Reeds enkele malen waren pogingen om bij de N.V. afdeling Huizum een zangkoor op te richten door te weinig belangstel ling mislukt. Op de ledenvergadering van de N.V. in oktober 1925 werd na een nieuw voorstel van bestuurszijde besloten om aan de keerzijde van de volgende convocatie een oproep tot aanmelding aan de leden te plaatsen. Ondanks het uitblijven van iedere reactie, gelukte het de voorzitter en J.D. van der Wal door persoonlijke benadering 35 mensen bereid te vinden tot medewerking aan de oprichting, die tot stand kwam in het "Mienskiphus" op 23 december 1925. De "Geheelonthouders Zangvereniging Huizum" zou een onderafdeling worden van de Huizumer N.V. en nam het reglement van het zangkoor "Excelsior" uit Leeuwarden met enkele kleine wijzigingen over. In het bestuur werden gekozen L. van der Meer voorzitter, J. van der Wal secretaris, L. Kooistra penningmeester, S. Fennema 2e penningmeester en C. de Jong bibliothecaris. Nog binnen het jaar kwamen al verschillende veranderingen in dit bestuur en werd o.m. S. Fennema voorzitter, die nog steeds de voorzittershamer hanteert.

Dat het koor bestaansrecht had heeft het door de jaren heen bewezen en het was en is onmisbaar gebleken op vergaderingen, propaganda-avonden, feestavonden enz. Vele concerten zijn er gegeven te Huizum maar ook vooral in de andere dorpen om Leeuwarden heen, terwijl enkele malen een radio-uitzending werd verzorgd. Hoogtepunten zijn geweest de opvoering van Sam Vlessing's operette "Rose Marie" in 1947 en ter gelegenheid van het 25-jarig jubileum in 1950 van de Friese opera "Fostedina" van de toenmaligen dirigent Piet Kingma op tekst van het koorlid Y. Boersma-Terpstra. Het aantal leden is nooit erg groot geweest en in 1937 werd zelfs ernstig over opheffing van het koor gedacht. Er waren toen nog slechts 18 leden tengevolge van een meningsverschil of het koor meer de kunstzinnige kant op moest gaan of alleen een propagandistische taak had. Het laatste standpunt, het uitdragen van de doelstellingen van de blauwe beweging heeft toen gezegevierd. In maart 1942 werd besloten de repetities stop te zetten daar men geen lid wenste te worden van de cultuurkamer.

Toen men in 1945 weer bijeenkwam bleken alle eigendommen uit het repetitielokaal-een kleuterschool aan de Huizumerlaan-te zijn verdwenen. Vooral het gemis van de piano was een gevoelig verlies. Pas in 1950 was men weer in staat een nieuw instrument aan te schaffen door een royaal gebaar van een der leden. Zoals hierboven reeds werd vermeld is het koor opgericht uit en door de leden van de N.V. Statutenwijzigingen moesten door het bestuur hiervan worden goedgekeurd en ook financieel was het koor met de afdeling verbonden. De verplichting om tevens lid te zijn van de N.V. (later van een onthouders-vereniging) verviel in 1955. Wel verplicht men zich bij het lidmaatschap van het koor geheelonthouder in de daad te zijn. Tot eerste directeur werd benoemd G.E. Yestra, die in de loop der jaren werd opgevolgd door Koning 1945, P. Kingma 1948, P. Post 1952, P. Molenaar 1953, Sinnema 1954, Jac. Bos 1954 en K. Paasman 1961, welke laatste thans nog directeur is. Het archief (voorzover niet meer in gebruik) werd in 1968 overgebracht naar het gemeentearchief.