Uw zoekacties: Artikelen

Artikelen ( Heemkundevereniging Houthem-St.Gerlach )

beacon
46  artikelen
sorteren op:
 
 
 
 
Artikel
Luchtoorlog boven Houthem : vliegtuigcrash 1941 – Vroenhof (2/2)
Datering:
2019
Titel:
Luchtoorlog boven Houthem : vliegtuigcrash 1941 – Vroenhof (2/2)
Auteur:
Rob Odekerken
Titel tijdschrift:
't Sjtegelke
Afleveringsnummer:
't Sjtegelke, 26 (2019) nr. 52 (winter), p. 6/18
Samenvatting:
VERVOLG 2/2

Over de overige Engelse bemanningsleden zijn nog de volgende wetenswaardigheden te melden:
De levensloop van Glyn Owens is uitvoerig beschreven in het boek “Duel in de Wolken” van Ron Pütz.
Zijn broer Rhys Owens heeft in 2017 laten weten zeer dankbaar te zijn voor het gedenkkruisje vlakbij de crashsite, dat Frans Bergsteijn samen met Stichting Rotswoning heeft gemaakt ter nagedachtenis van de drie omgekomen bemanningsleden.

Met betrekking tot de andere inzittenden, Wordsworth en Walton, zijn helaas zeer weinig persoonlijke gegevens teruggevonden.

Duitse nachtjager
Over de Duitse nachtjager die toestel AD-937 heeft neergehaald is ook een en ander te vertellen.
Doordat de hevigheid van de bombardementen op Nazi Duitsland toenam had de Luftwaffe zogenaamde “Nachtjagd Geschwader” georganiseerd, om de vijandelijke toestellen ‘s nachts neer te halen. Deze opereerden vanuit verschillende vliegvelden, waaronder het “Fliegerhorst” in Venlo. Messerschmitt-110 toestellen werden hiervoor omgebouwd en na 1942 voorzien van grote radio- antennes om vijandelijke toestellen zelfstandig te kunnen traceren. In 1941 waren ze echter nog afhankelijk van meldingen van grondstations en visueel contact. De bemanning bestond uit 2 man: de piloot en de navigator.
De Duitse nachtjagers waren een ware plaag voor de bommenwerpers. Er waren inmiddels “Nachtjagd Experte” bij de Luftwaffe, waaronder ook piloot Reinhold Knacke en zijn navigator Kurt Bundrock. In de nacht van 7-8 juli 1941 viel naast toestel AD-937 ook een ander toestel ten prooi aan deze nachtjager om 1:25 uur. Bij het neerhalen van AD-937 had het toestel van Knacke/Bundrock motorpech opgelopen waardoor ze nog slechts op 1 motor verder konden vliegen, en derhalve besloten terug te vliegen naar Venlo.
Samenvatting2:
Juist op dat moment zagen ze een Vickers Wellington Mk1c nr. R-1040 uit RAF Honington die terugkwam van een missie naar Keulen, gevangen in zoeklichten ten noorden van Maastricht. Knacke besloot alsnog de aanval in te zetten en na in brand te zijn geschoten stortte dit toestel neer in de Wilhelminasingel in Maastricht, waarbij de 6-koppige bemanning het niet overleefde.

Het duo Knacke-Bundrock was uiteindelijk goed voor het neerhalen van 44 toestellen (waarvan 3 Hampdens), alvorens Knacke in 1943 zelf neerstortte en omkwam in Ede. (*1 januari 1919 – † 4 februari 1943). Bundrock wist zich bij het voorval te Ede te redden met een parachute. Hij werd na diens dood radio- operator van Werner Streib, en overleed in februari 1998 in Liev, Oekraine (*6 februari 1917 – † 6 februari 1998).

