Uw zoekacties: Raadscommissie Strafverordeningen gemeente Den Haag

0443-01 Raadscommissie Strafverordeningen gemeente Den Haag ( Haags Gemeentearchief )

Uitleg bij archieftoegang

Een archieftoegang geeft uitgebreide informatie over een bepaald archief.

Een archieftoegang bestaat over het algemeen uit de navolgende onderdelen:

• Kenmerken van het archief
• Inleiding op het archief
• Inventaris of plaatsingslijst
• Eventueel bijlagen

De kenmerken van het archief zijn o.m. de omvang, vindplaats, beschikbaarheid, openbaarheid en andere.

De inleiding op het archief bevat interessante informatie over de geschiedenis van het archief, achtergronden van de archiefvormer en kan ook aanwijzingen voor het gebruik bevatten.

De inventaris of plaatsingslijst is een hiërarchisch opgebouwd overzicht van beschreven archiefstukken. De beschrijvingen zijn formeel en globaal. Het lezen en begrijpen van een inventaris behoeft enige oefening en ervaring.

Bij het zoeken in de inventaris wordt de hiërarchie gevolgd. De rubrieken in de inventaris maken deel uit van de beschrijving op een lager niveau. Komt de zoekterm in een hoger niveau voor, dan voldoen onderliggende niveaus ook aan de zoekvraag.

