De eerste gemeenschappelijke regeling waarbij de gemeente Rauwerderhem zich in 1903 aansloot was de gezondheidscommissie voor de gemeenten in Zuidwest Friesland, die ingevolge de Gezondheidswet van 1901 was ingesteld. Deze commissie – waarvan het secretariaat berustte bij dr. Jacob van Dam te Rauwerd – had vooral tot functie om de aangesloten gemeentebesturen te adviseren op het gebied van besmettelijke ziektebestrijding, openbare hygiëne en volksgezondheid in het algemeen. Daartoe hield zij toezicht op de kwaliteit van het drink- en oppervlaktewater, de kwaliteit van levensmiddelen, de naleving van de wet op de lijkbezorging en de inhoud en naleving van de gemeentelijke bouwverordeningen. Doorgaans lieten de gemeenten zich bij besluiten tot onbewoonbaarverklaring of aanschrijvingen voor het verbeteren van woontoestanden leiden door de adviezen van de gezondheidscommissie.

Juist door haar betrekkelijk passieve adviesfunctie werd het belang van de commissie niet door alle aangesloten gemeenten erkend. “Dat de gezondheidscommissie, o.i. althans, weinig reden van bestaan heeft, is wellicht te wijten aan de bepalingen der wet, die haar grootendeels gemaakt hebben tot een adviseerend lichaam” , liet het college van Haskerland de commissie in 1922 onverbloemd weten. De discussie over het bestaansrecht zou zich daarna nog jarenlang voortslepen. Uiteindelijk moesten de gezondheidscommissies als gevolg van bezuinigingen in 1933 worden opgeheven.