Kurt Bundrock heeft na de oorlog zijn ervaringen beschreven in een manuscript “Am nachtlichen Himmel”, dat meermaals is gepubliceerd in het blad “Der Landser”. Hij vertelt dat het neerhalen van een bommenwerper geen makkelijke aangelegenheid was, en dat de tactiek verschilde per toesteltype, waarbij meerdere aanvallen nodig waren. Vaak genoeg werden ze zelf beschoten door de boordschutters, en soms moesten ze hun eigen toestel verlaten. Desalniettemin waren ze meestal succesvol.

Bronnen
Wiel Curfs interview d.d. 11-11-2017
Frans Bergsteijn interview d.d. 19-10-2017
Ron Pütz “Duel in de wolken”, 1994, pagina 49
Ciel de GloireAbschussliste
Heather Simmonse-mails
Ann Kolodzeye-mails
Rhys Owense-mails/brieven
Jef Knols “Gang naar het Verleden”, 2009
Theo Boiten“Nachtjagd Combat Archive Series”
Kurt Bundrock“Am nachtlichen Himmel”,
National Archives AIR 81_7451_1/130 en AIR 27_577_13/14, Operation Record Books
NIMHinventaris 0799-25, foto van Rhys en Teifi Owens
Heemkundevereniging Houthem-St. Gerlach Sjtegelke, jaargang 15 nr. 1, juni 2008
Geografische namen:
 
 
 
 
 
Artikel
Luchtoorlog boven Houthem : vliegtuigcrash 1941 – Vroenhof (1/2)
Datering:
2019
Titel:
Luchtoorlog boven Houthem : vliegtuigcrash 1941 – Vroenhof (1/2)
Auteur:
Rob Odekerken
Titel tijdschrift:
't Sjtegelke
Afleveringsnummer:
't Sjtegelke, 26 (2019) nr. 52 (winter), p. 6/18
Samenvatting:
In het “Operations Record Book” van de Royal Air Force staat beschreven dat in de nacht van 7 op 8 juli 1941 een bombardement werd uitgevoerd op Mönchengladbach. Hoofddoel was het spoorwegstation, maar ondanks de goede weersomstandigheden werd het station door slechts één toestel van de zeven geïdentificeerd. Vier overige toestellen vielen de stadskern van Mönchengladbach aan. Eén toestel werd op de terugweg boven Nederland door een Duitse nachtjager aangevallen en stortte neer in Houthem.

Het neergestorte toestel was van het type “Handley Page Hampden Mk I” van het 61. Squadron met nummer AD-937, en het was om 23:00 uur opgestegen vanaf Hemswell (nabij Lincoln) met een viertallige bemanning. Nadat de missie was volbracht werden ze om 1.17 uur boven Houthem aangevallen door een Duitse nachtjager. Het toestel vloog in de lucht in brand en stortte neer nabij de Nieuweweg (thans Groeve Curfsweg) van mergelbedrijf Curfs. Drie bemanningsleden kwamen hierbij om het leven, alleen de piloot wist zich te redden met zijn parachute.
Ter nagedachtenis is vlakbij de crashlocatie een kruisje geplaatst met de namen van de omgekomen bemanning, die uiteindelijk begraven is in Jonkerbos nabij Nijmegen.

Ooggetuige Wiel Curfs weet zich het neerstorten van het toestel in Vroenhof als volgt te herinneren (letterlijk citaat uit een interview in 2017):
“Mam en ik stonden boven op het balkon te kijken hoe het vliegtuig aangeschoten werd en recht op ons huis afkwam. Mam zei “als we moeten gaan, dan gaan we maar allemaal tegelijk”. Ik herinner me nog dat je de wind door de romp hoorde blazen, en het brandende vliegtuig zich in de lucht deelde in stukken! Het staartgedeelte brak af en viel met een klap op de grond in het weiland vlak achter ons huis op de Pasweg. De rest van de romp tolde door over de Nieuweweg heen, en viel aan de andere kant in het weiland. We zijn toen direct gaan kijken.
Samenvatting2:
Tja, daar lagen ze dan. Dat was een van de keren dat ik doden heb gezien. De jongen die het overleefd had zat op een vleugel en riep zwaaiend: “go back, go back!” Links en rechts ontploften de bommen die ze nog aan boord hadden en die ze niet hadden kunnen lossen. Terwijl de scherven je om de oren vlogen zat de piloot daar gewoon maar te kijken.”

