Uw zoekacties: Collectie documentatie behorende bij het project Geakunde va...

3136 Collectie documentatie behorende bij het project Geakunde van het Gemeenschappelijke Centrum Onderwijsbegeleiding te Grou, 1985-1993 ( Historisch Centrum Leeuwarden/ Histoarysk Sintrum Ljouwert Leeuwarden )

Uitleg bij archieftoegang

Een archieftoegang geeft uitgebreide informatie over een bepaald archief.

Een archieftoegang bestaat over het algemeen uit de navolgende onderdelen:

• Kenmerken van het archief
• Inleiding op het archief
• Inventaris of plaatsingslijst
• Eventueel bijlagen

De kenmerken van het archief zijn o.m. de omvang, vindplaats, beschikbaarheid, openbaarheid en andere.

De inleiding op het archief bevat interessante informatie over de geschiedenis van het archief, achtergronden van de archiefvormer en kan ook aanwijzingen voor het gebruik bevatten.

De inventaris of plaatsingslijst is een hiërarchisch opgebouwd overzicht van beschreven archiefstukken. De beschrijvingen zijn formeel en globaal. Het lezen en begrijpen van een inventaris behoeft enige oefening en ervaring.

Bij het zoeken in de inventaris wordt de hiërarchie gevolgd. De rubrieken in de inventaris maken deel uit van de beschrijving op een lager niveau. Komt de zoekterm in een hoger niveau voor, dan voldoen onderliggende niveaus ook aan de zoekvraag.

beacon
 
 
Inventaris
I. Inleiding
3136 Collectie documentatie behorende bij het project Geakunde van het Gemeenschappelijke Centrum Onderwijsbegeleiding te Grou, 1985-1993
I.
Inleiding
In zijn "Hantlieding foar Geakunde" stelde het Geakundich Wurkforbân fan de Fryske Akademy in 1951 dat Geakunde een vorm van heemkunde is die zich naast lokale geschiedenis ook uitstrekt over andere aandachtsgebieden, zoals cartografie, waterstaat, archeologie, planten en beesten, het boeren- en gemeenschapsleven en volkskunst. Vanaf het begin van de jaren ’50 nam de Geakunde in Friesland een grote vlucht en met medewerking van het Wurkforbân werden in meerdere gemeenten geakundige studies gepubliceerd.

Anders dan in bijvoorbeeld de gemeenten Baarderadeel en Haskerland, verschenen in Midden-Friesland lange tijd geen specifieke studies. Wel werd in de jaren ’60 en ’70 al documentatie- en fotomateriaal over de eigen leefomgeving verzameld. De Stifting Grou, opgericht in 1965, was een van de eerste lokale groepen in de regio die zich met het verzamelen bezighield. Begin jaren ’80 kwamen ook in andere dorpen in het latere Boarnsterhim dergelijke initiatieven van de grond. Voorbeelden zijn de in 1980 opgerichte Stifting Akkrum Âld en Nij en de in 1982 opgerichte Wurkgroep Werregea Âld – Wergea Nij. Midden jaren ’70 werd ook door het onderwijzend personeel op enkele lagere scholen al documentatiemateriaal over het eigen dorp verzameld.

In 1985 deed zich een mogelijkheid voor om de Geakunde in de toen nog jonge gemeente Boarnsterhim verder te ontwikkelen. Het Gemeenschappelijke Centrum Onderwijsbegeleiding (Mienskiplik Sintrum Ûnderwiisbegelieding) in Grou, bestierd door Wim Eikenaar en Marijke Lettinga, had belangstelling voor het ontwikkelen van lesmateriaal over de eigen leefomgeving ten behoeve van het basisonderwijs. “It projekt geakunde hie benammen ta doel om yn ‘e doarpen fan Boarnsterhim, yn gearwurking mei learkrêften en doarpsbewenners, geakundich, ynformatyf materiaal te sammeljen en beskikber te meitsjen foar de skoallen”, zo vat een evaluatierapport de doelstelling van het GCO samen. Het was juist in een tijd dat gewetensbezwaarde Syds Wiersma op zoek was naar een mogelijkheid om invulling te geven aan zijn vervangende dienstplicht.

Wiersma begon zijn werkzaamheden voor het project Geakunde in september 1985. Hij werkte vanuit het kantoor van het GCO in het Raadhuis aan de Stationsweg 1 in Grou, maar woonde ook veel vergaderingen in de dorpen bij. In 1985 werd begonnen aan het opzetten van een projectorganisatie, die in de ene plaats beter van de grond kwam dan de andere. In de meeste dorpen van Boarnsterhim werden lokale werkgroepen samengesteld, bestaande uit amateur-historici, onderwijzend personeel en natuurbeschermers. In enkele dorpen kwam het project niet van de grond. Wergea en Warstiens deden bijvoorbeeld niet aan het Geakundeproject mee, omdat de onderwijzers daar de werkzaamheden niet met hun reguliere werk konden combineren. Al met al hebben in de loop van de jaren ruim honderd mensen zich met het documentatiewerk beziggehouden.


