De watersnoodramp van 1876 was één van de grote watersnoodrampen in de 19e eeuw die het gebied van de grote rivieren trof. Op zondag 12 maart woedde een hevige zuidwesterstorm die het sterk gestegen water van de Rijn over de dijken opzweepte. Vianen kwam voor een deel onder water te staan. Het water stond zo hoog dat het tot grote schade aan woningen leidde. Met name huizen in de buurt van de steenfabrieken en in de "Buitenstad" werden getroffen. Na terugtrekking van het water zag men pas goed hoe groot de schade was. Muren van huizen waren ingestort en deuren, lichtkozijnen, meubilair en ander huisraad waren zwaar beschadigd door water, vuil en modder.
Om aan de ergste noden tegemoet te komen, werd er een Watersnoodcommissie ingesteld met leden afkomstig uit gegoede burgerij. Er werd samengewerkt met de Landelijke Watersnoodcommissie in Amsterdam en lokale instellingen. Er werden collectes en inzamelingen gehouden, andere commissies, zoals de Watersnoodcommissie Gorinchem en het Rode Kruis te Vianen schonken levensmiddelen, kledingstukken en bedden. Uit geldelijke bijdragen werden steenkolen en levensbehoeften gekocht en uitgedeeld. Nadat in juni 1876 de ergste nood gelenigd was, gaf de Watersnoodcommissie financiële steun ten behoeve van herstel van beschadigde woningen.
Het archief is 5 centimeter groot.