Dit voorval wordt ook beschreven in het Sjtegelke, jaargang 15 nr. 1, juni 2008, citaat van Wiel Curfs:
“Een inzittende lag dood op de rand van de krater die was veroorzaakt door de inslag. De andere inzittende leefde nog, maar had beide benen af. Hij gebaarde nog naar de omstanders om weg te blijven en even later viel hij achterover in het vuur. De Duitsers waren zeer geïnteresseerd in het aluminium van het neergestorte vliegtuig, en de volgende dag trokken zij met enkele paarden het staartstuk van zijn plaats maar men stopte meteen toen er plotseling bloed te zien was. Achter in het staartstuk, tussen de koperen munitievoorraad, lag de dode Engelse staartschutter over zijn boordmitrailleur heen. Een vierde inzittende zou zich met een parachute hebben weten te redden”.

De bemanning van de Handley Page Hampden Mk I, toestel AD-937:

John Geden North BraithwaitePilot/Officer05-10-1920Durham, EnglandPOW† 16-11-2005
Glyndwr OwensPilot04-06-1915Porth, S. WalesKIAJWC 20 G5
Raymond WordsworthWo-Ag1914Preston, LancashireKIAJWC 20 G7
Joseph Frank WaltonWo-Ag1916Ash Vale, SurreyKIAJWC 20 G6

Wo-ag = Wireless operator / Air gunner
JWC = Jonkerbos War Cemetery nabij Nijmegen
KIA = killed in action
POW = prisoner of war