In de jaren 1985-1987 is er door de lokale werkgroepen, onder coördinatie van Syds Wiersma, veel documentatiemateriaal verzameld en gekopieerd. De aanpak verschilde per dorp. Sommige werkgroepen focusten vooral op historische aspecten, terwijl andere het begrip Geakunde een ruimere betekenis gaven en ook de aardrijkskunde en biologie erbij betrokken.

Over de rangschikking van de verzamelde gegevens onderhield Wiersma intensieve contacten met de Schoolbibliotheekdienst in Leeuwarden. Het bleek al snel noodzakelijk om lokale aanpassingen door te voeren op het classificatiesysteem dat landelijk voor de schooldocumentatiecentra werd gehanteerd.

Doorgaans werden er per dorp een of meerdere mappen samengesteld met gekopieerde kranten- en tijdschriftartikelen, foto’s en begeleidende teksten over de historische ontwikkeling, markante inwoners, beroepen en bedrijven e.d. Enkele bovenlokale thema’s, zoals de schipperij, het boerenleven en de verveningen, werden in afzonderlijke mappen opgenomen.

De informatie werd aangevuld met gesproken interviews en met diaseries. De volledige collectie was aanwezig in de geakundekeamer op het GCO-kantoor in Grou, waar belangstellenden kopieën konden maken en mappen en foto’s voor eigen gebruik konden nabestellen. De mappen die op het eigen dorp betrekking hadden werden ook ondergebracht in de documentatiecentra van de plaatselijke basisscholen. De gemeenteraad stelde in 1987 eenmalig ƒ 250,- subsidie per school beschikbaar om het materiaal aan te schaffen. Een gedeelte van de mappen was voor het algemene publiek verder nog in te zien in de openbare bibliotheken in Akkrum, Aldeboarn en Grou.

Eind 1987 kon het project, bijna gelijktijdig met de vervangende dienstplicht van Syds Wiersma, worden afgerond. De resultaten werden gepresenteerd in een tentoonstelling in het Grouster Raadhuis, die tevens diende om de scholen voor te lichten over de toepassingsmogelijkheden van het nieuwe lesmateriaal.

Uit de evaluatie die Wiersma in 1988 over het project schreef wordt duidelijk dat het gebruik van het materiaal in de dagelijkse onderwijspraktijk een onderbelicht aspect was gebleven. In 1985 was vrijwel alle aandacht uitgegaan naar het samenstellen van de documentatiemappen, zonder eerst de vraag te beantwoorden op welke wijze die mappen in de lessen konden worden toegepast. Het feit dat projectleider Wiersma zelf geen onderwijsbegeleider was en dit aspect input van anderen vereiste, zal zeker een rol hebben gespeeld. “Sil [it] materiaal aanst ek tagonklik foar bern wêze op ‘e basisskoallen, dêr’t it dokumintaasjesintrum yn in stoffich hoekje wat âlde planken beslacht? It hat grutte kâns, dat it op dy skoallen yn ‘e leararekeamer telâne komt en bytiden ûnder de kofje noch oan syn doel beantwurdet”, zo schetste Wiersma een wat somber toekomstbeeld voor de met moeite opgebouwde collectie. Op veel scholen is dit ook bewaarheid geworden.


Na het vertrek van Syds Wiersma als projectleider werd het actualiseren en aanvullen van de Geakundemappen nog tot eind 1993 verzorgd door het GCO in Grou. Met ingang van 1994 werd het GCO-kantoor in het Grouster Raadhuis gesloten, waarna ook de activiteiten op het gebied van de Geakunde werden gestaakt.

De volledige set met mappen die ooit de geakundekeamer van het GCO had gevuld, kwam uiteindelijk in het bezit van de Stifting Grou, die eveneens in het Raadhuis kantoor hield. De collectie is in 2012 door het bestuur van de Stifting Grou overgedragen aan de gemeente Boarnsterhim en een jaar later, als gevolg van een gemeentelijke herindeling, overgebracht naar het Historisch Centrum Leeuwarden (HCL).

Begin 2016 is de collectie bij het HCL beschreven en herverpakt, waarbij de oorspronkelijke plastic mappen en insteekhoezen zijn vervangen door zuurvrije omslagen. Uit de collectie is, behoudens enkele doublures, niet vernietigd.


Kenmerken

Datering:
1985-1993
Auteur:
A. Tuinhout
Soort toegang:
inventaris
Omvang:
1,5 m1
Citeerinstructie:
Bij het citeren in annotatie en verantwoording dient het archief tenminste eenmaal volledig en zonder afkortingen te worden vermeld. Daarna kan worden volstaan met verkorte aanhaling.
VOLLEDIG:
Historisch Centrum Leeuwarden. Toegang 3136 Collectie documentatie behorende bij het project Geakunde van het Gemeenschappelijke Centrum Onderwijsbegeleiding te Grou, 1985-1993
VERKORT:
NL-LwnHCL 3136