In 1992 vond er in Rio de Janeiro een VN-conferentie plaats over milieu en ontwikkeling. Tijdens deze conferentie werd duidelijk dat duurzame ontwikkeling niet een zaak kon zijn van alleen nationale overheden, maar ook van lokale groeperingen. Op lokaal niveau moest samengewerkt worden om te komen tot een duurzame gemeente; vandaar de naam Lokale Agenda 21. * 

Na de VN-conferentie werd er in Rhenen wel eens kort stil gestaan bij Lokale Agenda 21, maar op structurele wijze werd deze niet opgepakt. Dit veranderde begin 1998. Tijdens de jaarvergadering van de Werkgroep Milieubeheer Rhenen op 24 april 1998 stond het thema Lokale Agenda 21 centraal. Er is toen een voorbereidingsgroep opgericht die bestond uit vier personen, waarbij ieder lid een organisatie vertegenwoordigde: Wil Schulte en Aafke Vervoort vertegenwoordigden de Werkgroep Milieu Rhenen, Renske van Drunen het Platform Ontwikkelingssamenwerking Rhenen en Dirk Wesselink de Raad van Kerken in Rhenen en Kesteren.

De voorbereidingsgroep heeft in de maanden daarna onderzoek gedaan naar de bekendheid van het begrip LA21 en naar de bereidheid mee te werken aan duurzaamheid via de voorbereidingsgroep. Blijkbaar zag de groep voldoende arbeid en bereidheid om haar werkzaamheden voort te zetten. In mei 1999 werd de naam van de groep gewijzigd in Platform Duurzaam Rhenen (PDR).

Het doel van de PDR is duurzame ontwikkeling stevig op de agenda te zetten van de gemeente Rhenen en aan te zetten tot actieve participatie van zowel gemeentebestuur als inwoners. Het platform wil door persoonlijke benadering belangstelling wekken voor duurzaamheid en zo een bijdrage leveren aan Lokale Agenda 21.

In september 2006 hief de PDR zichzelf op. Tijdens de vergadering van 9 juni 2004 wilde niemand zich beschikbaar stellen als voorzitter van de PDR. In september 2005 werd het onderwerp opheffing op de agenda gezet: hoe verder met de PDR? De aanwezigen concludeerden dat er geen energie meer was om politiek en inwoners te bewegen mee te werken. De brede vertegenwoordiging in de PDR brokkelde al enige tijd af en te weinig mensen hielden zich actief bezig met de PDR. Op de achtergrond speelde ook de vorming mee van een commissie milieu en duurzaamheid bij de gemeente Rhenen. Tevens formuleerde het nieuwe college van B&W twee speerpunten in haar programma over duurzaamheid.