Eind 2017 is J.G.N. Braithwaite, bijgenaamd Jack, getraceerd in Michigan via een overlijdensadvertentie, en is er contact gemaakt met zijn familie. Zijn dochter Heather Simmons-Braithwaite heeft mij het volgende geschreven (vertaald uit het Engels door de auteur):
Samenvatting3:
“In 1939 was mijn vader Jack Braithwaite net afgestudeerd van High School. Zijn familie had geen geld om hem verder te laten studeren vanwege de depressie, en zo was zijn plan om bij de luchtmacht te gaan, ook al was er geen oorlog geweest. Ik heb een karikatuur tekening van zijn unit, waar hij is afgebeeld als de baby omdat hij de jongste was. De andere piloten plaagden hem genadeloos met zijn noordelijk Engels accent, terwijl alle anderen hoog Engels spraken. Hij vloog in een vliegtuig genaamd Hampden, met 4 bemanningsleden. In de lente van 1941 (6 maanden voor Pearl Harbour) werd zijn vliegtuig afgeschoten. Toen hij met zijn parachute uit het vliegtuig sprong vloog z’n broek in brand. Hij landde en was de enige overlevende. Omdat je geacht wordt je vijand geen spullen te laten krijgen probeerde hij zijn parachute te verbranden, maar die was vuurbestendig behandeld, dus dat werkte niet. Toen lokale mensen hem vonden vroeg hij hun hem naar het verzet te brengen, maar ze zeiden hem dat hij te zwaar gewond was en dat ze de autoriteiten moesten waarschuwen. Hij sprak vaak over hoe dankbaar hij was tegenover de mensen die stopten om hem te helpen die nacht. Hij gaf alles van waarde aan de familie die hem in huis nam terwijl hij wachtte op een dokter en de autoriteiten. Hierbij inbegrepen was een gouden horloge waarvan ik zeker ben dat hij wilde dat de Nederlandse familie hem behield.
Samenvatting4:
Hij werd ondervraagd, waarbij de Duitsers zijn naam niet kregen uitgesproken! Ze kwamen niet verder dan “bri-te-vita”. Daarna verbleef hij een jaar in het ziekenhuis, waarschijnlijk in Aken, waar hij huidtransplantaties kreeg voor zijn brandwonden. Hij kreeg goede medische verzorging, hij moest een uur weken in een badkuip voordat het tijd was de verbanden te vervangen. Maar hij moest nog steeds plastische chirurgie ondergaan toen hij uiteindelijk thuis kwam. Hij verbleef een tijdje in een ondervragingscentrum genaamd Dulag Luft, mogelijk in Oberursel nabij Frankfurt, voordat hij werd gestuurd naar Stalag Luft III nabij Sagan, Polen. Het is beroemd vanwege een boek en film genaamd “the great escape”. Ze groeven 3 tunnels, genaamd Tom, Dick en Harry. Een paar jaar voor hij stierf vertelde Jack aan zijn vrouw Dorothy dat zijn kamergenoot was aangewezen om een luchtpomp te maken uit een plunjezak, en dat Jack een idee had voor het ontwerp van de klep om het te laten werken. Na de ontsnappingspoging werd het kamp overgedragen van de Luftwaffe aan de Gestapo, en toen werd het onaangenaam. Hij sprak niet over dit deel. Toen de oorlog eindigde arriveerde Jack terug in Engeland waar hij meerdere chirurgische ingrepen onderging om hem oogleden te geven etc. Hij ging naar Cambridge, en werd een wetenschapper. Hij werkte bij Willow Run Labs, het latere The Environmental Research Institute of Michigan. Hij diende ook als adviseur bij “the National Aeronautics & Space Administration” betreffende Sky Lab”.
Mijn moeder Dorothy is degene die uitvond wat met hem was gebeurd. Zijn familie had het “missing in action - believed killed” telegram ontvangen, en iedereen dacht dat ie dood was, behalve zijn moeder. Hij kon een brief geschreven hebben, maar hij zei dat zijn handen te zwaar waren verbrand (zeker zou iemand zijn dictaat hebben genomen). Hoe dan ook, Dorothy werkte als secretaresse.
Samenvatting5:
Ze wilde in het leger, maar haar ouders wilden dat ze wachtte tot haar zuster oud genoeg was om haar te vergezellen, en zo moest ze een aantal jaar wachten. Een van haar collega’s kreeg een brief van haar vriend zeggende wat een toeval dat het was dat een jongen uit hun buurt lag in het naastgelegen bed, inclusief zijn naam. De collega zei: “Dorothy, was jij niet aan het daten met een jongen genaamd Jack?” Dorothy rende om zijn familie te vertellen dat hij in leven was. Hij kreeg de eerste lichting brieven van thuis in oktober, en slechts één tante herinnerde zich hem een gelukkige 21e verjaardag te wensen.”

Zijn andere dochter Ann Kolodzey schreef het volgende: (vertaald uit het Engels door de auteur):
“Alles wat ik me herinner is dat Pap naar een boerderij ging en vroeg om terug te worden gesmokkeld naar Engeland. De familie vertelde hem dat hij niet in staat was om te reizen, en dat ze een dokter en de Duitse autoriteiten gewaarschuwd hadden. Ze hadden gelijk over de wonden (handen verbrand, gezicht verbrand, oogleden verdwenen en een ernstige wond in zijn dij) omdat hij vele maanden verbleef in een ziekenhuis in Aken voordat hij naar Dulag Luft ging”
Inmiddels is uit onderzoek gebleken dat Jack Braithwaite nog net uit het vliegtuig is kunnen springen toen het in brand geschoten was, en dat hij met een parachute geland is vlakbij het klooster in Vroenhof.

