Sinds 1795 bezat Leeuwarden een Schutterij-muziekkorps. De stad subsidieerde deze instelling, doch had nauwelijks inspraak in de gang van zaken bij het korps, dat halverwege de 19e eeuw niet erg floreerde. Op 4 mei 1864 stelde de Leeuwarder Gemeenteraad dan ook een Raadscommissie aan voor het toezicht op en het beheer van een nog te stichten Stedelijk Muziekkorps. Deze "Commissie voor het Stedelijk Muziekkorps" bestond buiten de voorzitter (de wethouder), uit vier leden, jaarlijks door de Raad gekozen. Tot haar taken zouden o.a. behoren: Toezicht op het personeel en materieel van het korps, benoeming en ontslag van de leden, zorg voor de instrumenten, aanbeveling doen aan B&W voor de benoeming van de kapelmeester, regeling van repetities, toezicht op de uitvoeringen en beheer van de financiën.

Na ettelijke perikelen kon het korps in 1865 toch van start gaan. Wekelijks werd in het Waaggebouw gerepeteerd, geconcerteerd werd jaarlijks 10 keer in de Prinsentuin, 10 keer op openbare pleinen in de stad en verder bij openbare oefeningen van de schutterij en bij bijzondere gelegenheden. Het korps bestond uit tussen de 25 en 30 leden. De leiding berustte van 1865-1883 bij Petrus Wedemeijer, 1883-1911 bij Herman de Jong, 1912-1914 bij Richard Boer, 1914-1919 bij Jan Paardekoper en daarna bij Willem Zonderland. Nadat de toenmalige Directeur J. Paardekoper in 1915 een concert van zangvereniging Concordia had begeleid met een gelegenheidsorkest, ontstond in de stad een beweging tot het oprichten van een Stedelijk Symphonieorkest. In 1915 werden enige proefconcerten gegeven door leden van het Stedelijk Muziekkorps, aangevuld met strijkers. In 1917/18 resulteerde dit alles, zij het niet zonder juridische strubbelingen, in het toekennen door de Raad van een subsidie voor een op te richten symphonieorkest, door het toevoegen van strijkers aan het bestaande muziekkorps. In 1918 is de naam-tot dan opereerde men als "Orkestvereeniging van Leeuwarder Musici"-veranderd in "Stedelijk Orkest Leeuwarden" (SOL, welke afkorting later werd geduid als: "Symphonie-Orkest Leeuwarden"). De Raadscommissie werd: "Commissie voor het Stedelijk Orkest". In 1919 bestaat het SOL uit 39 musici.

De tijd van bezuinigingen brengt in 1928 een drastische verlaging van de gemeentelijke subsidie, hetgeen tot liquidatie van het orkest zou moeten leiden. Initiatieven uit de burgerij leidden tot de oprichting van een "Friesche Orkest Vereeniging", dus geen gemeentelijke instelling meer, zodat behalve aan de Gemeente ook aan Rijk en Provincie subsidie gevraagd zou kunnen worden en het orkest in deze gewijzigde organisatievorm toch zou kunnen blijven bestaan. Het oude SOL werd per 1 augustus 1929 officieel opgeheven. (Gemeentearchief Leeuwarden, 1986. P.R.D.).