Volgens de overlevering vestigde Ide Bruinsma zich zo omstreeks 1700 vanuit Workum in Leeuwarden. Ver daarvoor al woonden er Bruinsma’s in Ypecolsga. Van oudsher hingen allen het katholieke geloof aan en bleven dat trouw in de tijden der reformatie.

Een zoon van Ide, Harmanus Bruinsma (1737-1818), werd chirurgijn en een andere zoon, Anne (Anastasius) Ides Bruinsma, was timmerman en houtkoper van beroep. Een uitnodiging om stedelijk bouwmeester te worden sloeg hij af; hij weigerde aan de voorwaarde te voldoen ‘zijn geloof te bemantelen’. Wel werd hij in 1808 onder het regiem van Lodewijk Napoleon lid der Leeuwarder vroedschap.
Zijn zoon Jacobus Anastasius Joannes Bruinsma (1771-1826) was van professie ook houthandelaar, maar bekleedde daarnaast ook nog andere functies: chef-de-bureau van Financiën bij het Provinciaal Bestuur en President der Rechtbank van Koophandel te Leeuwarden. In het algemeen kan men van de telgen der familie Bruinsma in die jaren zeggen dat zij naast bestuurderskwaliteiten ook over wetenschappelijke belangstelling en esthetische inslag beschikten.
Josephus Joannes Bruinsma (1805-1885), de tweede zoon van Jacobus Anastasius Joannes, van beroep apotheker, ontwikkelde zich tot natuurvorser. In ‘Flora Frisicana’ beschreef hij de Friese flora.
Daarnaast publiceerde hij over diverse andere onderwerpen, zoals de historie der ziekenverpleging in Leeuwarden.
Petrus Antonius Bruinsma (1859-1928), zoon van broer Eduard Joannes van J.A.J. Bruinsma, was van beroep wijnhandelaar. Daarnaast had hij nogal wat nevenfuncties, zoals directeur van de Leeuwarder Vereeniging voor Vreemdelingenverkeer, van de Spaarkas en secretaris van de Friesche IJsbond. Ook was hij lid van de Burgerwacht.

Een bekende telg uit de familie is ook dr. Vitus Jacobus Bruinsma (1850-1916), wis- en natuurkundige. Hij was de zoon van Anastatisch Josephus Bruinsma (1803-1878) en Johanna Maria Metz (1810-1882) en kleinzoon van Jacobus Anastatisch Joannes Bruinsma. (1771-1826) Na zijn studie en promotie in Groningen werd hij leraar aan de MMS in Leeuwarden en later ook aan het Stedelijk Gymnasium. Aan de gevel van deze school is te zijner ere een gedenkplaat aangebracht.
Hij kreeg landelijk bekendheid als socialistisch politicus, maar moest niets hebben van de door Domela Nieuwenhuis uitgezette koers.
In 1891, na het onderwijs gedag gezegd te hebben, vestigde hij zich in Gorredijk. Vijf jaar later verliet hij Friesland; hij ging in Lochem wonen.
In 1895 werd in Den Haag de oprichtingsvergadering van de Nederlandse Volkspartij gehouden, onder voorzitterschap van Bruinsma. Alhoewel de partij enige tijd groter was dan de SDAP, behaalde de Volkspartij bij de Tweede Kamerverkiezingen van 1897 geen zetel. Teleurgesteld verliet Vitus Bruinsma de politiek.

Het archief is in 1965 door het Fries Genootschap van Geschied-, Oudheid- en Taalkunde aan het Leeuwarder Gemeentearchief overgedragen.
Een kleine greep uit de in het HCL aanwezige literatuur:
Henk Aukes, Katholieke Friese geslachten, 1941 (uit de reeks Frisia Catholica)
J.J. Bruinsma, Geschiedenis der ziekenverpleging te Leeuwarden, 1883
In Tresoar bevindt zich een map met genealogische gegevens van de familie Bruinsma