Uw zoekacties: Burgerlijk Armbestuur Voerendaal, (1819) 1823 - 1965

T205 Burgerlijk Armbestuur Voerendaal, (1819) 1823 - 1965 ( Historisch Centrum Limburg, te Heerlen (voormalig Rijckheyt) )

Uitleg bij archieftoegang

Een archieftoegang geeft uitgebreide informatie over een bepaald archief.

Een archieftoegang bestaat over het algemeen uit de navolgende onderdelen:

• Kenmerken van het archief
• Inleiding op het archief
• Inventaris of plaatsingslijst
• Eventueel bijlagen

De kenmerken van het archief zijn o.m. de omvang, vindplaats, beschikbaarheid, openbaarheid en andere.

De inleiding op het archief bevat interessante informatie over de geschiedenis van het archief, achtergronden van de archiefvormer en kan ook aanwijzingen voor het gebruik bevatten.

De inventaris of plaatsingslijst is een hiƫrarchisch opgebouwd overzicht van beschreven archiefstukken. De beschrijvingen zijn formeel en globaal. Het lezen en begrijpen van een inventaris behoeft enige oefening en ervaring.

Bij het zoeken in de inventaris wordt de hiƫrarchie gevolgd. De rubrieken in de inventaris maken deel uit van de beschrijving op een lager niveau. Komt de zoekterm in een hoger niveau voor, dan voldoen onderliggende niveaus ook aan de zoekvraag.

beacon
 
 
Inleiding
Geschiedenis van het Burgerlijk Armbestuur (BA)
T205 Burgerlijk Armbestuur Voerendaal, (1819) 1823 - 1965
1 Inleiding
Geschiedenis van het Burgerlijk Armbestuur (BA)
De Grondwet bepaalde in 1814 dat het armbestuur een onderwerp van aanhoudende zorg van de regering was. Bij circulaire van 20 januari 1823 werd van regeringswege aan de besturen opgedragen een plaatselijke bureau van weldadigheid of armencommissie te benoemen.
Voerendaal anticipeerde daarop door bij besluit van 19 februari 1823 een Plaatselijk Bureau van Weldadigheid of Armencommissie in te stellen. Deze commissie had op lokaal niveau tot taak te besluiten over toekenning van ondersteuning aan armen en bejaarden, werklozen en al dan niet gedeeltelijk invaliden. Dit takenpakket was nauw gerelateerd aan de wetgeving ten aanzien van armenzorg, die een ontwikkeling doormaakte. Bij aanvang bestond het bestuur uit 5 leden.
In 1848 werd in de Grondwet de verplichting tot regeling van de armenzorg door de wet toegevoegd. Dit leidde tot de wet van 1854 tot regeling van het armbestuur. Die wet had de strekking om de overheidsbemoeiing op het terrein van de ondersteuning te beperken en zoveel mogelijk over te laten aan kerkelijke en particuliere instellingen van weldadigheid. De overheid moest alleen in actie komen bij volstrekte onvermijdelijkheid, welke slechts aanwezig werd geacht indien gevaar voor verstoring der openbare orde moest worden gevreesd. De wet van 1854 droeg dan ook een sterk politioneel karakter.

De wet van 1854 werd in 1912 vervangen door de Armenwet. Deze wet gaf de ruimte de overheidsbemoeiing ten aanzien van de ondersteuning aanmerkelijk te verruimen, hoewel nog werd vastgehouden aan het beginsel van subsidiariteit. Het grote verschil tussen de Armenwet van 1912 en de wet van 1954 was daarin gelegen dat volgens de Armenwet de overheidsondersteuning diende te worden bepaald zoals die met het oog op de behoeften en de persoonlijke eigenschappen in verband met de omstandigheden van de armen het meest gewenst was om hen wederom in staat te stellen in het onderhoud van zich en hun gezin te voorzien. De ondersteuning kreeg daardoor een sterk individualiserend en opheffend karakter.
Het eerste reglement voor het BA werd op 23 augustus 1913 door de raad van Voerendaal vastgesteld. Een wijziging van 11 november 1927 werd gevolgd door een raadsbesluit van Voerendaal van 14 februari 1930, waarbij het aantal leden van het BA op 7 werd bepaald. Een wijziging van de Armenwet, bij wet van 13 december 1950, vorderde dat in het reglement voor het BA regels zouden worden opgenomen met betrekking tot de controle op het geldelijk beheer en de boekhouding alsmede tot het onderzoek naar de deugdelijkheid van haar rekening. Dit leidde op 17 december 1953 - per 1 januari 1954 - wederom tot een aanpassing van het reglement.
In verband met de inwerkingtreding van de Algemene Bijstandswet per 1 januari 1965 werd per gelijke datum bij raadsbesluit van Voerendaal van 29 december 1964 het plaatselijk BA opgeheven.
Samenwerking in de regio op het gebied van armenzorg
Samenwerking in de regio op het gebied van beheer archieven
Het archief van het BA
Indici
Lijst van afkortingen

Kenmerken

Datering:
(1819) 1823 - 1965
Auteur:
P.J.M. Aussems
Kick van IJzendoorn Facilitaire Diensten VOF Lomm.
Heerlen, april 2006
Samengesteld onder eindverantwoordelijkheid van T.J. van Slooten, gemeentearchivaris van Heerlen, Simpelveld en Voerendaal.
Titel:
Burgerlijk Armbestuur Voerendaal, (1819) 1823 - 1965
Omvang:
1,75 m
Toegang:
Inventaris
Citeerinstructie:
Bij het citeren in annotatie en verantwoording dient het archief tenminste eenmaal volledig en zonder afkortingen te worden vermeld.
Daarna kan worden volstaan met verkorte aanhaling.
VOLLEDIG:
Rijckheyt, Centrum voor Regionale Geschiedenis, Heerlen. Toegang T205 Burgerlijk Armbestuur Voerendaal, (1819) 1823 - 1965
VERKORT:
NL-HrlRi T205