Darthuizen behoorde aanvankelijk tot de bezittingen van het domkapittel. Reeds in 1253 was er sprake van een schout van Darthuizen. * Deze oefende namens de domproost het bestuur uit.
Oorkondenboek van het Sticht Utrecht tot 1301, d III 1249 - 1267, ed. F. Ketner. Den Haag 1949 , p. 87.
In 1714 verkochten de staten van Utrecht de heerlijke rechten, waarbij de ambachtsheer voortaan schout en schepenen aan mocht stellen. Na de dood van de eerste ambachtsheer, Johan van Beuningen, werd de heerlijkheid meermalen verkocht. * Cornelis Jan van Nellesteyn was de laatste heer van Darthuizen, toen in 1796 alle heerlijkheden werden opgeheven. Gedurende korte tijd (1798-1802 ) werd Darthuizen bij Leersum gevoegd. Belangrijke sporen hiervan zijn echter niet in het archief te vinden.
Voor de minuten van de verkoopakten: Catalogus van de Archieven der Collegiën die voor 1811 binnen de tegenwoordige provincie Utrecht rechterlijke functiën uitgeoefend hebben, R. Fruin Th. Az. Utrecht 1893, inv. nr. 1243.
In 1802 werd Darthuizen weer een eigen gerecht tot het in 1811 opnieuw met Leersum werd verenigd. Ook deze vereniging was van korte duur. In 1816 werd Darthuizen een zelfstandige gemeente en bleef dit tot de definitieve aansluiting bij Leersum in 1857. *
Voor verdere gegevens over Darthuizen raadplege men: E.J. Demoed, In een lieflijk landschap. Zaltbommel 1974.
In het archief viel geen systematische ordening te bespeuren. Derhalve is er gekozen voor een zaaksgewijze ordening van de stukken, verdeeld over twee perioden. De tijdelijke samenvoeging met Leersum van 1811 tot 1816 scheidt deze perioden. Het archief van het gerecht Darthuizen loopt tot 1811 en in 1816 begint het archief van de gemeente.
Bij het citeren in annotatie en verantwoording dient het archief tenminste eenmaal volledig en zonder afkortingen te worden vermeld. Daarna kan worden volstaan met verkorte aanhaling. VOLLEDIG: Regionaal Archief Zuid-Utrecht, Wijk bij Duurstede. Toegang 037 Gemeentebestuur Darthuizen 1816-1857 VERKORT: NL-WbdRAZU. 037