Op 20 december 1948 (bijlage 574) besloot de gemeenteraad over te gaan tot het oprichten van de Haagse Kunststichting voor de Jeugd.
De stichting heeft tot doel het bevorderen van de belangstelling voor de kunst onder de jeugd van 's-Gravenhage. Zij wordt bestuurd door een 'stichtingsbestuur' bestaande uit tien leden alsmede een 'dagelijks bestuur' bestaande uit drie leden. De eerste voorzitter was J. van Zwijndrecht, wethouder van Onderwijs en Kunstzaken.
De stichting kende commissies, onderscheidenlijk voor de jeugdconcerten, tot voorbereiding van schoolopvoeringen voor leerlingen van het V.H.O., M.O. en U.L.O. en voor de concerten, voorstellingen e.d. voor de lagere-schooljeugd.
Het stichtingsbestuur stelde in zijn vergadering van 12 juli 1949 een algemeen reglement vast dat bij brief van 15 september 1949 de goedkeuring van burgemeester en wethouders verwierf.
Met ingang van 1 januari 1949 verkreeg de stichting een gemeentelijk subsidie. Bij raadsbesluit van 11 oktober 1955, bijlage 692 zijn de statuten gewijzigd.
Bij prae-advies d.d. 17 april 1979 stelden burgemeester en wethouders de Gemeenteraad voor over te gaan tot wijziging van de statuten van stichting. De aanleiding daartoe was de inwerkingtreding van Boek 2 (Rechtspersonen) van het Nieuwe Burgerlijk Wetboek op 26 juli 1976. De Gemeenteraad besloot daartoe op 23 april 1979.
Het archief is slechts gedeeltelijk bewaard gebleven. Vooral stukken uit de periode 1955-1970 ontbreken.