beacon
 
 
Inleiding
Met het raadsbesluit van 11 november 1851 werd, op grond van art. 166 van de Gemeentewet, de Verordening regelende de werkkring van de vaste commissie belast met het ontwerpen van en het herzien van de plaatselijke verordeningen, tegen wier overtreding straf is bedreigd, vastgesteld (Verzameling 1851 no. 2). De werkkring van deze raadscommissie bestond uit: 1. Het ontwerpen van verordeningen, die in het belang van de openbare orde, zedelijkheid en gezondheid worden vereist; 2. Het ontwerpen van verordeningen tot verdeling van de gemeente in wijken en tot opmaking van volledige staten van de bevolking en haar behuizing; 3. Het herzien van verordeningen, regelende de gewone diensten, ter handhaving van de openbare orde; 4. Het ontwerpen van verordeningen, regelende de aard en duur van persoonlijke diensten, ter handhaving van de openbare orde; 5. Het in overeenstemming brengen van alle bestaande plaatselijke verordeningen, tegen wier overtreding straf is bedreigd, met de voorschriften van de Gemeentewet. 6. Het aan de gemeenteraad verslag doen van haar onderzoek, aan welke van de bepalingen van de plaatselijke verordeningen, tegen wier overtreding straf is bedreigd, voortdurende kracht is toe te kennen; 7. Het ontwerpen van een verordening, vermeldende de titels van de geldende verordeningen, of de geldende bepalingen van de gedeeltelijk afgeschafte verordeningen.
Met het raadsbesluit van 1 maart 1859 (Verzameling no. 151) werd de werkkring van de commissie als volgt gewijzigd: 1. Het ontwerpen van verordeningen, die in het belang van de openbare orde, zedelijkheid en gezondheid worden vereist; 2. Het ontwerpen van verordeningen, regelende de aard en duur van persoonlijke diensten, ter handhaving van de openbare orde; 3. Het aan de gemeenteraad verslag doen van haar onderzoek, aan welke van de bepalingen van de plaatselijke verordeningen, tegen wier overtreding straf is bedreigd, voortdurende kracht is toe te kennen; 4. Het ontwerpen van een verordening, vermeldende de titels van de geldende verordeningen, of de geldende bepalingen van de gedeeltelijk afgeschafte verordeningen.
Volgens de Verordening vaste Raadscommissies 1883 Verzameling no. 553 (raadsbesluit van 6 maart 1883) was de commissie een commissie van voorbereiding voor de gemeenteraad. De werkkring van de raadscommissie bestond uit: 1. Het ontwerpen van strafverordeningen, die in het belang van de openbare orde, zedelijkheid en gezondheid vereist worden; 2. Het ontwerpen van verordeningen, regelende de aard en de duur van persoonlijke diensten ter handhaving van de openbare orde of in het algemeen belang, ingevolge de art. 192 en 193 van de Gemeentewet; 3. Het onderzoek en doen van het verslag, bedoeld in art. 177, en het ontwerpen van de verordening, bedoeld in art. 178 van de Gemeentewet.
Met het wijzigen van de Verordening vaste Raadscommissies 1926 Verzameling no.10 (raadsbesluit van 1 juni 1931) bestond de raadscommissie voor de Verordeningen, tegen wier overtreding straf is bedreigd, op grond van art. 197 van de Gemeentewet. Dit artikel van de Gemeentewet bepaalde dat, in tegenstelling tot de andere vaste raadscommissies, de burgemeester als voorzitter van deze commissie stemrecht had, ook als hij geen lid van de raad was. De werkkring van de raadscommissie bestond uit:
1. Het ontwerpen van verordeningen, tegen welker overtreding straf is bedreigd; 2. Het ontwerpen van verordeningen, regelende de aard en de duur van persoonlijke diensten ter handhaving van de openbare orde of in het algemeen belang, ingevolge artikelen 226 en 227 van de gemeentewet; 3. Het onderzoek en het doen van het verslag, bedoeld in artikel 207, en het ontwerpen van de verordening, bedoeld in artikel 208 van de gemeentewet.
Aangezien de raadscommissie voor de Verordeningen, tegen wier overtreding straf is bedreigd in de praktijk op dezelfde wijze fungeerde als de andere vaste raadscommissies stelden Burgemeester en Wethouders in 1966 voor om deze praktijk in een nieuwe verordening vast te leggen. Met de nieuwe Verordening vaste Raadscommissies 1967 Verzameling no. 1 (raadsbesluit van 16 januari 1967; in werking getreden met ingang van 30 januari 1967, bijlage 607) werd de raadscommissie voor Strafverordeningen een vaste raadscommissie van advies en bijstand aan Burgemeester en Wethouders. De werkkring van de raadscommissie bestond toen uit het adviseren en bijstaan van Burgemeester en Wethouders ten aanzien van aangelegenheden met betrekking tot de strafverordeningen.
Met de Verordening openbaarheid commissievergaderingen (raadsbesluit van 22 maart 1971; in werking getreden met ingang van 1 april 1971, bijlage 158) werd er een proef genomen met het in het openbaar houden van vergaderingen van vaste raadscommissies. De vergaderingen van de commissie voor Strafverordeningen bleven gezien hun aard daarvan uitgesloten. Volgens het rapport van de commissie Openheid van september 1972 was deze proef geslaagd en stelden Burgemeester en Wethouders de raad voor om de vergaderingen van de raadscommissie voor Strafverordeningen voortaan ook in het openbaar te houden, daar deze commissie zich in hoofdzaak bezig hield met het redigeren van strafbepalingen. Met de wijziging van de Verordening vaste Raadscommissie 1967 Verz. no. 1 (raadsbesluit van 7 januari 1974, bijlage 509 van 1973) vonden ook de vergaderingen van de raadscommissie voor Strafverordeningen in het openbaar plaats.
Met de wijziging van de Verordening vaste Raadscommissies 1967 Verzameling no. 1 (raadsbesluit van 11 september 1978, bijlage 435) werd de raadscommissie voor Strafverordeningen opgeheven en de tot de werkkring van deze commissie behorende aangelegenheden voortaan behandeld in de raadscommissie voor Politie- en Brandweeraangelegenheden.

Kenmerken

Datering:
1852-1978
Beschrijving:
Inventaris van het archief van de Vaste Raadscommissie voor de Verordeningen, tegen wier straf is bedreigd (Raadscommissie voor de Strafverordeningen)
Omvang in m¹:
1,875
Auteur:
L. Fledderus en R.A.M. Vernooij
Openbaarheid:
Geheel openbaar