In een artikel in de Leeuwarder Courant wordt in augustus 1970 melding gemaakt van gevorderde plannen om te komen tot de oprichting van een overkoepelend provinciaal Centrum voor Onderwijsbegeleiding. Daaronder zouden vier of vijf regionale diensten moeten functioneren. Deze constructie zou de plaats moeten innemen van de gemeentelijke diensten voor onderwijsbegeleiding, die tot op dat moment bestonden. Zowel het openbaar als het bijzonder onderwijs doen mee. Een door Gedeputeerde Staten van Friesland ingestelde werkgroep , de kommissie Van der Mark, zal een en ander in goede banen moeten leiden. In 1973 komt de kommissie met zijn eindrapportrapport, waarna in november 1973 een voorlopig bestuur wordt samengesteld. Lourens van der Lei wordt de eerste directeur. Het hoofdbureau wordt gevestigd in ‘De Hege Wier’ aan de Sixmastraat in Leeuwarden. Voorlopig zal het nieuwe Centrum zich bezig houden met de begeleiding in het lager onderwijs; op termijn is men van plan de begeleiding uit te breiden tot het voortgezet en het buitengewoon lager onderwijs.
De doelstelling van het begeleidingswerk in het onderwijs kan worden geformuleerd als “De school helpen om het kind als individu optimaal toe te rusten tot deelname en vormgeving aan de samenleving waarin hij leeft of komt te leven.”

Het totstandkomingsproces van het GCO verloopt niet zonder slag of stoot. Er valt veel te regelen en sommige gemeenten en andere instanties liggen op bepaalde momenten dwars.
In maart 1975 neemt de gemeenteraad van Leeuwarden in navolging van vele andere Friese gemeenten de regeling aan. Ook bijna alle resterende Friese gemeenten (Dantumadeel, Opsterland en IJlst voldoen vooralsnog niet aan de toetredingseisen) sluiten zich aan en op 18 juli 1975 worden de gemeenschappelijke regelingen voor het Gemeentelijk Centrum voor Onderwijsbegeleidingsdiensten in Friesland in de Nederlandse Staatscourant gepubliceerd.
In het bestuur, dat onder voorzitterschap staat van drs. B.C. Barendsen uit Drachten, hebben o.a. vertegenwoordigers van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten, de Vereniging voor Openbaar Onderwijs, de Stichting Samenwerkende Rayonschoolraden voor het Protestants Christelijk Onderwijs in Friesland, de Bond van Schoolbesturen voor het Katholiek Onderwijs, van de Fryske Akademy, de Algemene Bond van Scholen en Gedeputeerde Staten zitting. De Commissaris der Koningin installeert het bestuur op 27 oktober 1975.
Bestaande diensten zoals de Federatie voor Kind en School, het Pedagogysk Advysbureau fan de Fryske Akademy en de Schooladviesdienst Leeuwarden worden in het GCO opgenomen.

Per 1 januari 1997 wordt het GCO losgemaakt van de Friese gemeenten; het wordt een zelfstandige stichting, de Stichting GCO Fryslân onder een nieuw bestuur. De stichting heeft dan 150 werknemers in dienst. De begeleidingsdienst houdt zijn hoofdkwartier in Leeuwarden en rayonkantoren in Sneek, Drachten en Dokkum, alsmede nevenvestigingen in Stiens en Wolvega.
Het GCO bestaat niet meer. Op 1 januari 2005 fuseerde het Friese centrum met de Groningse Onderwijs Begeleidings Dienst OBD. De nieuwe organisatie heet CEDIN en heeft kantoren in Groningen, Oude Pekela, Leeuwarden, Drachten en Sneek. Leeuwarden is de statutaire vestigingsplaats. Niet alle noordelijke gemeenten zijn in CEDIN vertegenwoordigd; de stad Groningen, de gemeente Opsterland en Drenthe houden eigen begeleidingsdiensten voor het onderwijs.
In 2008 bundelt Cedin zijn activiteiten in het Transferium in Drachten. Die overgang gaat gepaard met een afslankoperatie van het personeel. CEDIN heeft het ook moeilijk ten gevolge van de toegenomen marktwerking binnen het onderwijs, waardoor scholen zelf mogen bepalen of en hoe ze hun geld aan onderwijsbegeleiding willen besteden.

Het archief is in 2003 door ir. E. Nijboer, voorzitter van de Stichting Gemeenschappelijk Afstemmingsorgaan Onderwijsbegeleiding Fryslân (GAOF), aan het Leeuwarder gemeentearchief overgedragen. Het is incompleet en heeft vooral betrekking op de oprichting van het GCO.