In de ruimtelijke planvorming voor de Prinsessenbuurt in Grouw was midden jaren ‘50 al rekening gehouden met de aanleg van een kinderspeelplaats. Tussen de Kanaalstraat, de Jogchum Nieuwenhuisstraat, de Koningin Julianstraat en de Prins Bernhardstraat werd bij de aanleg van de wijk specifiek voor dit doel een strook grond vrijgehouden. Speeltoestellen kwamen daar vooralsnog niet.

In 1959 drong de vrouwenafdeling van de Partij van de Arbeid er bij het gemeentebestuur van Idaarderadeel op aan om het terreintje te gaan inrichten zoals het oorspronkelijk bedoeld was. Het verzoek bleef niet zonder resultaat. Op 4 juli 1960 openden de kleuters Hilda Achenbach en Henk Brandsma de speeltuin “Bernewille”, die op dat moment 8 schommels, 2 wippen en 3 zandbakken telde.

Hoewel “Bernewille” volgens de Leeuwarder Courant mede “door de spontane medewerking van omwonenden” tot stand was gekomen, was er begin jaren ’60 nog geen sprake van een Grouwster speeltuinvereniging. Het initiatief daarvoor werd pas genomen in 1966, toen de gemeente ten behoeve van de jeugd een tweede terrein ter beschikking stelde. Het ging om een braakliggend stukje land aan de Tureluurstraat, pal achter de gemeentelijke brandweergarage.

Nadat een voorbereidingscomité reeds het nodige werd had verzet, werd de Speeltuinvereniging Grouw formeel op 11 november 1966 opgericht. Veel Grouwsters droegen de inrichting van de nieuwe speeltuin een warm hart toe, maar de animo om in het bestuur van de vereniging zitting te nemen was niet groot. Bij de oprichtingsvergadering werden zo’n veertig belangstellenden verwacht, maar slechts vijftien van hen kwamen opdagen. Desalniettemin lukte het om een voorlopig bestuur te formeren, waarin de heren H.A. Visser, H. Okkema, H. de Jong en M. Hoekstra en de dames Epema, Steneker en Jongstra zitting namen. Een aantal bestuursleden was in het onderwijs werkzaam.

De nieuwe vereniging begon met het organiseren van een lijstcollecte om de nodige financiële middelen bij elkaar te brengen. Van het opgehaalde geld werd afvalmateriaal gekocht. Bij de zuivelfabriek in Roordahuizum werden bijvoorbeeld oude buizen aangeschaft, die vervolgens bij de Coöperatieve Werktuigenvereniging “Ûnder ús” in Grouw in elkaar werden gelast. Door zelfwerkzaamheid van vrijwilligers kon het nieuwe speelterrein met een aantal toestellen worden ingericht.

De Speeltuinvereniging Grouw was vanaf de oprichting niet alleen belast met het beheer over de speeltuin “Bernewille” en over de speeltuin aan de Tureluurstraat, maar ook over het kinderijsbaantje aan de Mr. P. Jelles Troelstrawei, nabij het bejaardentehuis “Friesmahiem”. Het ijsbaantje was door de N.V. Halbertsma ter beschikking gesteld en werd in 1967 direct voor het wintervertier in gebruik genomen.

De Grouwster commentator Durk Bouma (“DLB”) plaatste in 1967 het gedicht “’t baentsje by Blierherne” in het nieuws- en advertentieblad “Frisia”, waarvan de beginstrofen luidden:

Winter! harkje ne iús, kom!
Hwant hja binne oan it meitsjen
Om op tiid der foar to weitsjen
Dat de berntsjes om en om
Aensent baentsje ride kenne
Yn de Lijte fan Blierherne
Dat yn greate aerdichheit
Der sa moai geryflik leit.

Het jaarlijkse hoogtepunt voor de Speeltuinvereniging vormde de organisatie van de lampionoptocht tijdens de viering van Sint Maarten op 11 november. Volgens burgemeester Vrijling vond “Het gemeentebestuur […] het initiatief van de Speeltuinvereniging prachtig en heeft daarom besloten, zonder dat de Speeltuinvereniging er om heeft gevraagd, een geldelijke bijdrage beschikbaar te stellen om er een zo mooi mogelijk St. Maartensfeest van te maken.” De gemeente had ook enig belang bij een georganiseerde Sint Maartensviering, want “een groot winstpunt van deze Sint Maartenvieringen was het uitblijven van allerhande activiteiten als vuurtjestoken en fakkelzwaaien, dat enkele jaren geleden nog erg in trek was bij de jeugd.”

De lampionoptochten, waaraan ook het Grouwster muziekkorps “Apollo” medewerking verleende, waren steeds een groot succes. In 1970 maakten de Grouwster kinderen zo’n 600 lampions; de mooiste kwamen voor een prijs in aanmerking.

Midden jaren ’70 adviseerde de Speeltuinvereniging over de inrichting van een derde speeltuin, in de nieuwbouwwijk nabij kleuterschool “’t Roefke”.

Het archiefmateriaal van de vereniging loopt tot 1977, hoewel de Grouwster Speeltuinvereniging ook na dat jaar nog actief was. De archivalia behoorden oorspronkelijk tot de documentatiecollectie van de Stifting Grou en zijn in 2012 aan de gemeente Boarnsterhim overgedragen. Als gevolg van de gemeentelijke herindeling van Boarnsterhim en Leeuwarden per 1 januari 2014 is het archief ondergebracht bij het Historisch Centrum Leeuwarden, waar het in 2015 is geïnventariseerd.