Jef Knols, zoon van Sjang Knols, woonde destijds op het adres “Vroenhof 419”, in het zuidelijke deel van Huize Gürtsenich. Hij beschrijft het voorval in zijn boek “Gang naar het Verleden” uit 2009:

“Zo werd ook een Engels vliegtuig neergehaald dat als een immense vuurzee loeiend op ons af kwam. Je bent op dat moment ervan overtuigd dat het op je neer komt. Op geringe hoogte vloog het echter verder en kwam nabij het klooster Vroenhof neer. Na een kwartier ongeveer werd er op onze deur geklopt.
Samenvatting6:
Ik deed open en zag een zwarte Engelse militair voor mij. Hij kwam binnen en toen zag ik dat zijn haar tot een zwarte koek verbrand was evenals zijn handen. Na onderzoek door dokter Kettler kwam deze tot de conclusie dat de man in een ziekenhuis opgenomen moest worden.”

Dr. Kettler uit Valkenburg adviseerde Braithwaite naar het Calvarieberg ziekenhuis te Maastricht te gaan vanwege zijn brandwonden aan de handen en het gezicht. Hij is daar een dag geweest en van daaruit door de Duitsers als krijgsgevangene naar Duitsland gebracht. Tijdens zijn gevangenschap heeft hij uiteindelijk via het Nederlandse Rode Kruis vernomen dat de andere bemanningsleden het niet hadden overleefd. In deze periode schreef hij onderstaande brief: [kopie]

Na zijn vrijlating uit Stalag Luft III in februari 1945 keerde Jack Braithwaite terug naar Engeland, waarbij hij werd verhoord door de RAF. Hij trouwde met Dorothy Gargate op 11 augustus 1947, en emigreerde in 1958 naar de USA. Jack Braithwaite overleed op 16 November 2005 in de Henry Ford Village Chapel in Dearborn, Michigan op 85-jarige leeftijd. Hij had drie kinderen: Ann Kolodzey, David Gibson Braithwaite en Heather Jane Edith Simmons-Braithwaite. Hij had twee tweelingbroers, genaamd Derek (†) and Bernard Braithwaite uit Surrey, Engeland.

Zie VERVOLG 2/2
Geografische namen:
 
 
 
 
 
Artikel
Oorlogsslachtoffers: KNIL-militair Jan Otten en Maria Anna Hubertina Geuskens
Datering:
2018
Titel:
Oorlogsslachtoffers: KNIL-militair Jan Otten en Maria Anna Hubertina Geuskens
Auteur:
Fons Heijnens
Titel tijdschrift:
't Sjtegelke
Afleveringsnummer:
't Sjtegelke, 25 (2018) nr. 2 (winter), p. 30/31
Samenvatting:
Op de site van de Oorlogsgravenstichting kwam ik een tweetal in Houthem geboren oorlogsslachtoffers tegen, die mij niet bekend waren.
Het betreft Jan Otten (1910-1944) en Maria Anna Hubertina Geuskens (1852-1942).

KNIL-militair Jan Otten
Johannes Franciscus (Jan) Otten werd geboren te Houthem-St. Gerlach op 7 januari 1910. Hij overleed op 8 juni 1944 te Tarakan. Jan was toen sergeant bij de Infanterie van de KNIL (Koninklijk Nederlandsch-Indisch leger), naar over¬levering behorende bij een sectie mortieren.
Hij is volgens zijn grafkaart waarschijnlijk overleden aan beri-beri/uitputting in gevangenschap. Jan Otten werd begraven op het ereveld Kembang Koening te Soerabaja, grafnr. AAA-335. Hij was ongehuwd bij overlijden en laat voor zover bekend, geen kinderen na. Zijn oudste broer J.P.C. (Jos) Otten was tevens KNIL-militair (marechaussee), maar hij heeft de oorlog overleefd.
Hun moeder, Alida Otten-Vroomans, een kranige jonge vrouw, geboortig uit
’s-Gravenhage, beviel in Heerlen op 25 april 1916 van een dochtertje Eugenie. De bevalling zal niet al te voorspoedig zijn verlopen, want amper twee weken later overleed zij - slechts 37 jaar oud - in het kraambed op 6 mei. Het baby’tje stierf, 4 weken oud, op 23 mei te Heerlen. Vader Johan bleef achter met zes jonge in Houthem (Broekhem) geboren kinderen.
Het jonge gezin woonde in ’t Straatje en later aan de Grote Straat.

Maria Anna Hubertina Geuskens
Joannes Arnoldus Geuskens, geboren te Houthem op 31 december 1800 trouwde op 26 december 1832 in Houthem met de Heerlense Maria Gertrudis à Campo. Zij werd daar geboren op 26 december 1804. Het echtpaar woonde in Heerlen en kreeg 5 kinderen. Als pachters hadden zij enige grote hoeven in Heerlen.
Samenvatting2:
Maria Gertrudis overleed 36 jaar oud in Heerlen op 19 juni 1841.

De weduwnaar Jan Arnold bleef achter met 5 jonge kinderen in de leeftijd van 1 tot 8 jaar. Hij had na het overlijden van zijn vader Jan Willem in 1838, een huis, hof, stallingen, schuur en 13 percelen land ter grootte van 360 grote en 610 kleine roeden, geërfd.
Hij trouwde enkele jaren later op 17 mei 1844 te Kerkrade met de in Welten- Heerlen geboren 22 jaar jongere Maria Elisabeth Wachelder.
Zij woonden tot ca. 1850 in Heerlen en kregen nog 11 kinderen, waarvan er twee op jonge leeftijd overleden.
Hun eerste zoontje werd in Kerkrade geboren, gevolgd door een dochtertje en nog een zoontje, die beiden in Heerlen werden geboren. Hun vierde kind, Maria Anna Hubertina werd als eerste kind geboren te Houthem en wel op 21 mei 1852.
Maria Anna Hubertina werd op 13-jarige leeftijd (!) dienstmeid in Luik. Van haar verdere leven is (nog) weinig bekend.
Volgens de inwonerslijst woonde het kinderrijke gezin in Houthem in het huis nr. 44.

Na het overlijden van Jan Arnold op 15 november 1877, beheerde de weduwe het goed, bijgestaan door Christine, Margaretha, Winandus en Louis (kwekeling in Maastricht). Het gehele complex werd afgebroken. Ter plaatse werden drie woningen gebouwd. De 'schuur", ingericht tot woning, werd door Winandus Geuskens bewoond en verkocht aan Jos Curfs-Philippi.

Maria Anna Hubertina was ongehuwd en overleed op respectabele 90-jarige leeftijd als slachtoffer van de Tweede Wereldoorlog op 23 december 1942 te Aken en werd daar begraven op het Ostfriedhof (Vak/rij/nummer FLUR 9 24).

Oorlogsgravenstichting
Ter aanvulling van hun gegevens heb ik aan de coördinator van deze stichting enkele gegevens, artikelen en foto’s doorgestuurd van de Houthemse oorlogs-slachtoffers Martens, Pluymen, Vrancken en Quaedvlieg.

Bronnen
-www.oorlogsgravenstichting.nl
-www.wiewaswie.nl
-Houthems Verleden / H.J.J. Philippens, 1983
Trefwoorden:
Geografische namen:
 
 
 
 
 
Artikel
VALKENBURG HERDENKT HAAR OMGEKOMEN JOODSE MEDEBURGERS
Datering:
2016
Titel:
VALKENBURG HERDENKT HAAR OMGEKOMEN JOODSE MEDEBURGERS
Titel tijdschrift:
Parochieblad voor Broekhem en Houthem
Afleveringsnummer:
Parochieblad voor Broekhem en Houthem, 24 (2016) nr. 9 (25 juni), p. 1-2
Samenvatting:

Dat miljoenen Joden werden gedeponeerd tijdens de 2e Wereldoorlog en nooit meer zijn teruggekeerd, is algemeen bekend. Van de uit Valkenburg gedeporteerde 43 joden overleefde slechts een van hen.
Twee van de slachtoffers van de Holocaust Jozef Gûnsberg en Curt Hirschberg woonden in Broekhem.
Op initiatief van Henk Vossen is er een Stichting opgericht die er naar streeft om ter nagedachtenis van de omgekomen Valkenburgse Joden, zogeheten struikelstenen aan te brengen in de stoep vóór het huis van waar uit zij werden gedeporteerd. Op 7 november 2014 werden de eerste 18 struikelstenen gelegd vóór de huizen waar deze joden woonden.
Op 10 juni jl. werden 12 nieuwe struikelstenen gelegd, waarvan 2 te Broekhem.

Een ter nagedachtenis aan Jozef Günsberg (Koningswinkelstaat 7) en een ter nagedachtenis aan Curt Hirschberg (Broekhem 95). Bij de steenlegging werd bij beide levens stilgestaan met het lezen van onderstaande korte levensschetsen.

Jozef Günsberg, geboren in 1895, behoort tot de eerste groep Joodse mensen die op 25 augustus 1942 uit Valkenburg wordt gedeporteerd.
Vanuit Essen is hij naar Valkenburg gekomen, eerst woonde hij op de Daelhemerweg, daarna in de Lindenlaan en tenslotte op het adres Koningswinkelstraat 7
Hij is gescheiden en vader van 3 kinderen namelijk Gerold, die al in 1938 naar Amerika vertrokken is en verder een zoon Lothar en een dochter Fanny-Susanne. Net als hun vader ondergaan zij het wrede lot om gedeporteerd te worden en in het vernietigingskamp Sobibor worden ze omgebracht.
Wat er met Bertha Zwecker gebeurd is, zijn gescheiden vrouw, is tot op heden onbekend.
Samenvatting2:
Curt Hirschberg en zijn tweelingbroer Erwin werden in 1900 in Breslau geboren. In 1937 komen ze naar Valkenburg. Eerst wonen ze in de Wilhelminalaan, maar 5 jaar later verhuizen ze naar Broekhem.
Na hun deportatie in 1942 komen ze beiden terecht in het beruchte werkkamp Blechhammer, waar Curt in 1943 overlijdt.
Zijn tweelingbroer Erwin weet ondanks de vele ontberingen te overleven.
Hij keert terug naar Limburg, namelijk naar Heerlen in de Nobelstraat. Later verhuist hij naar Den Haag, waar hij in 1976 overlijdt.
Hun moeder woont op de Berkelstraat en voordat zij gedeporteerd zou worden in april 1943, sterft zij een natuurlijke dood. Haar graf bevindt op de Joodse begraafplaats aan de Cauberg.
Samenvatting3:
Wat zijn struikelstenen?
Oorspronkelijk heten ze "Stolpersteine" (stolpern betekent struikelen). Kubusvormige betonnen stenen met een messing bovenplaat. De stenen worden geplaatst in het trottoir voor de huizen waaruit de Joden gedeporteerd werden. Via Westerbork werden zij kort daarna in de diverse concentratiekampen vermoord. De struikelstenen zijn ongeveer 10 bij 10 cm en liggen gelijk met het trottoir. Op het messing plaatje staat de naam, geboortejaar en plaats en datum van de vermoorde Joodse medeburgers vermeld. Het leggen van struikelstenen is een initiatief van de Duitse kunstenaar Gunter Demnig, die sinds 2000 inmiddels ruim 56.000 struikelstenen heeft geplaatst in honderden plaatsen in Duitsland en vele andere Europese landen, waaronder ook reeds in meer dan honderd steden en dorpen in Nederland.
In het boek "42 Joodse Valkenburgers opgepakt en vermoord' geschreven door Jan Diederen, is uitvoerige informatie samengebracht over de joodse gemeenschap van Valkenburg in de oorlogsjaren.
Het boek is op onderstaand adres te koop voor € 10,— en wordt in Valkenburg eventueel bezorgd.
Voor informatie over de "Stichting Struikelstenen Valkenburg aan de Geul" of aanvullende informatie;
Henk Vossen
Prinses Christinalaan 3
6301 W Valkenburg a/d Geul
Tel: 043-4511312
e-mail:vosje-108@hotmail.com
Geografische namen: