Uw zoekacties: Vredegerechten 1811-1838

Vredegerechten 1811-1838 ( Brabants Historisch Informatie Centrum (BHIC) )

De vredegerechten zijn de voorlopers van de huidige kantongerechten, de laagste rechtbanken dus. Ze zijn afkomstig uit het Franse rechtsstelsel en zijn in Nederland ingevoerd tijdens de inlijving bij Frankrijk. Voor het grootste deel van Brabant vond dat in 1811 plaats. De vrederechter is als instelling in 1838 opgeheven.

De vrederechter was bevoegd voor lichte vergrijpen en eenvoudige administratieve handelingen. Zo behandelde hij dorpsruzies, openbare verkopingen, aanstellingen van voogden, beëdigingen voor de successie-aangiften, ver- en ontzegelingen van gebouwen enz. De vrederechter was ook bevoegd voor een aantal plaatsen rondom de vestigingsplaats.

Hier zoek je in de samenvattingen van vonnissen en uitspraken van zes van de 24 vredegerechten die er in Noord-Brabant geweest zijn:

- Boxmeer 1811-1838
- Eindhoven 1811-1838
- Gemert 1811-1838
- Grave 1811-1838
- Ravenstein 1811-1838
- Roosendaal 1811-1813

Van sommige akten zijn scans beschikbaar. Als een akte nog niet is gescand, kun je gebruik maken van onze gratis service scannen-op-verzoek. Meer info >

> Algemene hulp en zoektips

beacon
44  zoekresultaten
sorteren op:
 
 
 
 
Vredegerecht
Vonnis , 11.12.1820
Datering:
11.12.1820
Beschrijving:
Griffier Gijsbert Joseph van Crimpen verkoopt ten verzoeke van en ten woonhuize van kinderen Christ Clabbers te Boxmeer, roerend goed, o.a. meubels en een spinnewiel voor F 257,40.
Plaats:
Boxmeer
Toegangsnummer:
21
Inventarisnummer:
1315 [Aanvraagfuncties niet beschikbaar.  ]
Volgnummer:
669
 
 
 
 
 
Vredegerecht
Vonnis , 19.08.1830
Datering:
19.08.1830
Beschrijving:
Vonnis inzake Johanna van de Bosch, weduwe van Willem Janssen, landbouwster te Maashees, eiseres en aanlegster en Sigisbertus Johannes Cremers, landbouwer te Maashees, gedaagde en verweerder. Eis twintig guldens. Medeverschenen Hubertus Janssen, burgemeester, als gevolmachtigde van eiseres en geassisteerd met Jan Gerard Hermans, procureur te Boxmeer en Carolus Jacobus Bovens, gemeente-secretaris te Maashees, Vierlingsbeek en Overloon. Heeft ten verzoeke van eiseres doen dagvaarden: Hendriks Hermans, winkelier, weduwnaar, Blitterswijk, 60 j.; Theodorus van Rijswijk, particulier, gehuwd, 39 j.; Martinus Lamers, dagloner, gehuwd, Maashees, 40 j.; Peter Bouwmans, houtkoper, weduwnaar, 58 j.; Petronella van Cuijck, weduwe van Ernestus Leopoldus van Rijswijk, herbergier, Maashees, 67 j.; Everdina van Wollenberg, 47 j., huisvrouw van Arnoldus Elders, timmerman, nicht van Johanna van den Bosch; Petronella Wijnhoven, 45 j., huisvrouw van Theodorus Elders, azijnbrouwer, Maashees; Gertrudis Daniels, 49 j., huisvrouw van Godefridus Nissen, winkelier, Maashees; Hermina Bouwmans, 30 j., ongehuwd, particulierse, Maashees; Gerardus Verdijk, 24 j., ongehuwd, dienstknecht, Boxmeer. De Heer Van Boven heeft doen dagvaarden: Theodorus Brouwers, 51 j., zonder beroep; Hendrik Clabbers, 46 j., arbeider; Egbert Tax, 31 j., koopman; Engel Bekkers, 49 j., bouwman; Bartholomeus Koppes, 47 j., arbeider; allen gehuwd en wonend te Well; Reintje Wijnands, ongehuwd, 25 j., dienstknecht, Boxmeer; Jan Linssen (ook genoemd Linders), bijna 70 j., metselaar; Hermina Bekkers, 68 j., weduwe van Peter Rutters, herbergier; Johannes Gerardus Rutten, 29 j., ongehuwd, veerman; Petronella Rutten, ongehuwd 39 j., zonder beroep; Helena Heurkens, 28 j., huisvrouw van Cornelis Bussers, landbouwer; Christiaan Smits, 51 j., gehuwd, slachter; Antonetta Berens, ongehuwd 18 j., dienstmeid; allen te Maashees. Alle gedagvaarden leggen uitvoerige verklaringen af.Bijgesloten is een brief aan de vrederechter, zonder datum, waarin wordt medegedeeld dat het geen zaak voor de vrederechter is maar door de arresten van het Hof van Cassatien worden de partijen tot de gewone rechtbank verwezen.
Plaats:
Boxmeer
Toegangsnummer:
21
Inventarisnummer:
1311 [Aanvraagfuncties niet beschikbaar.  ]
 
 
 
 
 
Vredegerecht
Vonnis , 1811-1838
Beschrijving:
Memorie en conclusie in de zaak van Johanna van den Bosch, weduwe van Willem Janssen, overleden 02.09.1827, eiseres, tegen Sigisbertus Johannes Cremers, verweerder. Bij de eerste rechtzitting over deze zaak op 19 juli j.l. is door verweerder bekend dat hij gevaren is over het terrein tussen het huis van de eiseres en de Maas. Inzake het vonnis van 19 juli moet eiseres bewijzen van bezit of eigendom leveren. Verklaringen door getuigen in het voordeel van eiseres van: Henricus Hermens, Blitterswijck; vrouw Elbers; vrouw van Derk Stevens; vrouw Nijssen; Hermina Boumans; vrouw van Rijswijk; Piet Bouwmans; Gerardus Verdijk; Theodorus van Rijswijk; weduwe van Rijswijk; Mathijs Lamers; Jan Gerardus Rutten; vrouw Rutten; Petronella Rutten; Piet Boumans; Mathijs Lamers; Jan Lensen. Volgens Christiaan Smits, Jan Lensen, Piet Boumans en vrouw Rutten is het bewezen dat het terrein in kwestie sinds mensenheugenis gemeentegrond is geweest en door de ingezetenen is gebruikt voor lossen en laden, bleken, weiden en drijven van schapen en ander vee. Verweerder ontkent dat het terrein in kwestie een afzonderlijk terrein is. De gemeentegrond en losplaats van Maashees is een stuk "werwaards het schouwbaan karre wegge langs het huis van weduwe Willem Jansen en haar kinderen, van de grote of dorpsstraat af, ligt tussen de boomgaard van Biermans plaats en de weide van Cremers boven het veer." Daadzaken: gevaren op stuk grond in kwestie met stenen inladen voor Engel Beckers, Well in 1829, getuigen: Engel Beckers, Batholomeus Coppen en Jan Rutten; idem in mei 1828, afzonderlijke reizen, getuigen Theodorus Brouwers, Henricus Clabbers en Elbertus Tax; Peter Bouwmans heeft er hout gelost in maart en april 1829, getuigen Jan-Gerardus en Petronella Rutten; voor weduwe Bovens zijn er Spa-kruiken gelost in oktober 1828, getuigen Jan en Petronella Rutten; de koeien van Rutten en van Rijswijk hebben er twee jaar geweid, getuigen Jan Gerardus, Petronella en weduwe Peter Rutten;de koeien van Cornelis Bussers in de zomer van 1829 om in de Maas te kunnen drinken; getuigen Antonetta Berens, vrouw Bussers en in 1828 en 1829 door Jan Rutten; idem van weduwe Petrus Theodorus Bovens, getuigen Reintje Wijnands; in 1828 en 1829 is er gebleekt door weduwe Rutten, getuigen Peter en Petronella Rutten. De aktie van eisers wordt ongegrond verklaard. Er wordt geen proces-verbaal opgemaakt.
Plaats:
Boxmeer
Toegangsnummer:
21
Inventarisnummer:
1311 [Aanvraagfuncties niet beschikbaar.  ]
 
 
 
 
 
Vredegerecht
Vonnis , 04.08.1837
Datering:
04.08.1837
Beschrijving:
Hermanus Gerardus Frederik van Merrebach, wachtmeester titulaer, 24 j., ongehuwd, verklaarde zich op 25 juli in de herberg van Rongen te Boxmeer te hebben bevonden. Hij wordt aangeklaagd wegens het uiten van termen als: schijt aan de koning e.d. Pieter Tilburg, 40 j., gehuwd, kleermaker; Hendrik Clabbers, 48 j., gehuwd, ijzersmid; Margaretha Damen, vrouw van logementhouder Rongen, 49 j., allen te Boxmeer en Francis Lenssen, dienstknecht ten huize van de kinderen Damen te Beugen, ongehuwd, 65 j., verklaren een en ander gehoord te hebben.
Plaats:
Boxmeer
Toegangsnummer:
21
Inventarisnummer:
1309 [Aanvraagfuncties niet beschikbaar.  ]