 kilometer ten westen van Vielsalm) is in bezit van een klein prediolum (een buitentje) in Houthem. In de akte staat: "apud Houlten ante Falcombere": bij Houlten voor Falcombere.
Daar hij in financiële moeilijkheden is geraakt, heeft hij het perceel voor 50 zilvermarken verpand aan het kapittel van Onze Lieve Vrouw te Maastricht. Maar aan deze pandovereenkomst is een interessante conditie verbonden: Gozewijn van Heinsberg zal te allen tijde het recht hebben om - wanneer Boso bijvoorbeeld zal overlijden of aan het einde van de lopende verpanding niet zal kunnen betalen - deze verpanding van het domein af te lossen (af te betalen) om het vervolgens als zijn eigendom te verwerven.
De akte is uitgevaardigd door Bisschop Otbert van Luik. Hij heeft een schuld aan Gozewijn van Heinsberg, want in dat jaar heeft hij het Kasteel Bouillon aangekocht. Hij herinnert aan het vertrek van Hertog Godfried van Bouillon naar het Heilige Land. De kruisvaarder heeft voordien aan de bisschop zijn kasteel verkocht, vermoedelijk om zijn tocht naar Jeruzalem te bekostigen. Otbert heeft dat kasteel kennelijk niet volledig betaald, want hij moet nog dit jaar 50 zilvermarken aflossen. Echter, hij beschikt over onvoldoende contant geld en nu gaat de bisschop als volgt te werk.
Samenvatting2:
Hij schenkt twee molens langs de Jeker in Maastricht aan het kapittel van Onze Lieve Vrouw in Maastricht. Als tegenprestatie verklaart het kapittel dat deze schenking zal beschouwd worden als aflossing van de schuld die Boso heeft aan het kapittel. Bisschop Otbert heeft nu dus recht op die 50 door Boso te betalen zilvermarken, maar staat dat recht af aan Gozewijn van Heinsberg en - omdat deze Boso niet kan betalen - wordt deze Gozewijn vervolgens eigenaar van het domeintje in "Houlten ante Falcombere." Hij geeft het kapittel in Maastricht het verschuldigde bedrag.

Na dit inderdaad ingewikkelde verhaal is het misschien nodig om samen te vatten wat de gevolgen zijn van charter van Bisschop Otbert:
- Bisschop Otbert heeft zijn schulden aan Gozewijn afgelost;
- dat heeft hem een tweetal molens gekost, maar de bisschop heeft gebrek aan contant geld;
- Gozewijn van Heinsberg krijgt via een doeltreffende strategie voet aan de grond in Houthem en Valkenburg; hij betaalt volgaarne 50 zilvermarken aan het klooster in Maastricht;
- de verliezer is Boso van Bra: hij is weliswaar bevrijd van zijn verplichting aan het kapittel van Maastricht, maar is zijn bezit in Houthem voorgoed kwijt.

Het zegel Alexander Schaepkens geeft van de akte een nauwkeurige beschrijving. Het perkament meet 44 bij 27 centimeter en telt 18 geschreven regels. Aan de rechter benedenhoek is een groot, rond en zwaar zegel bevestigd, met een hoog reliëf. Het draagt de afbeelding van een bisschop, zonder mijter, met een kromstaf in zijn hand en in de rand rondom staat te lezen: OTBERTUS GRATIA DI EPS. (Otbertus bij de gratie van God episcopus/bisschop). De rand van het zegel vertoont een zeer hoog reliëf. Bovendien meent Schaepkens bij enkele andere oorkonden uit deze tijd dezelfde auteur te herkennen. Bijvoorbeeld bij een oorkonde die door niemand minder dan Godfried in 1094 is uitgevaardigd.
Geografische namen: